Algemeen

De jacht op de internationale student

Britse en Australische wervingsbureau nestelen zich geruisloos op Nederlandse campussen. Ze beloven de internationale instroom op te voeren. En vragen zo 18 duizend euro voor een schakeljaar.

Tekst Yvonne van de Meent - het onderwijsblad - - 8 Minuten om te lezen

internationale-studenten-man-met-vis_xfm

Beeld: YF\x26M

De faculteit economie en bedrijfskunde van de Universiteit van Amsterdam (UvA) moest in september voor het tweede jaar op rij theater Carré afhuren om alle eerstejaars te kunnen herbergen. De UvA bouwt op de Roeterseilandcampus een nieuwe collegezaal waar duizend studenten in passen, maar die is op z’n vroegst in 2020 klaar. Dus komend studiejaar staan er waarschijnlijk weer Carré-colleges op het programma.

Sinds de faculteit drie jaar geleden met de Engelstalige bachelor business administration begon, groeit de instroom explosief. Dankzij de toestroom uit het buitenland. Voorheen begonnen jaarlijks zo’n 1100 studenten aan een van de economische bachelors. Afgelopen september waren dat er 1766, waaronder 741 internationale studenten.

Een kwart van de instroom bij de universiteiten komt uit het buitenland

Ook landelijk zijn er dit studiejaar weer records gebroken. In september begonnen ruim 36 duizend internationale studenten aan een studie in het Nederlandse hoger onderwijs, blijkt uit cijfers die de Vereniging van Universiteiten en de Vereniging Hogescholen eind januari publiceerden. Een stijging van 12 procent, die vooral te danken is aan de universitaire bacheloropleidingen, waar de internationale instroom met 23 procent groeide. Bij de universitaire masters nam de internationale instroom met 8 procent toe. Daarmee komt een kwart van de instroom bij de universiteiten uit het buitenland.

In het hbo nam de internationale instroom met 4 procent toe en komt 9 procent van de eerstejaars uit het buitenland. Het ziet ernaar uit dat de groei daar verder zal toenemen. Saxion, met vestigingen in Enschede, Deventer en Apeldoorn, kondigde begin dit jaar aan dat de hogeschool meer internationale studenten gaat werven. Door de bevolkingskrimp in Oost-Nederland loopt het aantal Nederlandse studenten de komende jaren met 10 procent terug. Omdat de bekostiging is gekoppeld aan het aantal studenten, daalt ook het budget. ‘Als we niets doen verdwijnen er driehonderd voltijdbanen’, zei collegevoorzitter Anka Mulder in haar nieuwjaarsspeech. Saxion trekt nu al 2700 buitenlandse studenten, 10 procent van de totale populatie. Om verdere internationalisering mogelijk te maken, schakelt de hogeschool gefaseerd over op tweetaligheid.

Wervingsagenten

De collegebankjes stromen niet vanzelf vol zodra een instelling het onderwijs in het Engels aanbiedt. Dat geldt misschien voor gespecialiseerde universiteiten als de TU Delft en Wageningen die over de hele wereld bekend zijn. Zij hoeven weinig aan marketing te doen omdat geïnteresseerde studenten hen toch wel weten te vinden. Maar voor een hogeschool of universiteit die de internationale markt opgaat met een bachelor business administration ligt het anders.

Op de markt heerst het grote geld en universiteiten uit Angelsaksische landen maken er de dienst uit

In Nederland kunnen studenten al kiezen uit veertig Engelstalige business programma’s, in heel Europa zijn het er meer dan vierhonderd. Instellingen moeten dus actief werven en komen op een super competitieve markt terecht waar het grote geld heerst en universiteiten uit Angelsaksische landen de dienst uitmaken. Internationale studenten gaan bij voorkeur naar de Verenigde Staten. Australische en Britse universiteiten, die door bezuinigingen afhankelijk zijn geworden van de internationale instroom, jagen op de internationale studenten die niet in de VS terechtkunnen.

