Algemeen

Onderwijspersoneel bezorgd over volledige scholenopening

Leraren en ondersteuners op basisscholen hebben grote twijfels bij het kabinetsbesluit om de scholen vanaf 8 juni volledig te openen. Een derde steunt het besluit, terwijl 69 procent liever de huidige situatie met halve klassen had doorgezet.

Tekst karen hagen - redactie onderwijsblad - - 5 Minuten om te lezen

49715643178_cf5e11a54a_o-1

Beeld: Nanne Meulendijks

“De besmettingsrisico’s moeten gigantisch goed worden gemonitord en zijn belangrijk om te bepalen of de scholen helemaal open kunnen", zegt AOb-voorzitter Eugenie Stolk. "Onze leden maken zich zorgen over de gezondheidsrisico’s en de haalbaarheid.”

AOb-voorzitter Stolk: 'De besmettingsrisico’s moeten gigantisch goed worden gemonitord en zijn belangrijk om te bepalen of de scholen helemaal open kunnen'

Vorige week stuurde de AOb een vragenlijst*Download de volledige rapportage via deze link. rond die 7989 mensen hebben ingevuld. Zij werken op reguliere basisscholen en in het speciaal (basis)onderwijs. Op 19 mei kondigde premier Mark Rutte aan dat de basisscholen volledig open mogen vanaf 8 juni, mits onderzoeken laten zien dat dit verantwoord is. Op dit moment zijn de basisscholen gedeeltelijk open en werken ze met halve klassen.

De resultaten laten zien dat er zorgen zijn: in het regulier onderwijs vindt 29 procent het besluit van Rutte goed, 69 procent zou liever op de huidige voet doorgaan, met halve klassen. De steun voor het besluit verschilt wel per groep. Zo is er onder schoolleiders meer draagvlak (42 procent) voor een volledige opening dan onder medewerkers die in een risicogroep zitten of een gezinslid hebben die daartoe behoort (18 procent).

Zorgen

Belangrijkste redenen voor de zorgen zijn de richtlijnen van het RIVM, zoals het bewaren van anderhalve meter afstand en de hygiënemaatregelen. Die zijn onvoldoende te handhaven, vindt 59 procent van de geënquêteerden. Veel leraren zien dat de schoonmaak nog niet op orde is en springen daarin zelf bij. Met halve klassen is het afstand houden nog redelijk te doen, maar dat wordt veel moeilijker als leraren weer voor een volledige klas staan en alle ouders weer op school rondlopen.

Volgens 53 procent van de ondervraagden is nog te weinig duidelijk over de besmettingsrisico’s bij kinderen en de helft van het onderwijspersoneel heeft behoefte aan rust. Het werken met halve klassen pakt tot nu toe goed uit.

Omschakelen

“Het kabinetsbesluit betekent dat het onderwijs voor de derde keer heel snel moet omschakelen”, zegt AOb-voorzitter Stolk. “Het begon met het afstandsonderwijs, toen de halve klassen vanaf 11 mei en nu de volledige opening. Onze leden vragen zich af of dit haalbaar is. Zeker ook vanwege het lerarentekort dat er al was. Dat wordt nu een nog groter probleem omdat er leraren uit risicogroepen niet naar school kunnen. Daarnaast vrezen ze voor de gezondheidsrisico’s. Het kabinet moet onderzoeken daarnaar goed monitoren en richting 8 juni echt bekijken of het verantwoord is de scholen volledig te openen.”

AOb-voorzitter Eugenie Stolk: 'Onze leden vragen zich af of dit haalbaar is. Zeker ook vanwege het lerarentekort'

In een open opmerking schrijft een docent dat ze liever niet in een grote groep fysiek aanwezig wil zijn. ‘De angst om besmet te worden is soms groot’, schrijft zij. ‘Als mijn man het krijgt, overleeft hij het niet als ex-kanker en hartpatiënt. Nu kan ik de grote groep omzeilen en zoals ik het nu doe, ben ik niet bang. Ik vind de tijd veel te kort om te kunnen bepalen of het niet gevaarlijk is geweest om te starten op 11 mei. Ik zou niks riskeren tot eind van het schooljaar.’

Een schoolleider schrijft: ‘Ik hoop dat scholen de ruimte krijgen om te beslissen of ze volledig opengaan of tot de zomervakantie door blijven gaan zoals nu. Hele dagen is mooi, als ouders hier geen angst voor hebben en als een school voldoende leerkrachten heeft die niet tot een risico groep behoren waardoor er genoeg klassen bemand kunnen worden.’

Geënquêteerde: 'Hele dagen is mooi, als ouders hier geen angst voor hebben en als een school voldoende leerkrachten heeft waardoor er genoeg klassen bemand kunnen worden'

Twee op de drie onderwijsmedewerkers zegt fysiek op school te hebben gewerkt ondanks de angst besmet te raken. Slechts eenderde geeft aan helemaal geen moeite te hebben om weer fysiek op school te zijn. Vooral mensen met een verhoogd risico zijn bezorgd. Toch is in het reguliere basisonderwijs 76 procent van hen gaan werken. In het speciaal (basis)onderwijs ligt dit percentage op 62. Stolk: “Dit laat zien dat onderwijsmedewerkers altijd voor hun leerlingen gaan, ook al vallen ze zelf of hun huisgenoten in de risicogroep. Dat is moedig.”

Speciaal onderwijs

In het speciaal (basis) onderwijs zijn de scholen volledig open sinds 11 mei. In deze groep geeft zes op de tien onderwijsmedewerkers aan dat ze het besluit steunt om dit zo te houden. Vooral omdat het goed is dat de leerlingen volledig onderwijs krijgen en het ze de kans geeft terug te keren naar het ‘normale ritme’. 34 procent zag liever dat het speciaal onderwijs op dezelfde manier openging als de collega’s in het reguliere onderwijs: met halve klassen en een gedeeltelijke opening.

Eerdere besluit

De AOb heeft onderwijspersoneel ook gevraagd naar hun mening over het eerdere besluit van het kabinet van 21 april. Van de medewerkers in het speciaal onderwijs geeft 40 procent aan, dat ze liever deels open waren gegaan, 45 procent vond de volledige opening een goed idee. In het reguliere basisonderwijs was er voor dit besluit van een gedeeltelijke opening juist meer draagvlak: 72 procent geeft aan dit te steunen.

Verdwenen

Opvallend is verder dat ruim eenderde van de leraren aangeeft dat alle leerlingen op school zijn geweest, terwijl dit antwoord wordt aangevinkt door slechts 14 procent van de niet-leraren, waaronder de schoolleiders. Hoe ouder de leerlingen hoe completer de klassen na de meivakantie, blijkt uit de steekproef: 40 procent van de leraren in groep 8 geeft aan dat alle leerlingen op school zijn geweest. Dit percentage loopt af tot 30 in groep 3 en 24 procent in de groepen 1/2.

Hoe ouder de leerlingen hoe completer de klassen na de meivakantie

Schoolleiders en mensen met een functie in de leerlingzorg schatten het aantal kinderen dat niet op school is gekomen een stuk hoger in dan leraren met een eigen groep. In het speciaal onderwijs geeft 20 procent van de leraren aan dat alle leerlingen op school waren, tegenover 12 procent van de schoolleiders.

De AOb brengt het rapport met alle uitkomsten onder de aandacht van de politiek.

Download de hele rapportage via deze link. Bekijk ook de veelgestelde vragen op onze site.