De looptijd van de cao is: 1 juni 2022 tot en met 30 april 2023.
Hoe meer leden, hoe sterker wij staan bij de onderhandelingen voor jouw cao. En, wanneer je lid bent, heb je inspraak en kun je hier invloed op uitoefenen. Ook organiseren we bijeenkomsten voor leden rondom de (nieuwe) cao’s, zodat je er optimaal gebruik van kunt maken. Daarnaast heb je als lid nog veel andere voordelen, zoals recht op rechtsbijstand voor je werk en inkomen en elke maand het Onderwijsblad op de deurmat. Word lid
In het primair onderwijs heeft het onderwijspersoneel een individueel budget voor professionalisering. Dit bedrag is naar rato van de werktijdfactor. Bij 1 fte gaat het om 500 euro en twee uren per werkweek. Onderwijspersoneel mag zelf kiezen waaraan ze het scholingsbudget besteden en voeren hierover overleg met hun werkgever. Liever sparen? Dat mag ook in overleg met de werkgever en kan maximaal drie jaar lang. Meer weten? Kijk in artikel 9.3 van de cao.
AOb-leden praten mee over de cao. Dit kan via de sectorraad primair onderwijs. Samen met de sectorraad bepalen de AOb-onderhandelaars de inzet voor het cao-overleg. Zodra er een onderhandelaarsakkoord ligt, wordt deze via regionale bijeenkomsten en een digitale peiling voorgelegd aan de AOb-leden. Deze peiling is een advies aan de sectorraad. De raad beoordeelt dit en neemt dan een definitief besluit.
Wil je actief meepraten? Geef je op voor de sectorraad via AOb-hoofdbestuurder Simone Fomenko. Mail: sfomenko@aob.nl
Activiteiten die in het jaarrooster zijn opgenomen, maken onderdeel uit van de jaartaak en zijn daarmee reguliere werktijd geworden. Studiedagen maken bijvoorbeeld deel uit van je taakuren. Het kan dus zijn dat je ‘lesvrij’ bent maar toch terug moet komen voor bijvoorbeeld scholing, een vergadering of een andere schoolactiviteit. Op de bapo-dag ben je vrijgesteld van alle werkzaamheden. Moet je dan toch terugkomen? Dan moet de school dit compenseren. Deze bapo-dag betaal je immers zelf.
In de cao primair onderwijs 2018-2019 is gekozen voor een werkverdelingsplan. Dit vervangt het oude basis-en overlegmodel. Door signalen uit de praktijk en een evaluatieonderzoek moest vastgesteld worden dat het werken met de twee eerdere modellen leidde tot veel onduidelijkheid op de werkvloer. Het overleg kwam onvoldoende tot stand.
Team aan zet Met het nieuwe werkverdelingsbeleid is de positie van het schoolteam steviger neergezet en kan een bestuur/schoolleider niet zonder overleg met het team het werkverdelingsbeleid vaststellen.
Het team, de individuele leerkracht en onderwijs- en leraarondersteuner krijgen met het werkverdelingsplan zeggenschap over hun eigen werk en alle werkzaamheden op de school.
Uitgangspunten Uitgangspunt is dat de werknemer met een voltijdsaanstelling 1659 uur per schooljaar kan worden ingezet. Uitgangspunt is ook de 940 lesuren die leerlingen gemiddeld per school krijgen. Daarbij kan een schoolteam kiezen om 930 uren per fulltime leerkracht les te geven (daarop is de financiering gebaseerd) maar ook meer.
Leerkrachten hoeven niet precies 940 uur les te geven. Het hangt af van wat het team besluit. Als jij dat wilt kun je er voor kiezen om meer lesuren te geven. Daarvoor moet je instemming geven. Dit wordt ‘met wederzijde instemming’ genoemd. Minder lesuren kan natuurlijk altijd. De ene leerkracht vindt het prettig om zoveel mogelijk lesuren te geven, een ander kiest er voor om ook andere taken op de school te kunnen doen. Het werk op de school verdeel je dus als team.
Dit hangt af verschillende factoren. In de eerste plaats is het van belang om te weten of je werkzaam bent op basis van een akte van aanstelling of op basis van een akte van benoeming. Daarnaast kent de cao primair onderwijs verschillende soorten contracten met verschillende spelregels en uitkomsten. Zo mag een werkgever bij contracten voor vervanging in een periode van drie jaar maximaal zes tijdelijke contracten aangaan. Om na te gaan waar je recht op hebt, is het verstandig om contact op te nemen met de medewerkers van het Informatie en Advies Centrum (IAC).
De regel is dat bij vervanging, anders dan vanwege ziekte, er maximaal zes tijdelijke contracten in drie jaar kunnen worden aangegaan.
Een tijdelijk contract kan op ieder moment ten einde lopen. Dit hoeft dus niet per se op 1 augustus te zijn. Wel moet de einddatum van een contract op voorhand worden overeengekomen. Als je contract bijvoorbeeld op 1 juli eindigt, dan komt hiermee ook de loon-doorbetalingsverplichting van je werkgever tot een einde. De werkgever hoeft je dan niet tijdens de zomervakantie door te betalen.
Voor het bepalen van een einddatum hoef je alleen rekening te houden met de geldende opzegtermijn. Tenzij anders afgesproken dien je bij een contract van twaalf maanden of korter een opzegtermijn van één maand in acht te nemen. Bij een contract van langer dan twaalf maanden bedraagt de opzegtermijn twee maanden. Een opzegging geschiedt altijd tegen het einde van de maand.
In zijn algemeenheid is het gebruikelijk om een contract per 1 augustus op te zeggen, omdat dan het nieuwe schooljaar begint. Hiertoe ben je echter niet verplicht, je mag, met inachtneming van de opzegtermijn, zelf de einddatum bepalen.
AOb-bestuurder primair onderwijs Thijs Roovers en sectorbestuurder Anton Bodegraven onderhandelen namens de AOb met de werkgevers over de cao. Tijdens de onderhandelingen schakelen ze specialisten in van de beleidsstaf en juridische dienst.