VO

Leerlingen lopen weg bij scholen voor persoonlijk vo

Terwijl de Onderwijsinspectie achter de schermen zeer kritisch blijft, dienen zich ook nog andere zorgen aan voor de scholen voor persoonlijk voortgezet onderwijs. Vier scholen - in Kapelle, Hurdegarijp, Amsterdam en Utrecht - duiken inmiddels ver onder de opheffingsnorm, blijkt uit cijfers die het Onderwijsblad verzamelde.

Tekst Arno Kersten - Redactie Onderwijsblad - - 10 Minuten om te lezen

svpo_nanne_header

Beeld: Nanne Meulendijks

Op maandag 19 december 2022 krijgt minister Dennis Wiersma een alarmerende notitie op zijn bureau. Het bericht is afkomstig van de Onderwijsinspectie en het gaat over de Scholen voor Persoonlijk Onderwijs (SvPO), oftewel scholen voor Persoonlijk VO (Pvo) zoals ze inmiddels heten. De scholen staan al een poos onder de strengste vorm van overheidstoezicht en de minister laat zich persoonlijk op de hoogte houden. De inspectie windt er geen doekjes om. ‘We maken ons onverminderd zorgen over de onderwijskwaliteit, het zicht daarop en de sturing op verbetering.’

Dit artikel komt uit het Onderwijsblad. Wil je op de hoogte blijven van alles wat er in het onderwijs speelt? Word lid van de AOb en ontvang elke maand het Onderwijsblad.

Check alle voordelen van het lidmaatschap

Zes maanden daarvoor - deze maand precies een jaar geleden - greep Wiersma hard in bij de scholengroep. Acht middelbare scholen (havo/vwo) door heel Nederland met ruim tweeduizend leerlingen, bekend om de kleine klassen. Oprichter en bestuurder Misha van Denderen moest onder grote druk opstappen nadat de Onderwijsinspectie financieel wanbeheer had vastgesteld. Wiersma schoof een vijfkoppig interim-bestuur met veel ervaring naar voren om orde op zaken te stellen. De opdracht viel moeilijk te onderschatten: miljoenen aan onderwijsgeld ‘terughalen’ die volgens de inspectie onrechtmatig in schoolgebouwen zijn gestoken en het onderwijs verbeteren op vier scholen die zeer zwak verklaard zijn. En passant moest er een hele nieuwe ict-infrastructuur – leeromgeving en leerlingvolgsysteem – worden ingericht omdat de oude systemen uiteindelijk in handen bleven van Van Denderen.

Vier scholen zeer zwak:

Utrecht (sinds oktober 2019)
Amsterdam, Hoorn (sinds april 2021)
Kapelle (sinds oktober 2022)

Voor de onderwijskwaliteit en de kwaliteitszorg hebben de vier zeer zwakke scholen hulp van buiten. Elke school kreeg een begeleider vanuit het expertiseprogramma Leren Verbeteren, uitgevoerd door adviesbureau B&T. De minister trok vorig najaar ook de portemonnee: op verzoek van het interim-bestuur kwam hij met 1,2 miljoen euro extra over de brug om noodzakelijke verbeteringen door te kunnen voeren. Wiersma gaf daarbij de boodschap mee dat ook die noodsteun verhaald zou moeten worden op de oprichter.

Opmerkelijk: Van Denderen tekende bezwaar aan tegen deze extra financiering. Het bezwaar is niet ontvankelijk verklaard, zo laat het ministerie weten, maar de SvPO-oprichter is hiertegen in beroep gegaan bij de Amsterdamse rechtbank.

(Het artikel gaat verder onder de illustratie)

Beeld: Nanne Meulendijks

Inkijkje

In relatieve rust is het afgelopen jaar op de scholen gewerkt aan de herstelopdrachten - er kwam tot dusver weinig over naar buiten. De vorderingen worden op de voet gevolgd door de Onderwijsinspectie. Een nieuw oordeel over de zeer zwakke scholen volgt komend najaar – veel eerder dan dat achtte het bestuur niet haalbaar. Tussen de bestuursoverdracht vorige zomer en eind april stelde de inspectie vijf ambtsberichten op over de scholen. Het Onderwijsblad vroeg ze op met een beroep op de Wet open overheid. Ze geven een inkijkje achter de schermen. Wat opvalt, is dat de inspectie steeds erg kritisch klinkt.

Op 2 november vorig jaar meldt het ambtsbericht dat de scholen in Amsterdam en Hoorn voor de tweede keer op rij zeer zwak zijn verklaard, en de school in Utrecht voor de derde keer. ‘Zeer ernstig’, kwalificeert de inspectie. ‘Dat betekent dat leerlingen van deze scholen al te lange tijd tekort worden gedaan. Dat is een situatie die voor deze leerlingen niet langer te accepteren is.’ De inspectie had de nieuwe herstelonderzoeken ook liever vóór de komende zomervakantie afgerond gezien, zo blijkt uit de stukken.

