Algemeen

Salaris tweede ziekte jaar

Als je onder een onderwijs-cao valt, zal je in het eerste jaar van je ziekte 100 procent van je salaris ontvangen. Of je nu al werkt aan je re-integratie of nog thuis zit. Maar vanaf het tweede jaar verandert er veel. Hoe hoog je uitkering in het tweede jaar is, hangt af van het soort werk dat je nog kunt doen, en hoe je jouw re-integratie invult.

Langer dan twaalf maanden ziek? Dit moet je weten

Waar je in het tweede ziektejaar recht op hebt, hangt af van de vraag of er wenselijk geachte arbeid wordt verricht of niet. Ook krijg je te maken met begrippen als bedongen werk en spoortrajecten. We leggen uit wat deze termen betekenen, waar je op moet letten en wat je kunt doen om te voorkomen dat je uitkering ten onrechte wordt verlaagd.

Arbeid op therapeutische basis betekent dat:

Het geen bestaande functie mag betreffen die in de cao is omschreven
De functie moet gecreëerd zijn (het is geen bestaande functie)
De activiteiten in een vooraf afgesproken periode plaatsvinden
De activiteiten niet langer dan 6 weken mogen voortduren
De activiteiten deel uit moeten maken van een opbouwend re-integratietraject
Er steeds begeleiding aanwezig moet zijn
De zieke werknemer moet op ieder gewenst moment de arbeidsplek kunnen verlaten

Bedongen arbeid betekent dat:

Je (deels) het eigen het eigen werk doet waarvoor je ooit bent aangenomen: de wenselijk geachte arbeid. Als je in je tweede ziektejaar wenselijk geachte arbeid verricht, heb je recht op 100 procent van je loon over de uren dat je deze wenselijk geachte arbeid verricht.

Let op: voor de arbeid op therapeutische basis ontvangt een zieke medewerker in het tweede ziektejaar 70 procent van het geldende uurloon. Als je (deels) weer in je eigen functie werkt, krijg je deze uren 100 procent betaald.

Lagere uitkering voor therapeutische arbeid

De gedachte is dat therapeutische arbeid geen loonwaarde vertegenwoordigt, maar is bedoeld om een zieke werknemer te laten acclimatiseren in het werkproces of werkritme. Therapeutische arbeid moet de stap naar wenselijk geachte arbeid of volledige werkhervatting makkelijker maken. Daarom ontvangt een zieke medewerker in het tweede ziektejaar 70 procent van het geldende uurloon.

Voorkom een salarisval

Het is dus gunstig om in het tweede ziektejaar zo snel mogelijk wenselijk geachte arbeid te doen. Voor de gewerkte uren ontvang je dan 100 procent loondoorbetaling. Terwijl je maar 70 procent van je salaris krijgt wanneer je niet werkt of op therapeutische basis werkt.

Wenselijk geachte arbeid op een andere locatie

Het kan zijn dat jouw eigen werkgever geen wenselijk geachte arbeid of arbeid op therapeutische basis voorhanden heeft. Of dat jouw werkgever dit niet voor je kan organiseren. In dat geval kun je ook aan de slag op een andere locatie. Het mag zelfs bij een andere werkgever zijn. Ook dan geldt dat je voor je wenselijk geachte arbeid recht hebt op 100 procent van je loon.

Zie jij kansen om ergens wenselijk geachte arbeid te verrichten, maar kom je er niet uit met je werkgever? Direct contact met de AOb

Wenselijk geachte arbeid

Als je in het kader van je re-integratie je eigen werkzaamheden (de bedongen arbeid) uitvoert, is dit wenselijk geachte arbeid. Je hebt voor deze uren recht op 100% loonbetaling.

Andere locatie

Als het niet lukt om bij je eigen werkgever wenselijk geachte arbeid te verrichten, kan je dit ook doen bij een andere organisatie. Zie je een mogelijkheid om op een andere locatie te werken, geef dit dan aan bij je werkgever of re-integratiebegeleider.

Therapeutische basis

Arbeid op therapeutische basis mag nooit meer dan 6 uur duren, en er moet altijd begeleiding aanwezig. Valt de arbeid op therapeutische basis je nog te zwaar, dan kan je op elk moment de werkplek verlaten.

