Algemeen

Financiële reserves baren onderwijsministers zorgen

Het ministerie van Onderwijs zit in z'n maag met de oplopende financiële reserves bij schoolbesturen en samenwerkingsverbanden. Minister Arie Slob overweegt de Onderwijsinspectie meer mogelijkheden te geven om notoire oppotters aan te spreken.

Tekst Arno Kersten - Redactie Onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

geldkoe

Beeld: Pixabay

Dat blijkt uit een beleidsreactie op de vandaag gepresenteerde jaaranalyse Financiële Staat van het Onderwijs 2017. Daarin kraakt de inspectie kritische noten over de tendens dat steeds meer onderwijsgeld op de plank blijft liggen. Het Onderwijsblad berichtte de afgelopen tijd ook al over uitdijende buffers bij samenwerkingsverbanden en schoolbesturen.

'De toenemende reserves baren ons zorgen, het gaat tenslotte om geld dat bedoeld is voor het geven van onderwijs. We vragen ons af of de reserves nog wel in verhouding staan tot de reële risico’s die scholen lopen', schrijven onderwijsministers Arie Slob en Ingrid van Engelshoven.

Behoudend

De Onderwijsinspectie constateert bij onderwijsinstellingen een neiging om te behoudend te begroten, waardoor er uiteindelijk onder de streep meer geld overblijft. Zo groeien buffers jaar na jaar zonder dat er altijd een plan aan ten grondslag ligt. Het ministerie gaat onderzoek doen naar de financiële planning en buffers bij onderwijsinstellingen in alle sectoren. De resultaten worden betrokken bij het al eerder aangekondigde onderzoek naar de omvang en besteding van de lumpsum.

Daarnaast willen de onderwijsministers volgend jaar kijken of de inspectie meer mogelijkheden kan krijgen om oppotten aan de kaak te stellen. De inspectie hanteert wel een financiële ondergrens voor noodlijdende instellingen, maar geen bovengrens voor overmatig spaargedrag. 'Het is daarom wenselijk om te onderzoeken of een signaleringswaarde voor zeer vermogende besturen kan worden ontwikkeld', aldus de ministers. Daarnaast zal de inspectie in het reguliere toezicht op besturen extra aandacht schenken aan vermogende besturen.

Verbazingwekkend

De regionale samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs hebben door de bank genomen meer vet op de botten dan schoolbesturen. 'Verbazingwekkend', vindt Slob, want ze lopen weinig risico's omdat de aangesloten schoolbesturen garant staan. Een aanvullend onderzoek van de inspectie concludeert dat in veel gevallen samenwerkingsverbanden meer reserves hebben opgebouwd dan ze zélf nodig achten om tegenvallers op te vangen, iets wat het Onderwijsblad vorig jaar ook belichtte.

Sinds de start van passend onderwijs in 2014 zijn de buffers van samenwerkingsverbanden fors toegenomen. Het gezamenlijke eigen vermogen groeide van 157 miljoen euro eind 2015 naar 238 miljoen euro eind vorig jaar.

Het roept vragen op in hoeverre de samenwerkingsverbanden hun financiële processen weten te beheersen

Vorig jaar bleef er bijna 32 miljoen euro op de plank liggen, veel meer dan het vooraf geraamde overschot van 4 miljoen. 'Het roept vragen op in hoeverre de samenwerkingsverbanden hun financiële processen weten te beheersen', stelt de inspectie.

'Gezien de belangrijkste taak van de samenwerkingsverbanden, namelijk het bieden van ondersteuning aan kwetsbare leerlingen, is het zorgelijk en onwenselijk dat er zoveel geld niet wordt uitgegeven. Het staat ook in schril contrast met de klachten van scholen over te weinig ondersteuning in de klas', aldus verantwoordelijk minister Slob. Hij voegt eraan toe dat hij in de regio's het gesprek erover wil aangaan.

Recente berichtgeving door het Onderwijsblad:

->Hoe rijk is mijn samenwerkingsverband?
->Samenwerkingsverbanden houden 32 miljoen over
->Schoolbestuurtjes parkeren miljoenen op de bank