“De loonsverhoging is in lijn met die in andere sectoren en hoewel we beseffen dat het niet alle kosten zal dekken, is de reiskostenvergoeding verbeterd. Daar ben ik tevreden over”, zegt AOb-bestuurder mbo Henrik de Moel. Het onderhandelaarsakkoord wordt nu aan de achterbannen voorgelegd.
Het gaat om een cao die geldt van 1 mei 2022 tot 1 juni 2023.
Hoe meer leden, hoe sterker wij staan bij de onderhandelingen voor jouw cao. En, wanneer je lid bent, heb je inspraak en kun je hier invloed op uitoefenen. Ook organiseren we bijeenkomsten voor leden rondom de (nieuwe) cao’s, zodat je er optimaal gebruik van kunt maken. Daarnaast heb je als lid nog veel andere voordelen, zoals recht op rechtsbijstand voor je werk en inkomen en elke maand het Onderwijsblad op de deurmat. Word lid
In de cao voor het mbo is vastgelegd dat onderwijspersoneel recht heeft op ‘scholing die nodig is om zijn functie goed uit te kunnen oefenen’. Wie werkt in de klas heeft recht op 59 uur aan professionalisering, en kan rechten ontlenen aan het scholingsbudget of -plan van het onderwijsteam. De werkgever moet alle kosten vergoeden van de werknemer als dit is opgedragen. Ook moet de werkgever zorgen voor studieverlof tot driekwart van de studielast van de cursus of opleiding. Wanneer het gaat om een verzoek van de werknemer dat in het belang is van de instelling, wordt 50 tot 75 procent van de studiekosten vergoed. Studieverlof hangt dan af van ‘het belang van de instelling’ en bedraagt maximaal één dag per week.
AOb-leden praten mee over de cao. Dit kan via de sectorraad middelbaar beroepsonderwijs. Samen met de sectorraad bepalen de AOb-onderhandelaars de inzet voor het cao-overleg. Zodra er een onderhandelaarsakkoord ligt, wordt deze via regionale bijeenkomsten en een digitale peiling voorgelegd aan de AOb-leden. Deze peiling is een advies aan de sectorraad. De raad beoordeelt dit en neemt dan een definitief besluit.
Wil je actief meepraten? Geef je op voor de sectorraad via AOb-hoofdbestuurder mbo Jetske van Woerden. Mail: jvwoerden@aob.nl
De normjaartaak bedraagt 1659 uur.
De werknemer die direct betrokken is bij het primaire proces en die benoemd is in een functie met carrièrepatroon 9 of hoger, heeft bij een normbetrekking een werkweek van 40 uur.
De werknemer kan op 200 dagen per jaar worden ingezet voor het verrichten van werkzaamheden. In overleg tussen werkgever en werknemer kan hiervan worden afgeweken. Onder werkzaamheden in de eerste volzin worden niet bedoeld werkzaamheden die de werknemer verricht in het kader van de 59 uren voor scholing en professionalisering.
Conform artikel 3.3 lid 1 is de inzet bij een volledige baan als volgt: Voor de werknemer die deel uitmaakt van een onderwijsteam (direct betrokken bij het primair proces en benoemd in een functie met carrièrepatroon 7 of hoger) geldt een inzetbaarheidskader. Dit inzetbaarheidskader houdt bij een normbetrekking in dat de normjaartaak van 1659 uur als volgt is:
1200 uur voor die werkzaamheden die verband houden met de uitvoering van het onderwijs en de direct daaruit voortkomende werkzaamheden
459 uur voor die werkzaamheden die verband houden met de organisatie en ontwikkeling van het onderwijs, waaronder professionalisering, overleg, afstemming en coördinatie.
Wat valt er onder de 1200 uur? Ingeroosterde groepsgebonden contactactiviteiten ten behoeve van de realisatie van de begeleide onderwijstijd (groepslessen) en de daarbij behorende voorbereiding en nazorg, stagebegeleiding (bpv), studieloopbaanbegeleiding, mentoraat, het afnemen van toetsen en examens. Deze opsomming is niet limitatief.
