Algemeen

Slob: transparantie over geld zorgleerlingen moet beter

Onderwijsminister Slob voelt er niets voor om de financiële reserves bij samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs aan banden te leggen. Wel vindt hij dat de verantwoording en transparantie moeten worden verbeterd.

Tekst arno kersten - redactie onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

ministerslob

Beeld: Rijksoverheid

Dat schrijft Slob aan de Tweede Kamer in antwoord op vragen die GroenLinks indiende naar aanleiding van berichtgeving (een en twee) door het Onderwijsblad begin december. In 2016 zagen de 152 samenwerkingsverbanden in het primair en voortgezet onderwijs hun gezamenlijke eigen vermogen met vijftig miljoen euro toenemen naar 206 miljoen euro. De reserves groeiden bij een derde tot driekwart van de organisaties.

Aan uitspraken over deze landelijke cijfers waagt Slob zich niet. Samenwerkingsverbanden verschillen te veel onderling om één bovengrens in te stellen, betoogt hij. Zo acht de minister het logisch dat een organisatie die eigen personeel in dienst heeft meer geld achter de hand houdt.

Risico

‘Van samenwerkingsverbanden verwacht ik dat zij een risico-inschatting maken en op basis daarvan sturen op de aan te houden reserve’, schrijft de minister. ‘Voorop staat dat het geld goed besteed moet worden aan de ondersteuning van leerlingen. Sparen mag geen doel op zich zijn.’

Maar uit de jaarverslagen die het Onderwijsblad bekeek, kwam juist naar voren dat samenwerkingsverbanden meer geld op de bank hebben geparkeerd dan ze nodig achten om risico’s en tegenvallers op te vangen. Swv-directies zeggen overtollige reserves te zullen aanwenden voor ondersteuning aan leerlingen. Tegelijkertijd blijkt uit een recent rapport van de Onderwijsinspectie dat landelijk ook de komende jaren nog overschotten worden begroot, oplopend van vier miljoen euro in 2017 tot 14 miljoen euro in 2019.

Gesprek

Slob wil dat samenwerkingsverbanden aan betrokkenen verantwoording afleggen over de financiële keuzes. ‘Ik vind het belangrijk dat op regionaal niveau de resultaten van het samenwerkingsverband worden verantwoord, zodat daar het gesprek kan plaatsvinden over de noodzakelijke hoogte van de reserve.’

Uit een steekproef bleek onlangs dat slechts de helft van de samenwerkingsverbanden de volledige jaarstukken actief online zet. De transparantie moet beter, vindt ook Slob. Zijn voorganger kondigde eind 2016 al een wetsvoorstel aan waarmee onderwijsinstellingen verplicht worden hun volledige jaarstukken online te zetten. Dat wetsvoorstel zal waarschijnlijk voor de zomer naar de Tweede Kamer gaan, en begin 2019 ingevoerd worden. Die regels gelden dan ook voor samenwerkingsverbanden.

Om meer eenduidigheid te brengen in de financiële verantwoording, zijn ook de richtlijnen aangepast. Bij samenwerkingsverbanden bestond veel onvrede over de voorschriften, omdat die afgekeken waren van schoolbesturen en niet goed zouden aansluiten bij hun organisaties.