Algemeen

Pensioenzaken: datum timen? Niet nodig

Ik wil doorwerken tot mijn aow-leeftijd. Ik word 67 in 2026, nét het jaar dat ook het nieuwe pensioenstelsel ingaat. Is het voor mijn inkomen gunstiger om vlak daarvoor te stoppen?

Tekst Lizanne Schippers - redactie Onderwijsblad - - 4 Minuten om te lezen

pensioenstelsel-tt

Het antwoord is simpel: dat maakt niets uit. Iedereen gaat vanaf 1 januari 2026 over naar de nieuwe regeling, of je dan nog werkt of al met pensioen bent.

Alle pensioenrechten worden op die datum omgezet in een pensioenvermogen met een gelijke waarde en voor gepensioneerden vervolgens in een pensioenuitkering. Het pensioen blijft in principe dus gelijk aan het oude pensioen.

Pensioenzaken is een artikel uit het Onderwijsblad van april 2023. Op de hoogte blijven van alles wat speelt in het onderwijs? Word lid van de AOb! En ontvang tien keer per jaar het Onderwijsblad.

CHECK ALLE VOORDELEN VAN HET LIDMAATSCHAP

Voorwaarde is wel dat de dekkingsgraad van het pensioenfonds op het moment van omzetten minimaal 100 procent is. Dat betekent dat het pensioenfonds ABP - waar onderwijspersoneel bij is aangesloten - genoeg geld in kas heeft om de pensioenen nu en in de toekomst te kunnen betalen. Is de dekkingsgraad lager, dan moet het ABP direct beslissen hoe die pijn te verdelen. Gaat iedereen erop achteruit of worden bepaalde groepen uit de wind gehouden? Dat is nu nog niet duidelijk. In zo’n situatie zou de uitkering dus lager kunnen uitvallen. Op dit moment is de dekkingsgraad in elk geval ver boven de 100 procent.

Gunstig

Wel kan het pensioeninkomen meer gaan fluctueren in het nieuwe systeem. Pensioenfondsen hoeven voortaan minder reserves aan te houden en daardoor kan de beleggingswinst sneller worden uitgedeeld. Voor gepensioneerden betekent dat een hoger pensioen. Andersom kunnen verliezen op de beurs ook leiden tot een tijdelijk lager pensioen. Eventuele tegenvallers worden wel gedempt. Zij mogen gespreid worden over meerdere jaren. Daarnaast komt er een solidariteitsreserve, onder meer om kortingen te voorkomen. Gemiddeld genomen ben je volgens de berekeningen gunstiger uit.

Het pensioen blijft in principe gelijk aan het oude pensioen

Maakt het nog verschil of je net met pensioen bent of al langer? Voor het beleggingsbeleid gaat dat naar verwachting geen verschil maken. In de eerste plannen voor de nieuwe wet was dat anders. Het idee was toen dat na pensionering het beleggingsrisico geleidelijk zou worden afgebouwd met het stijgen van de leeftijd. De jonge pensionado zou dan dus andere rendementen behalen dan de oudere en daarmee zou de jaarlijkse verhoging (indexering) van de uitkering kunnen verschillen. Dat is lastig uitleggen. Na de behandeling van de nieuwe pensioenwet in de Tweede Kamer is daarom besloten dat het pensioenfonds zijn gepensioneerde deelnemers ook als één groep mag behandelen, met één beleggingsbeleid en dus ook één indexering. De verwachting is dat de grote pensioenfondsen, in samenspraak met werkgevers en vakbonden, voor deze optie kiezen.

Speciale regelingen

Verandert er dan niets? Ja, toch wel. Enkele speciale regelingen worden afgeschaft als het nieuwe stelsel ingaat, zoals de ‘aanvulling samenvallende diensttijd’ of het ongehuwdenpensioen. Hoe dat wordt gecompenseerd, is nog niet zeker. Waarschijnlijk gaat het ABP een algemene berekening maken. Sommige groepen profiteren daarvan, andere groepen kunnen er wat op achteruitgaan. Maar dat gaat niet om grote bedragen.

Hoe complex de details van het nieuwe pensioensysteem mogen zijn, het antwoord op jouw vraag blijft eenvoudig. Wil je jouw pensionering timen, dan hoef je geen rekening te houden met de ingangsdatum van de nieuwe regeling.

Wat verandert er ook alweer?

Vanaf 1 januari 2026 gaat de nieuwe pensioenregeling bij ABP in: 

  • Voortaan krijg je je pensioenuitkering vanuit je persoonlijke pensioenvermogen
  • Die uitkering gaat sterker meebewegen met het behaalde rendement op de beleggingen
  • Tegenvallers worden gedempt door spreiding en een solidariteitsreserve
  • Van meevallers op de beurs profiteer je meer dan voorheen

Gaat het eigenlijk wel door?

Daar ziet het wel naar uit. De Tweede Kamer heeft eind vorig jaar ingestemd met de nieuwe Wet toekomst pensioenen en naar verwachting zal de oude Eerste Kamer hem behandelen in mei. Weliswaar hebben de Provinciale Statenverkiezingen tot andere politieke verhoudingen geleid, maar de partijen die voor het pensioenakkoord hebben gestemd hebben ook in de nieuwe Eerste Kamer nog een ruime meerderheid.

En dan?

Zodra de rekenregels van De Nederlandsche Bank (DNB) komende zomer bekend zijn, gaat het ABP de gemaakte keuzes doorrekenen. Gaan werkgevers en vakbonden akkoord met het concept van het nieuwe pensioencontract, dan leggen zij dat voor aan de gepensioneerdenverenigingen en daarna aan alle deelnemers. Zegt iedereen ja, dan gaat het transitieplan naar DNB, die er eind 2024 zijn stempel op moet zetten. Het ABP heeft dan nog een jaar voor de administratieve processen.

Lees ook: AOb mikt op nieuw pensioenplan voor de zomer

Verder lezen in dossier: