Algemeen

Slagingspercentages hoger op havo en vwo

De slagingspercentages op de havo en het vwo liggen dit jaar hoger dan in voorgaande jaren. Dat geeft ruim 40 procent van de docenten op deze schoolsoorten aan in een recente AOb-enquête. Op het vmbo waren de slagingspercentages meer vergelijkbaar met eerdere jaren.

Tekst karen hagen - redactie onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

exameneind

Beeld: Pixabay

“Hoe hoger het onderwijsniveau is, hoe hoger de slagingspercentages zijn ten opzichte van voorgaande jaren”, zegt AOb-beleidsmedewerker Marieke Jansma over de resultaten in de enquête*Download de enquête via deze link. die de AOb vorige week naar leden in het voortgezet onderwijs stuurde. De vraag over de slagingspercentages is door bijna 2200 leden beantwoord.

Hoe hoger het onderwijsniveau is, hoe beter de slagingspercentages zijn ten opzichte van voorgaande jaren

Hogere percentages

Van de havo-docenten (ruim 1500) geeft 44 procent aan dat er dit jaar procentueel bij meer leerlingen de examenvlag uitging, dan in eerdere jaren. Iets meer dan een kwart antwoordt dat het slagingspercentage ‘aanzienlijk hoger’ lag. Bijna 30 procent noemt het aandeel geslaagden vergelijkbaar.

Binnen het vwo laten de resultaten eenzelfde beeld zien als op de havo: 43 procent van de geënquêteerde docenten (1587) geeft aan dat de slagingspercentages hoger liggen. Een op de vijf noemt het ‘aanzienlijk hoger’ en ruim een derde vindt de slagingspercentages vergelijkbaar met eerdere jaren.

Vergelijkbaar

Op het vmbo is het aandeel geslaagden over het algemeen meer vergelijkbaar met eerdere jaren. Vooral bij de vmbo-basis (69 procent) en vmbo-kader (64 procent) opleidingen is dit het geval. Bij de vmbo-opleidingen gemengde leerweg en theoretische leerweg liggen de examenpercentages wel hoger dan bij de twee andere vmbo-niveaus. Zo geeft eenderde van de geënquêteerden uit vmbo-gl aan dat er meer leerlingen zijn geslaagd, bij vmbo-tl gaat het om 41 procent.

In de cijfers geeft bijna niemand aan dat de slagingspercentages lager liggen.
Afgelopen maart maakte onderwijsminister Arie Slob bekend dat hij dit jaar de centrale eindexamens schrapt vanwege de coronacrisis. De schoolexamens, normaal goed voor de helft van het eindcijfer, bepalen dit jaar het hele eindcijfer.

Overgaan

In de enquête vroeg de AOb ook naar de overgangsnormen. Acht op de tien respondenten zegt dat die zijn aangepast vanwege de coronacrisis. Het vaakst kijken leraren dan per leerling of die naar een volgende klas kan of niet (60 procent). De schoolresultaten tot 16 maart zijn een andere graadmeter om te bekijken of een leerling klaar is voor het volgende jaar, 46 procent geeft aan dat het besluit op basis daarvan is genomen, 35 procent heeft de normen versoepeld.

Lees ook: Schrappen centrale eindexamens verstoort eindcijfer nauwelijks
In het Onderwijsblad vertelden drie eindexamen-leerlingen hoe dit examenjaar zonder centrale examens voor hen was.