Algemeen

Inspectie luidt opnieuw noodklok over basisvaardigheden

De neerwaartse trend in de beheersing van basisvaardigheden, zoals taal en rekenen maar ook burgerschap, moet snel worden gekeerd. Dat is ook mogelijk.

Tekst Michiel van Nieuwstadt - Redactie Onderwijsblad - - 3 Minuten om te lezen

basisvaardighedenweb

Beeld: Pixabay

Met die boodschap bevestigt de Onderwijsinspectie in de vanmiddag gepubliceerde Staat van het onderwijs grotendeels haar bezorgde oproep van het afgelopen jaar. “De geschiedenis herhaalt zich alsmaar”, reageert AOb-voorzitter Tamar van Gelder. “Dit rapport is een herhaling van vorig jaar. Corona en het lerarentekort zorgen ervoor dat de kwaliteit weer in zijn volle breedte naar beneden is gegaan. Dat is een buitengewoon ernstige zaak. Ons onderwijs was jarenlang koploper in de wereld, maar langzaam maar zeker zakt het af. Het onderwijs heeft jarenlang niet de prioriteit gekregen die het verdient.”

Corona en het lerarentekort zorgen dat de kwaliteit in zijn volle breedte naar beneden is gegaan

Grondig

Volgens de inspectie is het doel om het onderwijs in de basisvaardigheden grondig aan te pakken in het afgelopen jaar, mede als gevolg van de pandemie, nog niet van de grond gekomen. Dat is problematisch want het achterblijven van de basisvaardigheden schaadt het vermogen van jongeren om volwaardig mee te doen in de maatschappij.

Er is geen actueel landelijk zicht op wat leerlingen aan het einde van de basisschool kunnen

Opmerkelijk is dat de inspectie, ondanks haar sombere verhaal, moet erkennen dat er in Nederland nauwelijks zicht is op de beheersing van basisvaardigheden. Om grip te krijgen op de ontwikkeling van basisvaardigheden heeft de overheid in 2010 zogenoemde referentieniveaus ingevoerd voor taal en rekenen. Tot voor kort konden landelijke ontwikkelingen daarin gemeten worden aan de hand van prestaties op de Cito-eindtoets, maar dat beeld is nu vertroebeld.

‘Sinds de komst van meerdere toetsaanbieders in 2015 is er sprake van diversiteit in de eindtoetsen en hun normering’, zo schrijft de inspectie in de jaarlijkse rapportage. ‘Het is nog niet gelukt om te komen tot vergelijkbaarheid. Dit betekent dat er geen actueel landelijk zicht is op wat leerlingen aan het einde van de basisschool kunnen op het terrein van lezen, taalverzorging en rekenen.’

Ombuigen

De inspectie benadrukt niettemin dat het mogelijk is de tegenvallende trend in basisvaardigheden om te buigen, zoals dat is gelukt in Ierland en Zweden. Dat zou zelfs mogelijk zijn in twee jaar, door in te zetten op de professionalisering van leraren, al is ‘investering in scholing niet altijd even makkelijk in deze tijd van toenemend tekort aan leraren en schoolleiders’, erkent ook de inspectie.

Vertrekpunt van verbetering is dat de politiek het Nederlandse onderwijs de kans geeft om zich ook echt op basisvaardigheden te richten en in het curriculum niet steeds opnieuw aandacht eist voor andere zaken. In haar betoog stelt de inspectie burgerschapsvaardigheden op gelijke hoogte met taal en rekenen. Dat is niet vanzelfsprekend, zo bleek vorige week nog in debat met minister Dennis Wiersma van Onderwijs (VVD). “Basisvaardigheden zijn voor mij taal en rekenen”, zei D66-onderwijswoordvoerder Paul van Meenen hierover. “De minister noemt digitale geletterdheid en burgerschap erbij. Ik zie echt een groot verschil.”

In het examineren van burgerschap bestaat geen jarenlange traditie

In het examineren, toetsen en normeren van taal en rekenen bestaat een decennialange traditie, iets wat niet geldt voor burgerschap en digitale geletterdheid. Vorige week leek het erop dat minister Wiersma bereid is dit verschil in acht te gaan nemen in zijn actieplannen ter verbetering van de basisvaardigheden.

Hoopvol

In het traject naar verbetering van basisvaardigheden pleit de inspectie voor het gebruik van methoden waarvan wetenschappelijk is aangetoond dat ze werken. Die bewezen effectieve interventies worden meer en meer toegepast, mede dankzij het Nationaal Programma Onderwijs, al is er volgens de inspectie in de toepassing van deze interventies nog ruimte voor verbetering.

Jarenlange verwaarlozing is helaas niet zomaar opgelost

“Het is hoopvol dat er nu meer middelen voor het onderwijs zijn gekomen”, zegt Van Gelder. “Alleen we komen van ver, jarenlange verwaarlozing is helaas niet zomaar opgelost. Als AOb willen wij keihard aan het werk om zoveel mogelijk collega’s weer terug te halen voor het onderwijs. Dat kan alleen goed gaan als het werk in de volle breedte weer aantrekkelijk wordt. We hebben gewoon meer mensen nodig.”

Lees ook de conclusies van de inspectie voor het hoger onderwijs. Blijf altijd op de hoogte van het laatste onderwijsnieuws uit jouw onderwijssector. Download de AOb-ledenapp in de Google Playstore of Apple Store