Dat betekent dat leerlingen van deze scholen al te lange tijd tekort worden gedaan. Dat is een situatie die voor deze leerlingen niet langer te accepteren is

Anderhalve maand later, op 19 december, klinkt het zelfs nog zorgelijker. De inspectie spreekt van een ‘diepe crisis’ op de locaties Utrecht en Amsterdam en stelt dat het bestuur nog te weinig heeft ondernomen om het tij te keren. Ze merkt op ‘dat de inspanningen van het interim-bestuur op zowel financieel vlak als dat van onderwijskwaliteit nog onvoldoende positief effect hebben om er vertrouwen in te kunnen hebben dat de kwaliteit op de vier zeer zwakke scholen binnen een jaar weer van voldoende kwaliteit zijn. Daarmee is er een reëel risico dat de leerlingen, waarvan een deel ook kwetsbaar is, de dupe zijn. Er is geen sprake van exceptionele maatregelen door het bestuur terwijl de exceptionele situatie dat in het belang van de leerlingen wel vereist.’ De inspectie oppert voor de Utrechtse en Amsterdamse scholen 'andere scenario's' te overwegen, zoals sluiting.

Om zelf te kunnen kijken, benaderde het Onderwijsblad afgelopen mei de schoolleiders in Amsterdam en Utrecht voor een interview. Zij zien er - na ruggespraak met het bestuur - uiteindelijk toch liever vanaf. Vanwege de drukte in deze periode, geven ze aan. De timing is onhandig, verklaart interim-voorzitter Yolande Ulenaers, die het beeld in de ambtsberichten wil nuanceren. “Het is voor ons klip en klaar wat onze opdracht is. Daar zijn we hard mee bezig en we zien ook absoluut progressie.” Ze zegt dat de inspectie eind november kwam kijken, drie weken nadat de verbeterplannen klaar moesten zijn. “Je kunt niet verwachten dat zo snel al een wereld van verschil te zien zou zijn.” Als de inspectie eind mei - na het afronden van dit artikel - opnieuw is langs geweest, geeft dat een veel betere indruk, stelt ze.

We moesten zoveel tegelijk aanpakken, op heel veel fronten. Er was veel meer aan de hand dan we vooraf hadden kunnen vermoeden

“Inmiddels is er een heleboel verbeterd”, vult toezichthouder Hein van Asseldonk aan, die ook is aangeschoven bij de Teams-afspraak. “We moesten zoveel tegelijk aanpakken, op heel veel fronten. Er was veel meer aan de hand dan we vooraf hadden kunnen vermoeden. We vielen van de ene verbazing in de andere.”

(Het artikel gaat verder onder de illustratie)

Beeld: Nanne Meulendijks

Spoedonderzoeken

Eind vorig jaar kwam daar nog iets bij. Inspecteurs ontvingen in november signalen dat de cijferadministratie, waaruit moet blijken of leerlingen alle onderdelen uit het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) hebben afgerond, niet op orde zou zijn. Die gegevens moesten na de bestuurswisseling overgezet worden uit een ander ict-systeem, dat van SvPO-oprichter Van Denderen. Een precaire en tijdrovende operatie.

Inspecteurs zaten er bovenop en gelastten half december een spoedonderzoek. ‘Het bestuur en de scholen kunnen niet van alle leerlingen vaststellen of er hiaten zijn, waardoor deze leerlingen in onzekerheid verkeren en het risico lopen niet deel te mogen nemen aan het centraal eindexamen’, zo krijgt Wiersma in het ambtsbericht te lezen.

Na de kerstvakantie was de migratie van het oude naar het nieuwe systeem afgerond, zo reageert het bestuur. “Natuurlijk vinden we net als iedereen dat dit in het belang van de leerlingen zorgvuldig, correct en volgens de regels moest worden opgelost. We hadden bij de inspectie al aangegeven dat we na de kerstvakantie de zaken op orde zouden hebben en dat is ook gelukt. Om haar moverende redenen wilde de inspectie daar niet op wachten met haar onderzoek”, reageert Ulenaers.

Die manier van doen, daar heb ik bij de inspectie mijn ongenoegen over kenbaar gemaakt. Ze ontvangen een signaal en dan vliegen ze met loeiende sirenes uit

“Daar wil ik nog wel aan toevoegen dat de wijze waarop dat ging buitengewoon, ik zou bijna zeggen, intimiderend was”, vult Van Asseldonk aan. “We kregen op vrijdagmiddag om vier uur een telefoontje dat ze maandagmorgen om acht uur op de school zouden zijn. Ja, dat vind ik bijna onbehoorlijk. Die manier van doen, daar heb ik bij de inspectie mijn ongenoegen over kenbaar gemaakt. Ze ontvangen een signaal en dan vliegen ze met loeiende sirenes uit. Dat hebben we op een paar onderwerpen meegemaakt en eigenlijk loopt het iedere keer met een sisser af.”