Australische en Britse universiteiten maken bijna allemaal gebruik van lokale wervingsagenten die een honorarium ontvangen voor elke student die ze aanleveren. Maar daarover hullen zij zich meestal in stilzwijgen. Uit een onderzoek dat de Britse denktank The observatory on borderless higher education in 2014 uitvoerde, blijkt dat ongeveer een derde van de 4,5 miljoen internationale studenten via zo’n commerciële recruiter bij een universiteit terechtkomt. Het honorarium dat de wervingsagenten ontvangen bedraagt 10 tot 15 procent het collegegeld, gemiddeld 1500 euro.

Nederland had in 2014 volgens de onderzoekers ‘een minder ontwikkelde agentencultuur’, maar toch is in ons land naar schatting 20 procent van de internationale studenten via een betaalde agent geworven.

Als een Australische universiteit 2000 dollar betaalt en wij 750 euro, heeft de agent natuurlijk wel een prikkel om een student naar Australië te sturen

“Hogescholen werven traditioneel meer met agenten omdat ze niet in internationale rankings staan”, legt Monique Swennenhuis uit. Zij is voorzitter van Dhenim, het netwerk voor internationale marketeers van universiteiten en hogescholen en werkt zelf bij de Hanzehogeschool Groningen. Maar universiteiten werken ook steeds meer met agenten, weet ze. Zeker in landen als China en Indonesië waar studenten én hun ouders bijna altijd advies inwinnen bij een agent voor ze zich aanmelden bij een buitenlandse universiteit. Wervingsbureaus hebben contracten met tientallen en vaak zelfs met meer dan honderd universiteiten, dus kunnen ze elke student die bij hen aanklopt doorverwijzen naar een passende universiteit, stelt Swennenhuis.

Helemaal onafhankelijk is hun advies natuurlijk niet. “Als een Australische universiteit 2000 dollar betaalt en wij 750 euro, heeft de agent natuurlijk wel een prikkel om een student naar Australië te sturen”, geeft ze toe. Maar je moet de rol die commerciële recruiters spelen niet overdrijven, vindt Swennenhuis. “Bij ons komt ongeveer 15 procent van de internationale studenten via een agent binnen. En iedere student moet aan onze kwaliteitseisen voldoen.”

Bij Tilburg University groeit de internationale instroom flink, vooral bij de bacheloropleidingen. 30 tot 40 procent van de internationale studenten komt via commerciële kanalen binnen, stelt Omid Feyli, teamleider marketing & recruitment. Dat zijn niet alleen traditionele agenten. “Wij experimenteren sinds kort met wat ik digi-agenten noem. Dat zijn ondernemers die de lokale studentenmarkt goed kennen. Zij richten een portal in waarin je tegen een starttarief een pagina koopt. Daarna werken ze op no cure, no pay-basis.” Feyli is enthousiast over de digi-agenten omdat ze een veel groter bereik hebben dan agenten met een fysiek kantoor. En door het dataverkeer te analyseren weet je precies wat de online activiteiten opleveren.

Pittig geprijsd

Commerciële recruiters wurmen zich op meer manieren tussen internationale studenten en de instellingen waar ze naartoe willen. Grote, internationaal opererende bedrijven als Oncampus, Study Group, Into, Kaplan en Navitas beloven op hun websites de internationale instroom van hun partners op te voeren. Dat doen ze door de vijver waarin ze vissen te vergroten.
Internationale studenten die niet voldoen aan de toelatingseisen, kunnen in een schakeljaar hun kwalificaties verbeteren waarna ze wel toegelaten worden. Het schakelprogramma wordt verzorgd door het wervingsbureau en wordt bij voorkeur aangeboden op de campus van de partner, zodat een schakelstudent zich al onderdeel van universitaire gemeenschap kan voelen. Bij de werving voor het programma liften de recruiters dan meteen mee op de reputatie van de partner-universiteit.

