Algemeen

Minister blijft inzetten onbevoegden toch zien als ‘onderwijstijd’

Minister Arie Slob blijft het inzetten van onbevoegden zien als ‘onderwijstijd’, ondanks dat de Tweede Kamer hier unaniem op tegen is. Dat blijkt uit een schriftelijk antwoord van de minister op vragen uit de Tweede Kamer. Lisa Westerveld, Kamerlid voor GroenLinks, gaat nadere uitleg vragen aan de minister.

Tekst Webredactie - Rob Voorwinden - - 2 Minuten om te lezen

westerveld_int

Beeld: livestream Tweede Kamer

Minister Slob presenteerde afgelopen zomer een ‘noodplan’ tegen de lerarentekorten. Volgens dat plan mogen onbevoegden ongeveer één dag per week voor de klas staan op basisscholen in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Almere. “De inzet blijft dat leerlingen vijf dagen onderwijs krijgen van bevoegde docenten”, verklaarde Slob, “maar we komen soms in situaties terecht waarin dat niet mogelijk is. Het lerarentekort is een grote strijd.”

Slob wilde de uren die onbevoegden voor de groep staan echter meetellen als ‘onderwijstijd’ en dat was tegen het zere been van de AOb. Want het meetellen van uren die door onbevoegden worden gegeven, verdoezelt het lerarentekort. Lisa Westerveld van GroenLinks diende een motie in om te voorkomen dat de onbevoegd gegeven uren als onderwijstijd zouden tellen. Deze motie werd unaniem aangenomen.

Als de héle kamer iets wil, moet je dat uitvoeren, zou ik zeggen

Nu, vier maanden later, wil de Kamer weten hoe het staat met de uitvoering van de motie. Waarop de minister schriftelijk – in een cryptische alinea – antwoordt dat ‘Deze beleidsregel de ruimte biedt om, onder voorwaarden, maximaal 22 uur per maand binnen de onderwijstijd het onderwijs te laten verzorgen door een andere professional’. Maar geen zorg: ‘Een onderzoeksbureau monitort nauwgezet hoeveel en op welke wijze scholen gebruik maken van deze ruimte en welke impact dit heeft op de onderwijskwaliteit, kansengelijkheid, continuïteit van het onderwijs, organisatie van het onderwijs, de personeelstekorten en de werkdruk.’

Unaniem

“Ik moest drie keer lezen voordat ik helemaal begreep wat er stond”, zegt Westerveld. “Maar uiteindelijk lijkt de minister gewoon niet van plan te zijn om de motie uit te voeren. Dat vind ik nogal wat: het is geen motie die met een kleine of grote meerderheid in de Kamer is aangenomen: de steun is unaniem. Je moet als minister echt van goeden huize komen om dat naast je neer te leggen. Als de héle kamer iets wil, moet je dat uitvoeren, zou ik zeggen.” Westerveld gaat in een volgend debat uitleg vragen aan de minister.

Lees ook 'Tweede Kamer: onbevoegd voor klas geldt niet als onderwijstijd'