PO
VO

AOb raadpleegt vso-docenten over complexe overstap naar vo

Onder het kopje bestaanszekerheid en kansengelijkheid staat het ‘luid en duidelijk’ in het regeerakkoord: het gespecialiseerd voortgezet onderwijs (gvo) brengt het kabinet zo snel als mogelijk onder bij het voortgezet onderwijs (vo). Hoe staat het daarmee?

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

vso naar vo

Beeld: Typetank

“De uitwerking is complex. We inventariseren dit kalenderjaar de wensen, want we willen geen beslissingen nemen die nadelig uitpakken op de werkvloer”, zegt AOb-bestuurder Thijs Roovers.

Het voortgezet speciaal onderwijs (vso) valt op dit moment nog onder de cao primair onderwijs (po). Het kabinet wil daar verandering in brengen door allereerst het vso te hernoemen: gespecialiseerd voortgezet onderwijs (gvo) en door deze sector te verhuizen naar de cao-vo. Bevlogen vso-docenten voerden daar eerder succesvol actie voor.

Knippen-plakken

Dat het in het regeerakkoord staat, betekent niet dat het kabinet dit zelf regelt. De uitwerking vindt plaats aan de overlegtafels van de bonden en de werkgeversorganisaties. Roovers is er hard mee bezig: “Het is niet knippen en plakken en onderbrengen bij de collega’s in het vo. Het is complex door de verschillende clusters en uitstroomrichtingen. De bevoegdheden, examinering en de urennorm (940 uur in het po, 750 uur vo) verschillen op dit moment. Wil je bijvoorbeeld dat vso-docenten alleen volgens de normen van het vo zijn opgeleid? Of is een pabo-diploma ook goed in sommige clusters? We kunnen niet één grote beslissing nemen voor de hele sector, want dan zijn sommige vso-scholen juist slechter af. Dat willen we voorkomen. De collega's in het gvo hebben zelf inspraak in hoe het eruit komt te zien.”

Het is niet knippen en plakken en onderbrengen bij de collega’s in het vo. Het is complex

Inventarisatie

Bij de bond kwamen vragen binnen of er al dit schooljaar iets zou veranderen voor de vso-scholen. Onderwijspersoneel boog zich namelijk over de jaarplanning. Vooralsnog blijft het nog even hetzelfde, legt Roovers uit. De eerste stap was het dichten van de salariskloof tussen het po en vo. “Dat is gelukt en daar profiteert het personeel in het vso al van", zegt hij. "Hun salaris is nu gelijk aan dat van hun collega’s in het vo."

De eerste stap was het dichten van de salariskloof

Verder inventariseert de AOb samen met de andere onderwijsorganisaties de wensen uit het vso. “En die zijn zeer verschillend”, merkt de AOb-bestuurder. “We zullen een enquête houden, de scholen ingaan en alles in goed overleg met de sector afstemmen.” Roovers denkt dat er verschillende uitwerkingen komen in de cao, maar dat staat niet vast. Wat meespeelt is dat de cao-onderhandelaars ook bezig zijn om het hele funderend onderwijs in één cao onder te brengen.

Onlogisch

Dat het vso nu nog bij het po hoort is om verschillende redenen niet logisch. Zo zijn de leerlingen in het vso ouder (12 tot en met 20 jaar), zijn de vakinhoudelijke eisen gelijk aan die op reguliere middelbare scholen en moeten docenten in het vso nu meer lessen geven dan hun collega’s in het vo. Het Onderwijsblad schreef eerder over de acties en waarom het vso niet in de cao-po thuishoort.

Blijf altijd op de hoogte van het onderwijsnieuws. Word lid van de AOb.
Check alle voordelen van het lidmaatschap