De 459 uren worden binnen de jaartaak o.a. besteed aan: individuele deskundigheidsbevordering (59 uur), teamontwikkeling (107 uur per fte per cursusjaar), ontwikkeling (innovatie) van het onderwijsprogramma, werkoverleg, teamoverleg, coördinatie en afstemming, peer-review, bedrijvenstage, open dagen. Deze opsomming is niet limitatief.
Uitgangspunt is dat de werknemers in het onderwijsteam met de leidinggevende en met inachtneming van het algemene inzetbaarheidskader zoals hierboven aangegeven de werkzaamheden verdelen in een werkoverleg van het onderwijsteam. Van de 1200 uur en 459 uur kan alleen afgeweken worden bij een unanieme beslissing van het onderwijsteam. Het algemeen inzetbaarheidskader is een individueel afdwingbaar recht. Er kan hierover bezwaar gemaakt worden bij de interne geschillencommissie.
Als het onderwijsteam er niet uitkomt om de werkzaamheden te verdelen dan hanteert de leidinggevende de toedelingsoptie. Uitgangspunt blijft het algemeen inzetbaarheidskader, zoals hierboven. De leidinggevende past daarbij een opslagfactor toe van ten minste 40 procent berekend over groepslessen. De ondernemingsraad kan een hogere opslagfactor vastgesteld hebben.
Je kunt de AOb per mail vragen om langs te komen bij je team voor meer uitleg en toelichting over het taakbeleid. Wij komen graag langs. Bel het Informatie en Advies Centrum via: 0900 – 463 62 62.
Mbo-teams moeten elk jaar een puzzel oplossen: de werkverdeling. Wie gaat er welke lessen en taken uitvoeren en hoeveel uren zijn daarvoor beschikbaar. De AOb heeft een handige folder en tool ontwikkeld waarmee je jouw inzet kunt berekenen en met het hele team een stappenplan volgt. Download de folder via deze link. De inzetmeter, de tool waarmee je het aantal uren kunt zien, vind je via deze link. Het uitlegfilmpje staat hieronder en vind je ook in de tool zelf als je klikt op ‘uitleg’.
In art. 2.3 lid 3 van de cao-mbo staat dat voor tijdelijke uitbreidingen van de betrekkingsomvang die niet leiden tot een werktijdfactor groter dan 1 geldt hetgeen is bepaald in artikel 7:668a BW.
In dat artikel staat het volgende. Vanaf de dag dat tussen dezelfde partijen:
In de arbo-catalogus voor het mbo vind je richtlijnen voor o.a. praktijklokalen. De catalogus kun je via deze link raadplegen. De ondernemingsraad van je instelling speelt een rol als het gaat om het handhaven van de arbo-wetgeving. We adviseren om daarmee contact op te nemen indien je lokaal niet aan de eisen voldoet. Ook moet je instelling een preventiemedewerker hebben die de arbeidsomstandigheden bewaakt.
Als werknemer met een voltijdbaan heb je recht op dertig dagen vakantie per kalenderjaar. Deze dagen bestaan uit twintig wettelijke vakantiedagen en tien bovenwettelijke vakantiedagen. Feestdagen worden niet meegerekend en vallen buiten het recht op vakantiedagen. Verder heb je vrij op de dagen dat je niet wordt ingezet. Werk je fulltime? Dan kan jouw werkgever je tweehonderd dagen inzetten om te werken. Onder bepaalde voorwaarden kunnen vakantiedagen worden gecompenseerd bij samenloop van ziekte. Het advies is om in zo’n geval contact op te nemen met het Informatie en Advies Centrum van de AOb.
Op een percentage betaald ouderschapsverlof heb je als werknemer recht als je kind waarvoor het verlof wordt aangevraagd op de ingangsdatum van het verlof nul, één of twee jaar oud is en je een dienstverband hebt dat tenminste aangesloten 12 maanden heeft geduurd. Bij een voltijdbaan heb je als werknemer per kind recht op maximaal 830 uur betaald verlof. Is het kind ouder dan twee jaar dan heb je recht op onbetaald verlof.
AOb-bestuurder mbo Henrik de Moel (foto) en sectorbestuurder Hélène Jansen zitten namens de AOb aan de cao-tafel en onderhandelen over de cao. Tijdens de onderhandelingen schakelen ze specialisten in van de beleidsstaf en juridische dienst.