Algemeen

Druk op cijfers leidt tot fraude

Schoolleiding zet docenten onder druk om cijfers op te hogen. Ze moeten extra herkansingen geven, minder streng nakijken of de normering aanpassen. Dat blijkt uit het onderzoek van het Onderwijsblad naar autonomie. ‘Ik baal van mezelf, maar ga toch overstag.’

Tekst Daniëlla van 't Erve - Redactie Onderwijsblad - - 9 Minuten om te lezen

Untitled Artwork 16

Beeld: Typetank

‘Er is druk om hogere cijfers te geven (lees: gemakkelijkere toetsen)’, ‘extra so in moeten voeren bij leerlaag om cijfers te verbeteren’ of ‘verplicht niet lager dan een 5 mogen geven’. Deze reacties uit het onderzoek van het Onderwijsblad, waaraan ruim 580 leraren deelnamen, zijn exemplarisch voor de manier waarop hun autonomie wordt beknot. In de Wet beroep leraar is immers vastgelegd dat de leraar zelfstandig verantwoordelijk is voor het beoordelen van de onderwijsprestaties van leerlingen. Maar de praktijk laat een ander beeld zien.

Op een vmbo-school in het midden van het land geldt bijvoorbeeld een schoolbrede opdracht dat het gemiddelde van elke klas jaarlijks moet uitkomen op een 6,5. Het staat letterlijk in de notulen van een overleg met de directie, waar het Onderwijsblad inzicht in heeft gekregen. “Met een hoge ambitie is natuurlijk niets mis”, zegt de vmbo-docent die er werkt. “Maar dit leidt tot frauduleuze praktijken."

Toen het gemiddelde van mijn klas te laag was, werd ik gesommeerd om hier iets aan te doen

"Toen een aantal jaar geleden het gemiddelde van mijn 3-mavo klas te laag was, werd ik gesommeerd om hier iets aan te doen", vertelt ze. "Ofwel door de normering aan te passen, de toetsen makkelijker te maken of de cesuur op te hogen.” Ook dit is in de notulen terug te lezen. De docent voelde dusdanig druk dat ze gehoor heeft gegeven aan de ‘werkopdracht’. “Bij een toets heb ik toen, in overleg met collega’s, de normering aangepast. Dat gebeurt gegarandeerd vaker en er wordt ook wel eens een makkelijkere toets gegeven. Dat zoiets van boven wordt opgelegd, is dieptriest.”

Pleasen

Het creatief ophogen van cijfers heeft volgens haar vergaande consequenties. “Die 6,5 is een mooi cijfer waardoor kinderen eerder mijn vak zullen kiezen, terwijl ik als docent weet dat dat niet verstandig is. Ga dan maar eens het gesprek met ouders aan.” En dat is wat haar het meeste steekt. “Alles wordt eenzijdig bij mij als docent gelegd en als het niet goed gaat, word je erop afgerekend, dat klopt niet.”

“De directie doet alles om de leerling en zijn ouders te pleasen”, vult een eerstegraads docent van een vwo-school in het noorden aan. “Sinds het onderwijs is overgeleverd aan de markt, zijn leerlingen klant. En de klant is koning. Je wilt als school vooral geen negatieve reclame, want dan komen er minder leerlingen. Maar wij als docenten moeten het oplossen.” Door deze marktwerking daalt volgens hem het onderwijsniveau, iets wat bevestigd wordt door de steeds lagere positie van Nederland op internationale ranglijsten. “Het is heel simpel: hoe meer leerlingen, hoe meer geld, dus de truc is om het niveau zo laag mogelijk te maken, zodat zoveel mogelijk leerlingen het aankunnen. En als dat niet lukt, dan zorgen we er met extra herkansingen en soepele normering voor dat het toch lukt.”

