Algemeen

Minister: Internationale wervingsbureaus universiteiten onwenselijk

Het is ‘niet wenselijk’ dat universiteiten samenwerken met internationale bureaus die studenten voor hen werven. Dat antwoordt minister Van Engelshoven op vragen van de SP, die zijn gesteld naar aanleiding van publicaties in het Onderwijsblad en op de website van de AOb.

Tekst Rob Voorwinden - redactie het onderwijsblad - - Minder dan een minuut om te lezen

wereld

beeld: Pixabay

Britse en Australische wervingsbureaus nestelen zich geruisloos op Nederlandse campussen, berichtte het Onderwijsblad onlangs in het artikel ‘De jacht op de internationale student’. De bureaus rekruteren buitenlandse studenten die niet aan de toelatingseisen voldoen, en daarom eerst een peperduur schakeljaar volgen - bedragen van achttienduizend euro zijn geen uitzondering - dat wordt aangeboden door het bureau zelf.

Dat tast de reputatie van het hoger ondewrijs aan, zeggen betrokkenen op de website van de AOb. 'Ze werven Chinese of Russische studenten voor Nederlandse universiteiten, terwijl het middelbare schooldiploma in die landen van havo-niveau is.' Op het ogenblik werven de schakeljaaraanbieders studenten voor vijf universiteiten en drie hogescholen.

De minister vindt het onwenselijk dat universiteiten wervingsbureaus betalen om internationale studenten naar zich toe te halen, terwijl er aan Nederlandse universiteiten al een hoog percentage aan internationale studenten studeert. ‘Dat is ook moeilijk te rijmen met de internationaliseringsagenda van de VSNU en de VH, waarin gevraagd wordt om meer instrumenten om op de instroom te kunnen sturen’, schrijft de minister in antwoord op vragen van Frank Futselaar van de SP.

Universiteiten hebben de ruimte om hun middelen sober en doelmatig te besteden

Verder zet de minister vraagtekens bij de bedragen die het onderwijs aan de wervingsbureaus betaalt. ‘Universiteiten hebben de ruimte om hun middelen sober en doelmatig te besteden.’ Zij benadrukt dat universiteiten ten allen tijde zelf verantwoordelijk blijven voor de toelating van studenten - ook als deze zijn geworven door een wervingsbureau.

De minister ziet op dit moment nog geen reden om in te grijpen. ‘Ik vind de academische vrijheid en de autonomie van instellingen een groot goed. En zoals ik in mijn visiebrief ‘Internationalisering in evenwicht’ schets, kunnen internationale studenten een waardevolle bijdrage leveren aan het Nederlandse hoger onderwijs - mits dit op een goede manier wordt aangepakt.”