Wat betekent een spoortraject?: De term spoortraject wordt gebruikt om het verschil aan te duiden tussen de verschillende plekken waar je kunt re-integreren. Het eerste spoortraject betreft alle arbeid (inclusief arbeid op therapeutische basis) in het kader van het ziektetraject bij de eigen werkgever. Als de arbeid bij een andere werkgever wordt uitgevoerd, spreekt men over arbeid in het tweede spoor.
Wat gebeurt er na het tweede ziektejaar?: Na het tweede ziektejaar verandert er opnieuw veel. Drie maanden voor het einde van het tweede ziektejaar krijg je bericht van het UWV: je wordt gekeurd voor de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). Een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige beoordelen je re-integratiedossier en nodigen je uit voor één of meer gesprekken. Hierna beslist het UWV of je meer of minder dan 35% arbeidsongeschikt bent.
Hoe kunnen onderwijs-cao's een salarisval voorkomen?: Ben je minder dan 35% arbeidsongeschikt, dan krijg je geen WIA-uitkering. In de meeste onderwijs-cao’s is geregeld dat er passend werk (wenselijk geachte arbeid) bij de werkgever moet worden gevonden. Omdat de AOb en andere vakbonden samen goede onderwijs-cao's hebben afgesloten, zijn er doorgaans regelingen die een eventuele salarisval compenseren.
Welke verschillende WIA-uitkeringen zijn er?: Mocht je een WIA-uitkering ontvangen, dan zijn er verschillende WIA-uitkeringen waarop je recht kunt hebben:

De loongerelateerde WGA*-uitkering (35 – 80% arbeidsongeschikt)

De loongerelateerde WGA*-uitkering (80% - 100% uitkering)

De IVA-uitkering (je bent meer dan 80% arbeidsongeschikt en herstel wordt niet verwacht)

* WGA staat voor Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten
Wat betekent het om deels arbeidsongeschikt te zijn?: Er wordt gekeken in hoeverre je nog kunt werken. Als je voor 50% arbeidsongeschikt bent, betekent dat ook dat je nog voor 50% kan werken. Dit heet je restverdiencapaciteit. Het is dan ook de bedoeling dat je werkt zoekt om je uitkering aan te vullen.
Hoe lang krijg ik een loongerelateerde WGA-uitkering?: De duur van de loongerelateerde WGA-uitkering is afhankelijk van je arbeidsverleden. De uitkering is de eerste twee maanden grofweg 75% van het loon dat je een jaar voor je ziekte verdiende. De uitkering kan aan het einde van de looptijd eventueel worden verlengd met een reparatie-uitkering WGA.
Als je aan het einde van de looptijd van de WGA-uitkering geen passend werk hebt gevonden waarmee je bijvoorbeeld 50% van de restverdiencapaciteit verdient, volgt doorgaans de vervolguitkering.
De hoogte van deze vervolguitkering is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid. Het arbeidsongeschiktheidspercentage bepaalt welk percentage van het minimumloon je ontvangt van het UWV. Als je via je werkgever verzekerd was tegen arbeidsongeschiktheid, heb je mogelijk recht op een aanvulling.
Ik verwacht op termijn weer te kunnen werken, wat betekent dat voor mijn uitkering?: De loongerelateerde WGA 80%-100% uitkering komt in beeld als je op het moment van de WIA-keuring arbeidsongeschikt bent, maar waarschijnlijk weer herstelt. Zolang je nog volledig arbeidsongeschikt bent, heb je recht op de loongerelateerde WGA 80% - 100% uitkering. Als je arbeidsgeschiktheid toeneemt, zal er een herkeuring plaatsvinden.
Wat als herstel er niet in zit?: Wanneer je meer dan 80% arbeidsongeschikt bent en herstel niet wordt, ontvang je een IVA-uitkering. De duur van deze uitkering is in principe ongelimiteerd. De verwachting is namelijk dat er geen herstel zal optreden. De hoogte van deze uitkering is 75% van het WIA-maandloon. Om de exacte hoogte te berekenen, wordt er gekeken naar wat je in het jaar voor je eerste ziektedag verdiende.