Ik kom bijna niet toe aan lesgeven, zoveel toetsen moet ik maken

Op zijn school heeft de directie bijvoorbeeld het aantal herkansingen opgeschroefd. “In de bovenbouw is het één grote toets-hel: ik kom bijna niet toe aan lesgeven, zoveel toetsen moet ik maken. Het heeft ook nog eens geen zin, want leerlingen zeggen doodleuk dat ze niet leren, omdat ze toch een herkansing krijgen. Ze halen dus slechte resultaten, waarvan ik als docent weer de rekening krijg gepresenteerd.”

Risico

Schoolexamens bepalen de helft van het eindcijfer op het diploma. Aan het feit dat scholen zelf mogen bepalen hoeveel en welke toetsen ze geven, kleeft een risico. Zo liep het uitgebreide toetsprogramma op VMBO Maastricht vijf jaar geleden uit in een horrorverhaal. Het eindexamen van 354 leerlingen werd vlak voor hun diploma-uitreiking ongeldig verklaard vanwege onregelmatigheden in hun schoolexamens. Docenten vertelden in de Volkskrant hoe ze de lat voor leerlingen steevast te laag moesten leggen om het nagestreefde slagingspercentage te halen. Als ze klaagden, werden ze door hun leidinggevenden met ‘een kloterooster’ bestraft. Het bestuur op afstand gaf vervolgens docenten de schuld van de ontstane problemen.

Op 70 procent van de onderzochte scholen bleek de examinering onvoldoende

Deze school is geen uitzondering, concludeerde de inspectie in 2020 na groot onderzoek. Op 70 procent van de ruim honderd onderzochte middelbare scholen bleken er wettelijke tekortkomingen. Een op de vijf scholen hield zich niet aan het eigen programma van toetsing en afronding, waarin beschreven staat welke toetsen er zijn, over welke stof ze gaan en hoe zwaar ze meetellen. Het was weliswaar niet zo erg als op VMBO Maastricht, maar wel zorgelijk, aldus de inspectie.

Opplussen

De angst om afgerekend te worden op lage cijfers, is geen onterechte, weet de vwo-docent. Scoorde zijn klas elk jaar goed voor zijn vak - zijn leerlingen kregen zelfs een keer een prijs voor de hoogste eindexamencijfers van het land -  twee jaar geleden waren het opeens allemaal onvoldoendes. “Ik moest op het matje komen en de schoolleider zei dat hij nog maar moest zien of we volgend jaar nog wel met elkaar verder gingen. Ik stond perplex. Hoe is het mogelijk dat ik hier alleen de schuld van krijg, terwijl er meer voor de hand liggende oorzaken zijn aan te wijzen zoals corona en minder lesuren?”

De volgende keer dat zijn klas massaal onvoldoende scoorde, vroeg hij advies aan zijn collega. “Gewoon de boel opplussen, zei hij, dan krijg je geen gedonder. Ik baal enorm van mezelf, maar ik ben toen toch overstag gegaan.”

Dat leerlingen de centrale examens halen, komt omdat die volgens hem ook steeds makkelijker worden. “Het examenpakket in de jaren negentig was echt een stuk pittiger dan nu, dat blijkt ook uit onderzoek. Het ministerie paste bovendien de norm aan om voldoende leerlingen te laten slagen. Dus iedereen houdt elkaar voor de gek. Het is een Noord-Koreaanse bende. Kijk naar al die gelukzalig lachende mensen op de websites van scholen: ondertussen is het er om te huilen.”

In mijn eentje kan ik het tij niet keren

Vertrekken heeft volgens de eerstegraads docent geen zin. “Dit is mijn vierde school in ruim dertig jaar en overal klinkt het hetzelfde lied. Daar waar ik kan, ga ik de strijd aan, maar in mijn eentje kan ik het tij niet keren. Ik probeer me er mentaal voor af te sluiten. Ik hou van mijn vak. Het plezier als leerlingen er iets van opsteken, daar doe ik het voor.”