(Het artikel gaat verder onder de illustratie)

Beeld: Nanne Meulendijks

Aderlating

Intussen dienen zich andere zorgen aan. Het gaat niet goed met de leerlingaantallen, blijkt uit cijfers die het Onderwijsblad op een rij heeft gezet. Het eerste jaar biedt plaats voor tachtig leerlingen per school - vijf klassen van 16 leerlingen. Maar dat aantal is in het huidige schooljaar bij lange na niet gehaald. De instroom laat een dramatische duikvlucht zien. In oktober 2019 telden de acht scholen samen 607 leerlingen in het eerste jaar. In het huidige schooljaar (2022/2023) zijn dat er nog maar 341. Op de oudste locaties Kapelle en Hurdegarijp is het totale leerlingaantal hard achteruit gehold. Het betekent een flinke financiële aderlating.

Vier scholen onder de opheffingsnorm:

Kapelle, Hurdegarijp (sinds schooljaar 2021/2022)
Amsterdam, Utrecht (sinds schooljaar 2022/2023)

En dat niet alleen. Vier van de vijf ‘volgroeide’ scholen (die alle zes de jaarlagen hebben) zitten nu ruim onder de opheffingsnorm, blijkt bij navraag aan uitvoeringsorganisatie DUO. Als dat drie jaar op rij gebeurt, dan moet de school het jaar erop de deuren sluiten, tenzij er een beroep kan worden gedaan op een uitzonderingssituatie. DUO heeft de scholen daarom aangeschreven met een waarschuwing. Voor de net volgroeide locaties in Amsterdam en Utrecht is het dit schooljaar de eerste keer. De oudste twee scholen, die in Kapelle en Hurdegarijp, zitten nu al twee jaar op rij in de gevarenzone. Al zou de instroom vanaf volgend schooljaar aantrekken, dan nog is de norm - realistisch gezien - praktisch onhaalbaar.

Aantal leerlingen in het eerste jaar

Graphic hieronder: de oudste twee scholen krimpen en bij de jongere scholen (gestart in 2017 en 2019) stokt de groei of slaat de groei om in krimp. Alleen de scholen in Geldermalsen en in Deventer doen het beter. Voor de duidelijkheid: een nieuwe havo/vwo-school begint met één (het eerste) leerjaar, en elk volgend jaar komt er een jaarlaag bij. In het zesde jaar na de start worden dus alle vijf havo- en alle zes vwo-jaren aangeboden. De opheffingsnorm geldt alleen voor 'volgroeide' scholen. Op dit moment zijn dat Kapelle, Hurdegarijp, Geldermalsen, Amsterdam en Utrecht. Die norm ligt volgens DUO voor deze scholen op 357,5.

Aantal leerlingen per school 2017-2022

(Tussen haakjes het jaar waarin de school met het eerste jaar is gestart)

Interim-voorzitter Ulenaers onderkent de cijfers. Over de opheffingsnorm is het bestuur "in gesprek" met het ministerie. “We hebben zoals we allemaal weten een paar buitengewoon ongunstige jaren gehad, publicitair gezien. Met zoveel onrust en negatieve beeldvorming kun je geen goede werving voeren, dat moge duidelijk zijn.”

Toch weigert het bestuur de handdoek in de ring te gooien. De kleine klassen zijn het waard om voor te strijden, vindt Ulenaers. “Vanaf dag één hoor ik van ouders, leraren en leerlingen hoe waardevol zij dit concept vinden. Kleinschaligheid, een school waar iedereen elkaar kent. Daarmee hebben we iets unieks in handen. Dat sterkt ons om door te gaan. Ik zie dat het elan weer terug komt, een kentering waar alle professionals op de scholen heel hard voor werken. Als we dat doorzetten, hebben we hopelijk volgend jaar een veel betere uitgangspositie. En dan kunnen we ook weer met een sterk verhaal de boer op.”

Reacties
‘Nog steeds veel werk te doen’

De ambtsberichten die in dit artikel worden genoemd, zijn op 20 april openbaar gemaakt na een beroep op de Wet open overheid. Op 28 april heeft de Onderwijsinspectie een nieuw ambtsbericht verstuurd, dat buiten dit Woo-verzoek viel. Over de inhoud daarvan doet de inspectie geen mededelingen. ‘Er is nog steeds veel werk te doen bij de scholen en het bestuur. We houden dat nauwlettend in de gaten. In het najaar worden herstelonderzoeken bij de scholen gedaan en die zullen moeten uitwijzen of de inspanningen van het bestuur positieve invloed hebben op de onderwijskwaliteit’, zo laat een inspectie-woordvoerder in een korte reactie weten. Het ministerie van Onderwijs bevestigt dat de opheffingsnorm in gesprekken met het interim-bestuur aan bod is gekomen. Meer dan dat valt er nog niet over te zeggen, aldus een woordvoerder van OCW.

In een reactie per e-mail licht de voormalige SvPO-voorzitter Misha van Denderen toe waarom hij protest heeft aangetekend tegen het extra 'beroep op gemeenschapsgeld' door het interim-bestuur van 1,2 miljoen euro. Hij bestrijdt dat er miljoenen aan de scholen zijn onttrokken via vastgoed-investeringen, zoals de inspectie heeft geconcludeerd. Volgens hem hebben de scholen een gezonde financiële uitgangspositie om 'met gemak financiering te krijgen als er extra geld nodig zou zijn.'

Lees ook: Justitie legt miljoenenbeslag bij stichtingen SvPO-oprichters