PO
VO
MBO
HBO
WO&O

Scholen in de knel bij uitvoering NPO

De helft van de ondervraagde scholen in het funderend onderwijs denkt in de knel te komen met het uitvoeren van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO). Ze hebben grote moeite om personeel te vinden en zien de tijdelijkheid van het programma als een obstakel.

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 3 Minuten om te lezen

npo-2

Beeld: Typetank

AOb-voorzitter Tamar van Gelder: “Zet het resterende geld om in een structureel bedrag. Daarmee kan de situatie in het onderwijs duurzaam worden verbeterd.” Vanaf het begin vindt de AOb dat een eenmalige injectie van 8,5 miljard euro niet de structurele problemen in het onderwijs oplost. Van Gelder: “Integendeel, we zien dat de problemen op scholen worden vergroot en deels verplaatst omdat er vooral behoefte is aan de inzet van extra personeel. Dat personeel is er niet. Bijles- en uitzendbureaus spinnen hier garen bij.”

Vandaag stuurde demissionair onderwijsminister Arie Slob (CU) een eerste tussenevaluatie over de uitvoering van het NPO aan de Tweede Kamer. Hij benadrukt dat het gaat over de stand van zaken aan het begin van schooljaar 2021/2022 en dat het nog niets zegt over de daadwerkelijke inzet van het geld.

Schouders eronder

Aan de ene kant ziet Slob dat scholen op stoom zijn en dat teams ‘hun schouders eronder zetten en stappen zetten om het perspectief van hun leerlingen te herstellen’, zo schrijft hij. Scholen hebben in kaart gebracht welke achterstanden er precies zijn en daarvoor de toets-uitslagen gebruikt, maar bijvoorbeeld ook observaties van leraren en mentoren.

Eerder deed de Onderwijsinspectie ook al onderzoek naar de gevolgen van de coronamaatregelen bij personeel, leerlingen en studenten. Nu blijkt dat leerlingen in het primair onderwijs tijdens de crisis met rekenen gemiddeld een leervertraging van tien weken hebben opgelopen. In dat vak was de leerschade in het po het grootst. In het voortgezet onderwijs liggen de grootste achterstanden bij leesvaardigheid. In de onderbouw van het vmbo en de havo zijn de vertragingen gemiddeld groter dan in het vwo.

Vanaf het begin vindt de AOb dat een eenmalige injectie van 8,5 miljard euro niet de structurele problemen in het onderwijs oplost

Bij het maken van de schoolplannen zijn de meeste medezeggenschapsraden betrokken. Waar dat niet het geval was, zal het volgens de minister alsnog gebeuren. Driekwart van de scholen uit het funderend onderwijs kiest voor maatregelen om het welbevinden van leerlingen te verbeteren. In het vso gaat het zelfs om 92 procent van de scholen. Veel scholen kiezen voor instructie in kleine groepen, zo meldt Slob. Al moeten ze daar wel extra personeel voor werven. De minister vindt het ‘opvallend’ dat scholen de krapte op de arbeidsmarkt en de tijdelijkheid van het geld ervaren als een knelpunt, maar met het NPO-geld wel willen kiezen voor maatregelen waarvoor extra personeel nodig is.

Ook in het mbo en hoger onderwijs zijn instellingen ‘voortvarend’ bezig. In deze sectoren zijn er concrete plannen om studievertraging en het welzijn van studenten te verbeteren. Over het algemeen ziet de minister dat ook daar de medezeggenschapsraden goed betrokken zijn bij het opstellen van de plannen.

Zorgen

Maar er is een andere kant: de zorgen. Dat het geen structureel geld is, is zo’n knelpunt. Scholen kunnen nieuwe collega’s geen vast contract aanbieden en moeten het geld binnen twee jaar uitgeven, maar kunnen amper personeel vinden. In het funderend onderwijs schrijft de minister dat uit een eerste verkenning blijkt dat scholen extern personeel aantrekken; vooral voor huiswerkbegeleiding, sport- en cultuuronderwijs en voor specifieke taken rondom zorgleerlingen. Hier komt nog een verdiepend onderzoek naar.

Meer tijd

Verder is er de roep om meer tijd, zowel uit het funderend onderwijs als uit het mbo en hoger onderwijs. AOb-voorzitter Van Gelder zegt dat het duidelijk is dat de besteding van 8,5 miljard euro een grote verantwoordelijkheid met zich meebrengt. De AOb pleit er dan ook voor om van het resterende bedrag een structurele investering te maken. “Daarmee verbeter je de situatie in het onderwijs duurzaam en besteed je het geld zorgvuldig.” De bond vindt dat er een structurele investering nodig is van ruim 6 miljard euro.

De AOb pleit ervoor om van het resterende bedrag een structurele investering te maken

Of de minister het geld daadwerkelijk op een andere manier gaat verdelen, laat hij nog in het midden. Daarover stuurt hij in het voorjaar 2022 een brief. Het hele programma blijft de minister monitoren en er volgt een nieuwe evaluatie aan de Tweede Kamer.

Lees ook het artikel: 'Met tijdelijk geld zal het onderwijs niet structureel verbeteren' uit het Onderwijsblad. Bekijk ook onze handige handreikingen op de NPO-pagina.