Algemeen

Personeel basisonderwijs kan zich nu al laten testen

Leraren en ondersteuners in het basisonderwijs met klachten die op COVID-19 kunnen wijzen, kunnen vanaf vandaag al worden getest door de GGD. Ook kunnen hele schoolklassen worden getest als een ‘ongebruikelijk aantal’ leerlingen klachten heeft. Verder worden desinfecterende handgels voor kinderen afgeraden en mogen scholen nieuwe kleuters niet weigeren.

Tekst Webredactie - Rob Voorwinden - - 3 Minuten om te lezen

coronatest

Beeld: Pixabay

Personeelsleden in het basisonderwijs en de kinderopvang die klachten hebben die op COVID-19 kunnen wijzen, kunnen zich vanaf vandaag al laten testen door de GGD. Dat meldt de overheid in een factsheet. Het gaat om personeelsleden die direct contact hebben met kinderen.

Quarantaine

Medewerkers met klachten moeten zich melden bij de bedrijfsarts of, als die er niet is, bij de GGD. Een arts beoordeelt dan of iemand wordt doorverwezen naar een testlocatie. Totdat de testuitslag bekend is, moet de betrokkene thuis werken. En wie positief wordt bevonden, moet zeven dagen in quarantaine.

Als een ‘ongebruikelijk aantal’ (drie of meer) kinderen in een groep hoest of verkouden is, moet een school dit melden aan de GGD. Die stelt dan een onderzoek in, waarbij besloten kan worden om de kinderen te testen. Dit gebeurt altijd in overleg met de ouders.

Het gebruik van desinfecterende handgels door kinderen wordt afgeraden. Ook persoonlijke beschermingsmiddelen zijn niet nodig

Inmiddels is ook het protocol voor de heropening van het basisonderwijs op enkele punten aangepast, meldt een corona-update van de Rijksoverheid. ‘De adviezen worden gegeven op basis van de meest actuele wetenschappelijke inzichten. Dat betekent dat de adviezen kunnen wijzigen.’

Volgens de nieuwe richtlijnen wordt het gebruik van desinfecterende handgels door kinderen afgeraden. Verder zijn persoonlijke beschermingsmiddelen niet nodig en is het ook niet nodig om kinderen te temperaturen.

Laptop

Verder trekt de overheid nog eens 3,8 miljoen euro uit om leerlingen te ondersteunen die thuis lessen volgen maar geen laptop of tablet hebben. Dit komt bovenop de 2,5 miljoen euro die minister Arie Slob eind maart beschikbaar stelde, waarmee al bijna zevenduizend leerlingen aan een device zijn geholpen. Met het extra geld kunnen nog eens 11.500 leerlingen in het primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs worden ondersteund. Van schoolbesturen wordt wel een eigen bijdrage van 25 procent gevraagd.

Puzzel

Het basisonderwijs en de buitenschoolse opvang moeten, als dit nog niet gebeurd is, snel sluitende afspraken maken over de aansluiting tussen onderwijs en opvang. ‘Het is voor beide sectoren een grote organisatorische puzzel. Op veel plekken gaat dat gelukkig goed’, stelt de Rijksoverheid, ‘maar sommige scholen en kinderopvangorganisaties hebben de aansluiting nog niet helemaal rond.’

Als een school ervoor kiest om de eindtijd in de middag te vervroegen, is de buitenschoolse opvang niet verplicht om de kinderen eerder op te halen. Bso’s mogen voor die extra uren ook geen rekening sturen aan de ouders en scholen mogen de kinderopvangorganisaties hiervoor niet financieel vergoeden. ‘Als een kinderopvangorganisatie de kinderen niet eerder van school op kan halen, kan de school dit ondervangen door deze kinderen tijdelijk op school te laten blijven. Bijvoorbeeld onder begeleiding van een onderwijsassistent’, stelt de Rijksoverheid.

Kleuters

Tot slot benadrukt de overheid dat ook nieuwe kleuters vanaf 11 mei welkom zijn op school. De ministeries van Onderwijs en van Sociale Zaken krijgen signalen dat sommige scholen de nieuwe kleuters op dit moment niet willen laten instromen. ‘Maar een school mag deze kinderen niet weigeren. Er is door het kabinet besloten dat alle kinderen weer een deel van de tijd naar school gaan. Dat geldt ook voor vierjarigen die nu voor het eerst naar school gaan.’