In het schakeljaar brengen studenten niet alleen hun Engels op het gewenste peil, zoals ook gebeurt bij prep courses die universiteiten vaak zelf aanbieden. Studenten verbeteren ook hun studievaardigheden en brengen hun vakinhoudelijke kennis op het gewenste niveau. Daarvoor betalen ze de hoofdprijs. Een voorbereidend jaar bij Oncampus kost 17.895 euro. Ter vergelijking: een bachelorstudent van buiten de EU betaalt bij de economische faculteit van de UvA 9280 euro per studiejaar.

Toen Study Group, Into en Kaplan twaalf jaar geleden opdoken op de campussen van Engelse universiteiten, bood ECU, de vakbond voor hoger onderwijs, weerwerk. De bond maakte bezwaar tegen de privatisering, de ondermaatse studenten die de wervingsbureaus binnen halen en de verhullende marketingtaal die zij op loslaten op studenten. Maar in Nederland konden deze recruiters in alle stilte aan de slag.

Bijvangst

Het Britse Oncampus, onderdeel van de Cambridge Education Group, werkt al zeven jaar samen met de UvA en is ondergebracht bij de economische faculteit. Oncampus richt zich op internationale studenten van buiten de EU met een vooropleiding die niet goed aansluit bij het Nederlandse hoger onderwijs. Chinese studenten bijvoorbeeld. Die kunnen in Nederland alleen beginnen aan een wo-bachelor als ze na de Chinese high school, in principe van havo-niveau, een jaar aan een Chinese universiteit hebben gestudeerd. Bij Oncampus kunnen de Chinese havisten na het schakeljaar doorstromen naar een economische bachelor of de interdisciplinaire studie politics, psychology, law and economics. Mits ze de vereiste scores op de eindtoetsen halen.

Han van Dissel, decaan van faculteit economie en bedrijfskunde, ziet Oncampus vooral als een extra wervingskanaal waarmee de diversiteit van de instroom vergroot wordt. “Wij krijgen jaarlijks zo’n tweehonderd studenten via Oncampus binnen en die doen het aantoonbaar beter dan andere internationale studenten.” Dat die studenten wel ouders moeten hebben die 18 duizend euro voor een schakeljaar kunnen uittrekken, vindt Van Dissel ‘te betreuren’.

Het einde van de groei van het aantal internationale studenten is nog lang niet in zicht

Concurrent Study Group, ook Brits, opende in 2014 een eigen centrum in Amsterdam en spijkert daar internationale studenten bij die willen doorstromen naar de VU, de Erasmus Universiteit, de Hanzehogeschool of Tilburg University. Of het lukt om internationale instroom bij die partners op te voeren, is de vraag. De Hanzehogeschool krijgt maar vijf tot tien studenten per jaar via het schakeljaar, meldt Monique Swennenhuis. In Tilburg gaat het om acht à tien studenten per jaar. “Het is bijvangst voor ons”, aldus Omid Feyli. “Maar het zijn wel goede studenten die vaker de norm voor het bindend studieadvies halen dan andere internationale studenten.”

Maar Rijksuniversiteit Groningen heeft het contract met Study Group niet verlengd toen het vorig jaar afliep. Omdat de kwaliteit van de studenten lager was dan verwacht, meldt een woordvoerder van de universiteit. Ook de Universiteit Twente en de Haagse Hogeschool zijn afgehaakt. Zij gaan in zee met Navitas dat vanaf september een voorbereidend jaar aanbiedt op de campussen in Den Haag en Twente. Die Australische gigant heeft een beurswaarde van 1,25 miljard euro en verwacht dat het aantal internationale studenten de komende jaren groeit van 4,5 naar 7 miljoen. Navitas rekent er kennelijk op dat die studenten vaker Nederland als studieland kiezen. Het einde van de groei van het aantal internationale studenten is dus nog lang niet in zicht.