Algemeen

Hoe rijk is mijn samenwerkingsverband (2018)?

Samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs zagen hun eigen vermogen vorig jaar groeien naar 260 miljoen euro. Hoe groot zijn de financiële reserves in je eigen regio? Het Onderwijsblad bracht ze in kaart.

Tekst Arno Kersten - Redactie Onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

header_hoerijkismijnsamenwerkingsverband2018n

Opgeteld 19,5 miljoen euro hielden de 152 samenwerkingsverbanden in het primair en voortgezet onderwijs in 2018 over onder de streep. Tweederde daarvan, 13 miljoen euro, bleef in het voortgezet onderwijs op de plank liggen, bijna zesenhalf miljoen in het primair onderwijs.

De kaartjes hieronder visualiseren de solvabiliteit in 2018, een maatstaf voor 'relatieve rijkdom'. Ten opzichte van 2017 is het totale exploitatie-overschot afgenomen van 32 miljoen naar 19,5 miljoen euro. Daarmee is het eigen vermogen van alle samenwerkingsverbanden samen opgelopen naar 260 miljoen euro.

De gemiddelde solvabiliteit ligt nog altijd ver boven de zeventig procent. Dat de solvabiliteit vorig jaar niet nog verder toenam, komt doordat de kortlopende schulden met tien miljoen euro toenamen.

->Klik hier voor een complete lijst.

Kamervragen

De afgelopen vier boekjaren sinds de invoering van passend onderwijs hielden samenwerkingsverbanden onder de streep samen ruim 182 miljoen euro over.
De groeiende reserves riepen de afgelopen jaren steeds meer irritatie op in politiek Den Haag.

Net als vorig jaar stelde GroenLinks onlangs Kamervragen.

https://twitter.com/Lisawesterveld/status/1182257982995943425

Onderzoek

Onderwijsminister Arie Slob laat de Onderwijsinspectie dit najaar onderzoek doen naar welke criteria het meest geschikt zijn om overmatige reserves vast te stellen. Daarbij wordt in eerste instantie per onderwijssector de tien procent ‘rijkste’ instellingen onder de loep genomen, ook bij de samenwerkingsverbanden.

Slob probeerde in een brief aan de Tweede Kamer de cijfers nog enigszins positief te bezien. De gemiddelde solvabiliteit is niet gestegen en de gemiddelde liquiditeit is zelfs gedaald, schreef hij. Dat neemt niet weg dat samenwerkingsverbanden nog altijd veel geld op bankrekeningen hebben staan. De aangehouden reserves liggen vaak boven de risicobuffers die instellingen zelf denken nodig te hebben.

Volgens Slob verwachten samenwerkingsverbanden de komende jaren rode cijfers te zullen schrijven, oftewel hun reserves aan te spreken. Uit de gegevens die de minister meestuurde blijkt echter ook dat svw’s jaar op jaar veel meer overhouden dan ze aanvankelijk dachten. Zo was voor 2018 niet een overschot maar een tekórt begroot van 19 miljoen euro.