Algemeen

Minister: ‘Stagediscriminatie mbo onaanvaardbaar’

Mbo’ers met een niet-westerse achtergrond moeten veel meer doen om een stage te vinden dan hun autochtone medestudenten. Ze moeten meer sollicitatiebrieven versturen en langer zoeken naar een stageplek. ‘Onaanvaardbaar’, vindt onderwijsminister Ingrid van Engelshoven (D66), en onbegrijpelijk gezien de tekorten op de arbeidsmarkt.

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

van-engelshoven-mboschool-aob

Beeld: Rijksoverheid

Nieuwe cijfers van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), onderdeel van de Universiteit Maastricht, laten zien dat stagediscriminatie nog steeds voorkomt, zowel bij de bbl-opleidingen (beroeps begeleidende leerweg, studenten zijn in dienst bij een erkend leerbedrijf) en de bol-opleidingen (beroeps opleidende leerweg).

18 procent van de bbl-studenten met een niet-westerse achtergrond moest vier of meer keer solliciteren om een plek te bemachtigen. Voor autochtone mbo’ers ligt dat percentage met 7 procent een stuk lager. Een zelfde tendens is volgens het ROA te zien in de bol-opleidingen. 24 procent van de mbo’ers met een niet-westerse achtergrond moest meer dan drie keer solliciteren voor een stageplaats tegenover 13 procent van de autochtone studenten.

Hoofddoek

In één keer een stage vinden lukt 68 procent van de autochtone mbo-studenten en met 48 procent een stuk minder vaak bij mbo’ers met een migratieachtergrond. In haar brief aan de Tweede Kamer schrijft Van Engelshoven dat onder meer meiden met een hoofdoek de dupe zijn.

De minister vraagt zich af of werkgevers beseffen wat ze aanrichten. ‘Je knakt een droom, je beschadigt bij mensen het gevoel dat er plaats voor ze is in de maatschappij, én je ondermijnt het beeld van een rechtvaardige samenleving. Kloven worden dieper en wijder’, zegt ze in het persbericht bij haar brief.

Je knakt een droom, je beschadigt bij mensen het gevoel dat er plaats voor ze is in de maatschappij, én je ondermijnt het beeld van een rechtvaardige samenleving

De werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB Nederland erkennen dat discriminatie onder werkgevers voorkomt. Wel is discriminatie volgens hen niet de enige oorzaak dat mbo-studenten met een migratieachtergrond minder snel een stageplek vinden. De werkgevers zien namelijk dat deze groep studenten vaker kiest voor een studie met minder goede arbeidsmarktperspectieven, waardoor het aanbod van stages kleiner is en ze dus vaker moeten solliciteren. En ze missen vaker een goed netwerk dat kan helpen bij het vinden van stages.

Maatregelen

Met meerdere projecten wil Van Engelshoven de stagediscriminatie tegengaan. Zo wil ze kijken of korte bedrijfsbezoeken waarbij studenten en bedrijven elkaar leren kennen, kunnen helpen. Ook wil ze samen met de werkgevers inzetten op trainingen waarbij onbewuste vooroordelen worden uitgesloten en moet er meer bekendheid komen onder studenten en scholen voor het meldpunt stagediscriminatie. Tussen vorig jaar juli en juni 2018 zijn er 17 meldingen gedaan van discriminatie.