Wetenschappelijk Onderwijs

Alles over de cao wetenschappelijk onderwijs

De AOb behartigt de belangen van de leden die werken op één van de veertien Nederlandse universiteiten. 

De jongste cao geldt - met terugwerkende kracht - van 1 april 2023 en loopt tot en met 30 juni 2024. Dat is bijna zestien maanden in totaal. In het cao-overleg is de AOb de grootste vakbond, de onderhandelaars kwamen in juni 2023 tot een cao-akkoord.

Het akkoord bevat een goede loonsverhoging en ook een duidelijke en concrete stap naar meer vaste banen voor docenten

AOb-sectorbestuurder Donald Pechler over het jongste cao-akkoord. 

Cao-afspraken scholing

Werknemers in het wetenschappelijk onderwijs krijgen jaarlijks ten minste twee ontwikkeldagen om te werken aan duurzame inzetbaarheid. Deze dagen mogen ook worden opgespaard als daar voor het einde van het jaar een schriftelijke afspraak over wordt gemaakt. Zonder afspraak vervallen niet gebruikte dagen bij het einde van het kalenderjaar. De besteding van de dagen kan worden vastgelegd in een portfolio.
In de cao van de Nederlandse universiteiten staat voor het ondersteunend- en beheerspersoneel (obp-personeel) dat er jaarlijks een ‘aantal passende ontwikkelinitiatieven’ moeten plaatsvinden. In overleg met de werkgever wordt daarvoor een plan opgesteld.

Alles wat je moet weten over de cao Nederlandse Universiteiten

Dit zijn de belangrijkste afspraken uit de cao Nederlandse Universiteiten 2023-2024. 

Veelgestelde vragen

De bonden hebben in de gezamenlijke inzet voorstellen gedaan om alle functies meer zekerheid op vaste banen te geven. Voor docenten en onderzoekers stuitte dat echter op grote weerstand bij de werkgevers. Niettemin hebben we afspraken voor docenten en onderzoekers gemaakt die meer perspectief bieden voor doorstroom naar UD-functies. Zij hebben als interne kandidaten een voorrangspositie bij gelijke geschiktheid. Huidig WP met een vidi krijgen óók een vaste baan.

Het Lokaal Overleg krijgt een belangrijke rol om de noodzaak van de flexibele schil van onder meer docenten en onderzoekers ter discussie te stellen, waarmee de basis kan worden gelegd om dit te beperken. Een voorbeeld kan het terugdringen van tijdelijke dienstverbanden zijn in deeltijd.

Tot 1 juli 2023 geldt de huidige termijn van 13 maanden. Daarna geldt de termijn van 10 of 11 maanden.

Oudere werknemers met een dienstverband van 15 jaar en die 5 jaar of korter voor de AOW-leeftijd zitten, krijgen vanaf 1 juli 2023 een ontslagbeschermingstermijn van 12 maanden. Voor de andere werknemers gaat de verdere verkorting van de termijn pas per 1 januari 2025 gelden.

Daar staat tegenover dat tijdens de ontslagbeschermingstermijn werknemers volledig vrijgesteld zijn om ander werk te kunnen vinden. Ook krijgen werknemers een marktconform budget voor professionele hulp voor het vinden van ander werk en blijft de mobiliteitspremie uit de cao gelden.

Alleen universitair docenten, universitair hoofddocenten en hoogleraren die al een tijdelijk dienstverband hebben vallen onder de regeling. Wel moet aan al de daarin genoemde voorwaarden worden voldaan. Belangrijk is dat wanneer je structureel werk verricht in de functies, je niet onder de knelpuntenregeling valt.

Het Lokaal Overleg, waar de bonden inzitten, maakt afspraken over de indeling van werktijd en het bewaken van privétijd. Verder dienen met het Lokaal Overleg afspraken te worden gemaakt over een reële taakopdracht in relatie tot de omvang van het dienstverband waarbij de normen daarvoor transparant, redelijk en realistisch dienen te zijn. De medezeggenschap moet rekening houden met de afspraken van het Lokaal Overleg. Ook individueel levert dat een basis voor het jaargesprek.

Het thuiswerken is geen recht, maar ook geen plicht. Met de werknemer, het team en leidinggevende worden afspraken gemaakt over de mogelijkheden van het thuiswerken. De vergoeding van 2 euro per thuiswerkdag is gelijk aan de vergoeding die het Nibud heeft berekend. Het gaat om een netto vergoeding. Dit geldt ook voor de internetvergoeding.

Universiteiten maken afspraken over de reiskostenvergoeding voor de dagen dat werknemers op de universiteit werken. Het Lokaal Overleg maakt afspraken over het hybride werken.

Jij bepaalt zelf of het gedrag of een handeling van een ander voor jou grensoverschrijdend en/of ongewenst is. De beoordeling of bepaalde gedragingen (verbaal of lichamelijk) voor jou wel of niet toelaatbaar zijn, is subjectief en persoonlijk. Cultuur of maatschappelijke omgangsnomen kunnen hier invloed op hebben. Het kan dus zijn dat iets voor jou niet aanvaardbaar is, maar dit wel is voor anderen. Maak daarom altijd duidelijk waar jouw grenzen liggen.

Worden de door jouw aangegeven grenzen niet in acht genomen, dan kun je naar de ombudsman verbonden aan jouw universiteit (zie onderstaande stroomschema’s.)

Kom je er zelf niet uit en heb je behoefte aan hulp en ondersteuning, neem dan contact op met onze medewerkers van het Informatie en Advies Centrum.

Voor meldingen en klachten, kijk hier wat je kunt doen en waar je moet zijn. Voor Engels, klik hier

Voor meldingen en klachten aan bijzondere universiteiten, klik hier. Voor Engels, klik hier.

In deze cao is afgesproken dat er voortaan een 'Maand van de Vakbond' is. Dit is in september. Als je dan lid wordt van de bond krijg je de helft van de contributie -tot een maximum van 100 euro- terug van je werkgever. Een hele fijne regeling dus. Ben je benieuwd naar meer details over deze regeling en of jij er ook gebruik van kan maken lees dan snel verder op onze speciale actiepagina. 

Let op! De Maand van de Vakbond is iets anders dan de reguliere regeling om vakbondscontributie terug te vragen aan het einde van het jaar. Dit is een fiscaal voordeel. Van deze regeling kun je altijd gebruikmaken als je als werknemer lid wordt van een bond. 

Ja, dit kan. Werknemers kunnen via hun werkgever een fiscaal voordeel ontvangen over het betaalde bedrag voor vakbondscontributie. Dit kun je in de cao terugvinden in artikel 5.4 

Het houdt in dat je via je werkgever ieder jaar een deel -30 tot 50 procent- van je contributie terugkrijgt, een fijn voordeel! Om hiervan te profiteren moet je elk jaar de 'jaaropgave vakbondscontributie' inleveren -meestal begin november- bij je werkgever. De AOb stuurt alle leden deze jaaropgave toe. 

Heb je vragen over deze regeling? Vraag dan na bij je werkgever via de hr-medewerker welke stappen je moet doorlopen. Let op! Deze regeling is een andere dan de 'Maand van de Vakbond'. Bekijk ook onze pagina waarin we deze fiscale regeling verder uitleggen of wat je moet doen als je de jaaropgave niet hebt ontvangen. 

Word lid, samen staan we sterk

Hoe meer leden, hoe sterker wij staan bij de volgende onderhandelingen. En als lid stem je mee over cao-voorstellen.