Speelbal

Een vmbo-docent in Zuid-Holland wisselde wel van school vanwege het ‘soepele omgaan met cijfers’. Toen zijn klas daar veel lagere eindexamencijfers behaalde dan de andere klas, ontdekte hij dat zijn collega minder strikt het correctievoorschrift hanteerde. Controle door een tweede corrector, laat staan een externe, was niet gebeurd. De maat was vol toen hij het jaar erna had afgesproken samen de examens door te lopen en zijn collega dit al met een ander had gedaan. “Toen was ik woest, want hij had natuurlijk punten gegeven waar ik ze niet gegeven had. Zij wilden niet dat er een te groot verschil tussen die klassen zou komen, want dat zou alleen maar vragen opleveren.”

Een te groot verschil tussen klassen zou alleen maar vragen opleveren

De schoolleiding vond hij niet aan zijn kant, sterker nog, die twijfelde in eerste instantie aan zijn capaciteiten. Iets wat hem enorm kwetste, want normaal haalt hij prima cijfers. “Ik voelde me een speelbal van de directie en teamleiders. Ze zijn niet geïnteresseerd in hoe het beter kan. Ze vinden het wel best zolang de school in de middenmoot zit.”

Op zijn huidige school is hij samen met collega’s verantwoordelijk voor het maken en beoordelen van examens. “Dat is veel meer teamwork waarin we als professionals zelf afspreken wat we goed rekenen en wat niet en elkaar controleren, gewoon zoals het hoort.” Dat levert wel eens discussie op, ook met de tweede corrector in het land, maar dat vindt de docent juist goed. “Kijk, als die collega kan beargumenteren dat iets wel of juist niet goed gerekend moet worden, dan vind ik dat prima. Voor mij is het heel simpel: alleen goede antwoorden krijgen punten, ik geef ze niet cadeau. Wat stelt het diploma anders nog voor?”

Docenten zouden volgens hem meer moeten opkomen voor hun autonomie en het desnoods keihard spelen door te dreigen het hoger op te spelen of weg te gaan. Dat vraagt kennis en moed, iets wat hij bij veel collega’s ziet ontbreken. “Je moet wel op de hoogte zijn van je rechten en plichten om de argumenten van de directeur te kunnen pareren. Maar veel docenten zijn murw geslagen, die denken: het zal mijn tijd wel duren.”

Fraude

Met alle gevolgen van dien. De druk op de cijfers kan zo hoog zijn, dat zelfs fraude door docenten met het centraal examen op de loer ligt. Onregelmatigheden door docenten is iets wat volgens de inspectie elk jaar wel een paar keer voor komt. In Rijswijk werden enkele jaren geleden nog vier docenten ontslagen nadat ze havo/vwo-leerlingen de mogelijkheid gaven hun herexamens te verbeteren aan de hand van het correctieboekje. Vorig schooljaar verbeterde een economiedocent van een vmbo in Vinkeveen zelf de antwoorden in het examenwerk van zijn klas.

De vwo-docent ziet dit als een logische uitwas van het huidige systeem, al zal hij zelf niet zo ver gaan. Angst is de reden waarom de geïnterviewden alleen anoniem willen praten. “Als ik de vuile was buiten hang, heeft dat niet alleen gevolgen voor mij, maar ook voor de leerlingen. Dat wil ik niet, maar ik wil wel dat dit bekend wordt. Alleen door er open over te zijn, kan het systeem veranderen.”

De gegevens van de geïnterviewden zijn bij de redactie bekend

AOb: ‘Geef leraren de regie’

“Die druk op cijfers is absurd en ik schrik van de gevolgen voor leraren”, reageert AOb-bestuurder Jelmer Evers, die al jaren strijdt voor een systeem waarin leraren de regie krijgen. “Dit is het zoveelste bewijs dat er een afrekencultuur is ontstaan, die schadelijk is voor zowel leerlingen als professionals en de kwaliteit van het onderwijs.”

Leraren die zich onder druk gezet voelen, raadt hij aan dit eerst in hun team aan te kaarten. “Samen sta je immers sterker. Als dit niet lukt of je twijfelt over de vervolgstap, wend je dan tot de AOb. We kunnen advies geven, maar ook het gesprek aangaan op de scholen. Dat kan anoniem, het is dan aan de schoolleiding om verder onderzoek te doen.”

Verder lezen in dossier: