MBO

Arbocatalogus mbo stelt eisen aan veilig en gezond werk

Te hoge werkdruk, slecht klimaat, gevaar in het praktijklokaal, dat hoort niet in het onderwijs. Personeel in het mbo kan sinds kort in de eigen Arbocatalogus eenvoudig en precies opzoeken hoe de werkomstandigheden moeten zijn.

Tekst Miro Lucassen - redactie Onderwijsblad - - 4 Minuten om te lezen

ArbocatalogusWEB

beeld: Nanne Meulendijks

Eerst een misverstand wegnemen, zegt Koen Langenhuysen, arbodeskundige bij Fijn-Werk. “De Arbocatalogus is geen vrijblijvend gidsje waaruit werkgever en werknemer kiezen wat ze leuk vinden. Het gaat hier om bindende voorschriften waar de werkgever aan moet voldoen. Er is ook houvast voor personeel om veilig te werken en anderen niet in gevaar te brengen.”

Het voordeel van de huidige Arbocatalogus mbo: de omvangrijke regels en voorschriften zijn verdeeld over een website met thema’s die direct aansluiten bij de beroepspraktijk: van bedrijfshulpverlening en biologische agentia tot praktijklokalen en werkdruk. “Kijk daar eerst als je de indruk hebt dat iets niet klopt, of kijk er sowieso om te weten te komen of je werkplek voldoet aan de eisen”, adviseert Langenhuysen, die in opdracht van werkgevers- en werknemersorganisaties de teksten van de mbo-catalogus voor zijn rekening nam. “Kijk met gezond verstand, vraag je af wat een buitenstaander zou denken van jouw werkomstandigheden. En kijk ook naar je eigen expertise, is die nog bij de tijd in je vakgebied?”

Bij motorvoertuigentechniek zijn er eisen aan de hefbrug

Daarbij gaat het om alle werkplekken: de bureaus en beeldschermen op de administratie, de theorielokalen, de plekken voor ondersteunend personeel en de praktijklokalen waar de studenten hun vak leren uit te oefenen met echte machines en materialen. Veiligheidsvoorschriften en instructiekaarten zijn daar van wezenlijk belang. “Bij motorvoertuigentechniek zijn er eisen aan de hefbrug, als je gaat solderen bij beeldende vorming moet dat zorgvuldig gebeuren en voor zaag- en schuurmachines wemelt het van de voorschriften hoe je er als werknemer veilig mee om moet gaan, maar ook als student.”

Arbeidscatalogussen zijn er voor alle sectoren in het onderwijs. Ze worden vastgesteld in overleg tussen organisaties van werkgevers en werknemers, en getoetst door de Nederlandse Arbeidsinspectie. Een arbocatalogus is gedetailleerder dan de algemene arbeidswetgeving. In het mbo gebeurt dit bijvoorbeeld bij contactrisico met bloed. In opleidingen voor de zorg en bij de omgang met dieren moet de werkgever niet alleen het personeel beschermende vaccinaties aanbieden, maar ook aan studenten.

Houvast

En als er iets niet klopt? Langenhuysen waagt zich niet aan een arbo-rapportcijfer voor het mbo, maar hij voorziet dat er nog wel wat te verbeteren valt: “Bij twijfel kijk je met de gegevens uit de Arbocatalogus naar je eigen situatie. Dat geeft houvast om er met je leidinggevende over te spreken. Veiligheidskwesties kunnen ook aan de orde komen in de medezeggenschap.”

Maak een plan en begin met het aanpakken van de ernstige risico’s

Acute gevaren moeten snel aangepakt, maar verwacht niet te veel als de risico’s wat kleiner zijn. De werkgever mag maatregelen spreiden over de jaren, zeker als de instelling meerdere gebouwen onder haar hoede heeft die allemaal niet voldoen aan de actuele voorschriften, bijvoorbeeld omdat ze te klein zijn voor de huidige aantallen studenten, of als de klimaatbeheersing nog niet in orde is. Langenhuysen: “Je hebt als personeel iets in handen om druk uit te oefenen, want de omstandigheden voldoen niet aan de normen. Volgens de arbowetgeving moet de school ‘redelijkerwijs’ maatregelen nemen: maak een plan en begin met het aanpakken van de ernstige risico’s.”

Werkdruk is een organisatieprobleem. Dus het is allereerst aan de werkgever om maatregelen te nemen

Veilig en gezond blijven werken draait niet alleen om machines en materialen, blijkt ook uit de Arbocatalogus mbo. Sociale veiligheid en werkdrukbeheersing vallen net zo goed onder de verantwoordelijkheden van de instelling. Langenhuysen: “Ook op die onderwerpen kun je zien wat van werkgever wordt verwacht om risico’s in te dammen, ook wat van buiten de organisatie komt. Agressief gedrag van leerlingen komt voor, maar het kan ook van leveranciers of van derden komen.”

En werkdruk? “Dat is geen individuele kwestie maar een organisatieprobleem. Dus het is allereerst aan de werkgever om maatregelen te nemen.” 

Bespreek de werkdruk

Gaat het een beetje in het mbo? De cijfers geven een gemengd beeld, zegt secretaris Henriëtte Kassies van de Stichting Arbeidsmarktfonds mbo. Enerzijds neemt de tevredenheid over werken in het mbo toe, anderzijds is het verzuim gestegen in 2022. “Dat is over het algemeen geen goed teken, hoewel het verzuim voordien tijdens de coronaperiode juist was gedaald.” Ze noemt de normen voor wat psychosociale arbeidsbelasting heet en de cao-afspraken over beperking van de werkdruk. “Daaruit blijkt dat er vanuit werkgevers en werknemers aandacht voor is. Bij goed beleid zou het verzuim moeten dalen, dus dit moet beter.”
Wat te doen? “Spreek over die werkdruk met collega’s en je leidinggevende. Dat geeft lucht, en vaak kom je samen op richtingen voor een oplossing. Teams waar goed over samenwerking en verbinding wordt gesproken komen verder.”
Lukt dat niet meteen, dan bieden de inspiratiesessies op de website van de Stichting Arbeidsmarktfonds mbo misschien een aanknopingspunt voor het versterken van de teamdialoog. Kijk daarvoor op sommbo.nl -> professionalisering. Ook kunnen personeelsleden vragen over gezond en veilig werk per e-mail. Kassies: “Hou werkdrukproblemen niet voor jezelf, maak het bespreekbaar en hou het bespreekbaar. Dus niet met die ene collega zitten te mopperen, maar kijk in je team wat er wel kan werken. Of het nu stoelmassage is, timemanagement of aandacht voor positieve gezondheid.”
Liggen paradijselijke werkomstandigheden dan binnen handbereik? “Werkgevers denken meestal dat het bij hen heel fijn werken is, vakbonden zijn van mening dat er nogal wat te verbeteren valt. Die nuance in de beleving hou je altijd.”