PO

Aantal ondersteuners in basisonderwijs groeit flink

Bijna duizend voltijdbanen voor onderwijsondersteuners kwamen er vorig jaar bij op basisscholen. De groep beslaat nu 17 procent van het personeel, blijkt uit de jongste cijfers van uitvoeringsorganisatie DUO. En dat is goed nieuws voor het basisonderwijs, aldus Rosalinde Stins van de AOb. “Mits zij ook écht die extra handen in de klas kunnen zijn, en niet de gaten opvullen die door het lerarentekort ontstaan.”

Tekst Joëlle Poortvliet - redactie Onderwijsblad - - 3 Minuten om te lezen

48907813221_bbcecbf874_o

Beeld: Typetank

Uit de jongste personeelscijfers van DUO blijkt het effect van het werkdrukakkoord. Sinds schooljaar 2018-2019 mogen scholen structureel geld uitgeven om werkdruk tegen te gaan. Bij voldoende middelen en als het team dat wil, kunnen ze kiezen voor een onderwijsassistent.

Vanaf 2018 neemt het aandeel ondersteunend personeel op basisscholen sterk toe. Van 12 procent in 2017 naar 17 procent in 2020. Van de ruim 100 duizend voltijdbanen op basisscholen in Nederland zijn er inmiddels meer dan 17 duizend voor onderwijsondersteunend personeel (oop).

Steeds meer ondersteuners op basisscholen

2015 2016 2017 2018 2019 2020
Directie 7843 7571 7356 7122 7043 6839
Onderwijsgevend personeel 77269 77691 77671 78917 78759 78223
Onderwijsondersteunend personeel 10712 11311 11912 14607 16254 17222
Totaal 95976 96710 97137 100902 102364 102584
Aandeel oop (%) 11 12 12 14 16 17

Bron DUO
* De leraren in opleiding (LIO) en de categorie ‘onbekend’ zijn niet meegenomen in dit overzicht, maar zijn wel verwerkt in het totaal aantal fte’s.

Wij maken maatwerk mogelijk

Rosalinde Stins, hoofdbestuurder bij de AOb voor oop, was zelf onderwijsassistent en is tegenwoordig leraarondersteuner. Beide functies vallen onder het oop. De meerwaarde van een ondersteuner in de klas is evident, vertelt ze. “We zijn flexibel en kunnen veel verschillende taken oppakken. We gaan in gesprek met kinderen die vastlopen. Nemen groepjes apart die sneller of juist iets trager werken. Eigenlijk zorgen de assistenten en ondersteuners ervoor dat maatwerk in het onderwijs mogelijk is.”

Halve dagen

Onderwijsassistent of ondersteuner zijn, is overigens zelden een fulltime baan. Stins: “Ze werken vaak halve dagen.” De ruim 17 duizend fte wordt ingevuld door bijna 28 duizend personen, blijkt uit de cijfers van DUO. Het aantal voltijdbanen aan leraren - DUO noemt dit ‘onderwijsgevend personeel’, daar vallen bijvoorbeeld ook ib'ers en gymleraren onder - neemt sinds 2018 weer iets af. Deze afname lijkt gelijk op te gaan met een lichte daling van het aantal leerlingen op basisscholen. De leerling-leraarratio is al vijf jaar op rij 18, rekent de uitvoeringsinstantie voor. Wat overigens niets zegt over de klassengrootte. Deels omdat DUO voor de leerling-leraarratio onderwijsgevenden meerekent die geen eigen klas hebben.

Ondersteuners vangen steeds vaker voor langere periodes klassen op

Loyaal

Stins vermoedt wel dat de oop'ers deels het lerarentekort maskeren: “Tussen 2015 en 2020 is het lerarentekort een probleem geworden op veel scholen. Tegelijk hoor ik steeds vaker van collega-ondersteuners dat zij voor langere periodes klassen opvangen. Let wel: ik begrijp dat zij dat doen: je bent vaak heel loyaal, naar de leerlingen en de collega’s. Maar het is natuurlijk niet de bedoeling. Het probleem wordt er niet mee opgelost. Sterker nog: het wordt onzichtbaar.”

Ook het recent verschenen inspectierapport Staat van het onderwijs vermeldt dat oop'ers de gaten vullen: “Met een lappendeken aan oplossingen proberen scholen de onvervulde vacatures op te vangen door bijvoorbeeld het uitbreiden van de werktijd van parttimers, inzetten van invallers, maar ook van onderwijsassistenten of lio'ers.”

Bijhouden

Onduidelijk is op welke schaal dit gebeurt. De AOb wil - net als de Tweede Kamer - al veel langer dat het ministerie van Onderwijs cijfers bijhoudt over het lerarentekort en hoe scholen het oplossen. Nu zijn er slechts een aantal grote steden die af en toe gegevens naar buiten brengen.

Een aangenomen motie uit 2019 van SP, GroenLinks en de PvdA, is door Onderwijsminister Arie Slob nog altijd niet uitgevoerd. Ook Eddy Erkelens, een leerkracht die vrijwillig een database voor het bijhouden van tekorten opzette, staakte zijn pogingen vorig jaar omdat volgens hem de toegezegde steun ontbrak van het ministerie om de website landelijk uit te rollen.

Lees ook: 'Onderwijsondersteuner werkt veel buiten eigen takenpakket'

En check: 'Bereken hoeveel geld jouw school krijgt voor werkdrukverlaging'