WO&O

Universiteit Utrecht mocht tijdelijk contract beëindigen

De Universiteit Utrecht mocht het tijdelijke contract van docent Sociale Wetenschappen Marijn Scholte beëindigen. De kantonrechter vindt niet dat de universiteit ‘ernstig verwijtbaar’ heeft gehandeld.

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 3 Minuten om te lezen

rechtbank utrecht

Beeld:\x3ca href=\"https://www.rechtspraak.nl/SiteCollectionImages/RBMNE-utrecht_highRes.png?RenditionID=13\" target=\"_blank\" rel=\"noopener\"\x3e Beeldbank Rechtspraak.nl\x3c/a\x3e

Dat blijkt uit een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland die vanmiddag is gepubliceerd. Scholte, die in totaal vier jaar in dienst was bij de universiteit, reageert teleurgesteld en geschokt: “Ik hoopte dat mijn gevoel voor onrechtvaardigheid bevestigd zou worden door de rechter. Na de zitting was ik overwegend positief.”

Scholte vindt het zuur voor andere docenten die in hetzelfde schuitje zitten als hij en ook in tijdelijke dienst zijn. “Daar voelde ik wel een verantwoordelijkheid voor. Dit was toch een soort proefproces. Ik ben bang dat universiteiten deze uitspraak aangrijpen om hun hakken in het zand te zetten.”

Ik hoopte dat mijn gevoel voor onrechtvaardigheid bevestigd zou worden door de rechter

Krom

Afgelopen juli spande Scholte een zaak aan tegen de Universiteit Utrecht. Hij werkte daar aan de faculteit Sociale Wetenschappen en kreeg te horen dat zijn tijdelijke dienstverband vanaf 1 maart 2022 zou stoppen. Hij werkte toen al vier jaar bij de universiteit en is van mening dat het ging om structureel werk. “Dat moet beloond worden met een vast contract”, zegt hij. “Ik ben wel nodig om academisch onderwijs te geven aan zo’n tachtig studenten, maar het is niet genoeg voor een vast contract. Dat is een kromme redenatie. Bovendien is mijn werk door twee anderen overgenomen.”

Ik ben wel nodig om academisch onderwijs te geven aan zo’n tachtig studenten, maar het is niet genoeg voor een vast contract

Procedureel

De rechter keek in de beoordeling vooral naar de procedurele kant van het verhaal en stelt dat Scholte op de hoogte was van de tijdelijkheid van zijn aanstelling. Hij kreeg namelijk eerst een contract voor de duur van één jaar: van 1 maart 2018 tot 1 maart 2019. De universiteit meldde op 16 oktober 2018 dat zijn contract met drie jaar verlengd zou worden tot 1 maart 2022. De docent had, als hij het daar niet mee eens was, dus al in 2018 een klacht moeten indienen.

De rechter vindt dat de universiteit niet ‘ernstig verwijtbaar heeft gehandeld’. Er is nooit geheimzinnig gedaan dat het om een tijdelijk contract ging en ze hebben de docent op tijd laten weten dat zijn contract afliep. ‘Dat de universiteit in de tussentijd toezeggingen heeft gedaan of de verwachting heeft gewekt dat het dienstverband na 1 maart 2022 zou worden voortgezet is niet gesteld en niet gebleken. De docent was vanaf de aanvang van de verlenging van zijn dienstverband voor bepaalde tijd bekend dat zijn contract per 1 maart 2022 zou eindigen’, aldus de kantonrechter. Doordat Scholte niet eerder bezwaar maakte, kreeg zijn tijdelijke contract ‘een formele rechtskracht’, zoals dit juridisch gezegd wordt. Het betekent dat het volgens de wettelijke voorschriften is gegaan.

Rechter: 'Dat de universiteit toezeggingen heeft gedaan of de verwachting heeft gewekt dat het dienstverband zou worden voortgezet is niet gesteld en niet gebleken'

Structureel werk

“Jammer”, reageert AOb-bestuurder Douwe van der Zweep. Hij meldt dat de bond nog steeds vindt dat structureel werk gedaan moet worden met vaste banen. “Het gaat ons om dit principe, helaas zegt de rechter hier niks over.”
Eerder zei AOb-sectorbestuurder Donald Pechler dit ook al. Hij hekelde de permanente vraag naar tijdelijk personeel. ‘Universiteiten halen onderwijstaken weg bij universitair docenten en nemen dan tijdelijke docenten aan voor alleen het onderwijs. Die docenten zijn dan kennelijk wel goed genoeg dat academisch onderwijs voor vier jaar te geven.’

Bezinnen

Scholte bekijkt samen met zijn advocaat of hij in hoger beroep gaat. “Ik ga mij er nu op bezinnen of dat ergens toe zal leiden”, zegt hij. Verder denkt hij na of hij nog in het universitaire onderwijs blijft werken. “Ik wil niet wéér een tijdelijk contract en onzekerheid. Ik probeer aan mijn WW-verplichtingen te voldoen, maar solliciteren is lastig, want werkgevers zien je aankomen nu je een rechtszaak hebt aangespannen.”

Aanstaande maandag houdt de AOb de 'Ware opening van het academisch jaar' in Den Haag vanaf 11.00 uur. Marijn Scholte wordt daar geïnterviewd over deze rechtszaak. Aanmelden kan nog!