VO

Akkoord regelt 10 procent loonsverhoging voor voortgezet onderwijs

Al het onderwijspersoneel krijgt met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2023 een loonsverhoging van 10 procent. Ook zullen de onderwijsmedewerkers in november dit jaar een eenmalige uitkering zien op hun loonstrook én wordt de reiskostenvergoeding verhoogd naar 17 cent per kilometer. “Dit is een prima akkoord waarin we mooie financiële afspraken hebben gemaakt”, zegt AOb-bestuurder Jelmer Evers.

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 5 Minuten om te lezen

Geld voortgezet onderwijs

Beeld: Typetank

Sinds vanmiddag ligt er een onderhandelaarsakkoord voor het voortgezet onderwijs. De afspraken over het loon en de reiskosten gelden ook voor alle collega’s in het primair onderwijs. Daarnaast onderhandelde Evers over inhoudelijke punten die alleen voor het voortgezet onderwijs van belang zijn. Het akkoord heeft een looptijd van 1 mei 2023 tot 1 oktober 2024, dit is voor beide sectoren gelijk.

De staking op 5 oktober is van de baan

Evers: “We dreigden met een staking op 5 oktober, dat heeft geholpen, want een loonsverhoging van 10 procent is hartstikke goed. We stonden voor een keuze na de val van het kabinet en de cao’s in de andere onderwijssectoren. Nu het kabinet demissionair is en de verkiezingen en formatie eraan komen, konden we wel een jaar wachten met afspraken, maar dan weet je niet of je het geld voor lonen daarna nog kan besteden of dat het op de plank blijft. Ik weet ook dat die loonsverhoging voor heel veel collega’s extreem belangrijk is. Steeds meer collega’s komen in de knel en we kregen veel vragen naar aanleiding van de cao’s in het mbo, hbo en wo&o. Die ruimte pakken we nu en ik kan dit akkoord positief voorleggen aan mijn achterban.”

Samen bereiken we meer! Sluit je aan bij de AOb

De eerder aangekondigde staking op 5 oktober is van de baan, wel komen er acties richting de verkiezingen om onderwijs hoog op de agenda te krijgen bij politieke partijen. “Die zijn nodig”, zegt Evers, “want we willen nog steeds kleinere klassen en een verlaging van de lesuren.”

We hebben afgesproken dat de collega’s in de laagste salarisschalen de hoogste eenmalige uitkering ontvangen

Heet hangijzer was de afspraak over het loon. Al het onderwijspersoneel krijgt een salarisverhoging van 10 procent. “Dit gaat met terugwerkende kracht in per 1 juli 2023 en zal in oktober op de loonstroken te zien zijn”, legt Evers uit. Ook is er voor november 2023 een eenmalige uitkering afgesproken. Deze uitkering is pensioengevend, naar rato en de hoogte zal afhangen van de salarisschaal waar je in zit. “We hebben afgesproken dat de collega’s in de laagste functieschalen (1 tot en met 5) met 1000 euro bruto de hoogste uitkering ontvangen”, zegt de AOb-bestuurder. Voor medewerkers in de schalen 6 tot en met 9 is het 600 euro en voor iedereen in een hogere schaal gaat het om 350 euro.

Reiskosten

Niet alleen het loon gaat omhoog, ook de reiskosten zijn verhoogd -en daarmee gaat een diep gekoesterde wens in vervulling. De vergoeding per kilometer was 12 cent en is nu verhoogd naar 17 cent. “We hebben echt een mooie stap gezet om alle extra kosten voor reizen tegemoet te komen.”

We hebben echt een mooie stap gezet om alle extra kosten voor reizen tegemoet te komen

Starters en stagiairs

Naast de verhoging van het loon en de reiskosten zijn er andere afspraken gemaakt, onder andere voor starters. “We raken één op de drie starters kwijt in de eerste vijf jaar. Een belangrijke reden is dat ze geen goede begeleiding krijgen. Te veel scholen deden dat echt niet goed. Starters hebben daarom vanaf volgend jaar de eerste drie jaar recht op goede begeleiding. Hier stond nog niets over in de cao”, zegt Evers. Zo moet er een goed begeleidingsplan komen. “Daarin staan afspraken over onder meer begeleiding, intervisie, observatie en werkdrukvermindering door geen mentoraat te doen. Dit zou de norm moeten zijn, maar was het niet. Dit is een heel duidelijke afspraak en een opdracht aan ons allemaal.”

