Algemeen

AOb over voortgezet onderwijs: ‘Ons belastinggeld komt niet goed in klas terecht’

Hoe gaat minister Dennis Wiersma ervoor zorgen dat de miljoenen euro’s die het voortgezet onderwijs er jaarlijks bij krijgt, gaan bijdragen aan werkdrukverlaging voor het onderwijspersoneel? Dat vraagt de Socialistische Partij (SP) aan de onderwijsminister naar aanleiding van een opiniestuk door AOb-bestuurder Jelmer Evers in dagblad Telegraaf.

Tekst Webredactie - - 2 Minuten om te lezen

44816306735_ea08c51b22_o

Beeld: Typetank

Om de werkdruk op middelbare scholen te verlagen, besloot het kabinet dit voorjaar jaarlijks 300 miljoen euro uit te trekken. Een mooi bedrag, vindt AOb-bestuurder voor het voortgezet onderwijs Jelmer Evers. Maar tot nu toe lukt het niet om het geld op de juiste plek te krijgen. "Schoolbesturen krijgen een zak met geld en we weten niet goed meer waar het aan wordt besteed." Evers wil voorkomen dat met dit werkdrukgeld hetzelfde gebeurt.

Evers schreef een opinieartikel dat op dinsdag 24 mei is gepubliceerd in dagblad Telegraaf. Daarin stelt de AOb-bestuurder dat de vakbond al jaren probeert om met de vereniging van schoolbesturen, de VO-raad, afspraken te maken over werkdrukverlaging. 'Maar verder dan "er moeten afspraken over gemaakt worden in de teams op school" komen we niet. En dat hebben we geweten. Van onze leden horen we alsmaar terug: "de druk wordt alleen maar hoger, de uitval neemt toe, de tekorten worden groter". En uiteindelijk is het Nederlandse onderwijs de klos.

Zeggenschap

De SP deelt zorgen over de besteding van de 300 miljoen euro. Kamerlid Peter Kwint vraagt minister Dennis Wiersma of hij ook wil dat dit geld zo snel mogelijk terechtkomt bij leraren. En of de minister vindt dat het onderwijspersoneel zelf zeggenschap over dat bedrag moet krijgen. De minister heeft in eerste instantie drie weken om deze Kamervragen te beantwoorden.

Als het aan de AOb ligt wordt dit structurele bedrag onder andere gebruikt om het aantal lesuren per week voor docenten te verlagen. De AOb wil naar een maximum van 24 lessen per week*De AOb zet in op 24 lesuren (startmomenten) per week. Daarmee moet via de cao een rem komen op te veel lesuren/startmomenten per week en de werkdruk die dat oplevert. Door bijvoorbeeld lessen van 40 of 45 minuten worden leraren op sommige scholen ingeroosterd voor 28 lessen per week. Uiteindelijk wil de AOb stapsgewijs terug naar maximaal 20 startmomenten. In de cao van Ons Middelbaar Onderwijs (OMO), een grote werkgever in Noord-Brabant, is al een maximum opgenomen. "Het kan dus wel", aldus Evers..

Samen tegen werkdruk

Op woensdag 8 juni organiseert de AOb een landelijke actie. Iedereen die in het voortgezet onderwijs werkt wordt gevraagd die middag met zijn schoolbestuur in gesprek te gaan over de werkdruk. De AOb heeft materiaal voor deze actie gemaakt. Check het (deels centrale) programma, het stappenplan van de actie en een voorbeeldvragenlijst die je aan je schoolbestuur kunt voorleggen.

Doe mee!