PO
VO

Scholen krijgen twee jaar langer voor wegwerken corona-achterstanden

Scholen krijgen twee jaar langer de tijd om het geld uit het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) te besteden om corona-achterstanden weg te werken. Ook gaat een groter deel van het geld naar scholen waar leerlingen een hoger risico hebben op achterstanden. De minister verhoogt daarnaast het beschikbare bedrag voor leerlingen in het voortgezet onderwijs.

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 3 Minuten om te lezen

50900985696_c2b1e66370_o

Beeld: Typetank

Dat laat onderwijsminister Dennis Wiersma (VVD) vandaag weten met een brief aan de Kamer. Begin februari werd al duidelijk dat hij ‘positief’ staat tegenover een verlenging, zo meldde hij toen tijdens het Vragenuurtje. Nu zijn de details duidelijk.

‘In mijn nog korte tijd als minister heb ik al met eigen ogen kunnen zien dat de coronacrisis bij veel scholen nog steeds of wéér opnieuw op allerlei terreinen voor extra uitdagingen zorgt, ook bij de uitvoering van het NPO', schrijft Wiersma.

In mijn nog korte tijd als minister heb ik al kunnen zien dat de coronacrisis steeds of wéér opnieuw op allerlei terreinen voor extra uitdagingen zorgt

Verlenging

Scholen krijgen daarom de mogelijkheid om het geld dat zij volgend schooljaar ontvangen ook te besteden in de twee schooljaren erna: 2023/2024 en 2024/2025. Eerder was het de bedoeling dat scholen het NPO-geld uiterlijk in juli 2023 zouden inzetten. Met het geld kunnen ze een interventie kiezen, vastgesteld door het ministerie, om leerachterstanden weg te werken. Hoewel de minister de looptijd van het programma verlengt, roept hij scholen alsnog op om haast te maken met de plannen, omdat dit voor leerlingen van belang is.

Verdeling

De tussentijdse evaluaties geven de minister beter zicht op waar het geld het hardst nodig is. Daarom doet hij nu een aantal aanpassingen bij de verdeling van budget. Het voortgezet onderwijs profiteert hiervan, in deze sector stijgt het basisbedrag per leerling naar 820 euro. Nu is het zo dat het bedrag in het primair onderwijs gelijk is aan het voortgezet onderwijs. Dat is volgens de minister onjuist, want de middelbare scholen zijn veel langer dicht geweest vanwege de pandemie en dus zijn de leerachterstanden er groter. Het primair onderwijs behoudt een eerder toegezegd basisbedrag van minimaal 500 euro per leerling.

Scholen voor speciaal basisonderwijs (sbao), voortgezet speciaal onderwijs (vso), praktijkonderwijs (pro) en de bovenbouw van het voorbereidend beroepsonderwijs (vbo) zien in schooljaar 2022/2023 een hoger basisbedrag per leerling tegemoet. Wiersma: ‘Sbao, pro en de bovenbouw vbo ontvangen 1,5 keer het basisbedrag per leerling. Het v(so) ontvangt twee keer het basisbedrag per leerling.’

Groter budget

Scholen waar veel leerlingen zitten die een risico hebben op onderwijsachterstanden, zullen in het vervolg een groter deel van het budget krijgen. Wiersma laat weten dat hij 22 procent van het totaal aan middelen op deze scholen wil hebben. In het huidige schooljaar ging het nog om een percentage van 12. De bijdrage wordt hoger als het achterstandsrisico groter is.

Voor de zomer moeten scholen hun schoolscan updaten en dan moet helder zijn welke interventies ze treffen om de achterstanden weg te werken. De mr's moeten dan ingestemd hebben.

Structureel

De AOb heeft van het begin af aan gepleit voor structurele investeringen om de crises in het onderwijs aan te pakken. Het lerarentekort, de werkdruk, de kansenongelijkheid en dalende prestaties. De bond stond niet alleen, de Onderwijsraad raadde ook aan om het te koppelen aan structurele investeringen. AOb-voorzitter Tamar van Gelder zei toen: ‘Het NPO is een eenmalige miljardeninvestering, terwijl onze oproep om de structurele problemen aan te pakken al sinds 2017 klinkt. En voor structurele problemen is structureel geld nodig.’

Meer weten over het NP Onderwijs? Ga naar onze speciale pagina, daar vind je handige handreikingen