We raken één op de drie starters kwijt in de eerste vijf jaar. Een belangrijke reden is dat ze geen goede begeleiding krijgen

Stagiairs in het onderwijs moeten een fatsoenlijke stagevergoeding krijgen. De AOb eist in alle sectoren een vergoeding van 750 euro bruto bij een voltijdstage. “Bij de overheid kregen stagiairs al een vergoeding, in een sector met tekorten moet de rode loper zijn uitgerold voor nieuwe collega’s. Geen stagevergoeding uitbetalen, is onacceptabel. Een stagevergoeding legt wel een beslag op de begroting van scholen. Daarom moet er een stagefonds komen, net als in de zorg. Dat kan niet zonder Den Haag en daar gaan we nu over in gesprek.”

Ondersteuners en eerlijk meedoen

Er is ook een stap gezet voor onderwijsondersteunende collega’s. Zij krijgen meer mogelijkheden voor goede professionalisering. Als ze bij hun leidinggevenden een plan inleveren met welke scholing ze willen volgen, kunnen ze meer uren -43 uur op jaarbasis- krijgen voor professionalisering. “Het laat de waardering zien voor deze groep collega’s.”

Ondersteuners krijgen meer mogelijkheden voor goede scholing

Voor collega’s met een participatiebaan -zij hebben meer afstand tot de arbeidsmarkt- staan nu eerlijkere afspraken op papier. “Zij krijgen nu ook een eindejaarsuitkering en vakantiegeld. We maken een einde aan de aparte salarisschalen voor deze groep. Goede werkgevers doen dat al. Het is nu onze intentie om dat voor de hele sector mogelijk te maken.”

Bedrijfshulpverlening

Evers sprak met de andere bonden en de werkgevers verder een verhoging af van de vergoeding voor bedrijfshulpverlening. Deze maandelijkse vergoeding stijgt naar 25 euro.

Werkdruk

Alleen over het onderwerp werkdruk lukte het de bonden en de werkgeversorganisatie VO-raad niet om overeenstemming te vinden. “Dat was de afweging die we nu moesten maken. Het enorme koopkrachtverlies nu goedmaken en vol inzetten op de verkiezingen en de formatie. Ons standpunt blijft overeind. We willen het aantal startmomenten van 24 naar 20 brengen en een duidelijke beschrijving van de lestaak.”

De onderhandelingen gaan dus verder over dit punt en volgens de AOb-bestuurder zijn de verkiezingen en de formatie erna van groot belang. “We willen grotere stappen zetten, en kunnen dit niet alleen met de werkgevers regelen. We hebben het ministerie ook nodig. Vandaar dat acties belangrijk blijven richting de verkiezingen. Het is uiteindelijk een politieke keuze. We willen een aantrekkelijk beroep en voldoende leraren.”

Afgesproken is wel dat er een onderzoek komt -samen met het ministerie en de werkgevers- naar de werkdrukmiddelen en hoe deze worden ingezet en of dat naar tevredenheid gebeurt.

Het laatste woord is nu aan de leden

Peiling

“Er ligt nu een akkoord, we hebben er hard aan gewerkt. Het laatste woord is nu aan de leden”, zegt Evers. Alle AOb-leden ontvangen vandaag een mail met daarin een uitnodiging naar de peiling -die loopt tot en met 21 september. Daarna spreekt de sectorraad van de AOb zich uit over het onderhandelaarsakkoord.



Benieuwd naar alle afspraken en details? Download het akkoord

Kijk de uitleg terug!  

De cao-onderhandelaars lichten de akkoorden uitgebreid toe en beantwoorden vragen.