WO&O

Werving buitenlandse studenten staat haaks op geklaag over groei

Universiteiten dringen al jaren aan op meer wettelijke mogelijkheden om de instroom van buitenlandse studenten in te dammen. Toch blijven private aanbieders van dure schakelprogramma’s die buitenlandse havisten binnenbrengen, welkom op de campus.

Tekst Yvonne van de Meent - Redactie Onderwijsblad - - 8 Minuten om te lezen

internationalisering_header

Beeld: Len Munnik

En weer trekken de universiteiten meer studenten, al is de groei niet zo spectaculair als vorig jaar toen de studentenpopulatie met 8 procent toenam. Dit jaar staan er 340.700 studenten ingeschreven, blijkt uit voorlopige cijfers die de Vereniging van Universiteiten (VSNU) begin november publiceerde. Een groei van 4 procent. Die is te danken aan de instroom uit het buitenland die maar blijft groeien. In totaal studeren er nu bijna 80 duizend internationale studenten aan de dertien Nederlandse universiteiten, bijna een kwart van het totaal.

De Universiteit van Amsterdam (UvA) groeit nog iets sneller dan de rest, het aantal studenten is er met 6 procent toegenomen. De universiteit telt voor het eerst meer dan 40 duizend studenten. De afgelopen vijf jaar kwamen er bijna 13 duizend studenten bij, de omvang van een kleine universiteit als Wageningen of Twente. Twee derde van de groei komt voor rekening van internationale studenten. Nog even en dan telt de UvA meer internationale studenten dan Nederlandse. Dit jaar komt al 40 procent van de instroom bij de bacheloropleidingen en 60 procent van de nieuwe masterstudenten uit het buitenland.

De UvA kan die groei niet meer aan, betoogde bestuursvoorzitter Geert ten Dam in het Parool. De kamermarkt is oververhit, de campussen zijn overvol en docenten en ondersteunend personeel kampen met een steeds hogere werkdruk. ‘De groepen worden groter, docenten moeten meer scripties begeleiden, het loopt volstrekt over.’ Zonder substantieel overwerk krijgen medewerkers het werk niet meer rond, aldus de bestuursvoorzitter. De grens is echt bereikt, voegde ze er in het universiteitsblad Folia aan toe. ‘Den Haag moet ons helpen iets aan de toestroom te doen. Dit stopt niet vanzelf.’

(Het verhaal gaat verder onder de illustratie)

Beeld: Len Munnik

Studentenstop

Universiteiten presenteren zich de laatste jaren als slachtoffer van hun eigen succes. Studeren in Nederland is te aantrekkelijk. Nederlandse universiteiten staan hoog in de internationale rankings, het collegegeld voor EU-studenten is schappelijk en er zijn nauwelijks instroombeperkingen. Omdat er binnen Europa vrij verkeer van personen is, kunnen universiteiten EU-studenten die aan de toelatingseisen voldoen, niet weigeren.

De VSNU lobbyt al vier jaar voor meer wettelijke mogelijkheden om de stroom internationale studenten in te dammen. De enige optie die universiteiten nu hebben, is een studentenstop instellen bij populaire studies. Maar daar zijn Nederlandse studenten dan ook de dupe van. Daarom willen universiteiten de mogelijkheid om alleen het aantal studieplaatsen bij de Engelstalige opleidingsroutes te beperken. Daarvoor vonden zij gehoor bij demissionair minister van Onderwijs Ingrid van Engelshoven. Maar het wetsvoorstel dat een numerus fixus voor Engelstalige tracks mogelijk maakt ligt door de val van het kabinet al bijna een jaar op de plank.

Bij de machteloosheid die universiteiten voorwenden zijn vraagtekens te zetten. Afgelopen augustus maakten zij zelf bekend te stoppen met de actieve werving van internationale studenten. Rijkelijk laat en bovendien is de vraag wat zo’n wervingsstop voorstelt. Universiteiten zijn misschien minder aanwezig op studiebeurzen in het buitenland, maar die waren er afgelopen jaar door de coronabeperkingen toch al bijna niet. Aan virtuele beurzen en online wervingsevents doen ze wel volop mee en ze werven ook via eigen sociale mediakanalen en websites. En een aantal universiteiten werkt in niet-EU-landen met lokale wervingsagenten die per aangebrachte student betaald worden.

Het geklaag staat haaks op de hardnekkigheid waarmee universiteiten vasthouden aan de omstreden schakeljaren voor internationale studenten die niet aan de Nederlandse vooropleidingseisen voldoen

Het geklaag over het gebrek aan instrumenten om internationale studenten buiten de deur te houden, staat ook haaks op de hardnekkigheid waarmee universiteiten vasthouden aan de omstreden schakeljaren voor internationale studenten die niet aan de Nederlandse vooropleidingseisen voldoen. Drie jaar geleden onthulde het Onderwijsblad dat vijf universiteiten en drie hogescholen in zee zijn gegaan met de Britse wervingsbureaus Study Group en Oncampus en het Australische Navitas. Deze bedrijven halen niet-toelaatbare studenten naar Nederland voor een foundation year dat toegang biedt tot een universitaire bachelor. Dat kost ze veertienduizend tot achttienduizend euro, ongeveer het dubbele van het collegegeld dat studenten van buiten de eu betalen voor een Nederlandse bachelorstudie. Het schakelprogramma wordt uitgevoerd door de bedrijven, maar bij voorkeur aangeboden op de campus van de Nederlandse universiteit. Dat geeft internationale studenten het gevoel dat ze al aan een universiteit van wereldklasse studeren terwijl ze met een commercieel bijspijkerprogramma bezig zijn.

Stroomversnelling

De wervingsbureaus hengelen dankzij hun omvangrijke agentennetwerk veel extra studenten binnen. Het Australische Navitas, sinds 2019 de partner van de Universiteit Twente, heeft vijfduizend onderwijsagenten in 125 verschillende landen, meldt het bedrijf op de website. Tachtig procent van de Navitas-studenten maakt gebruikt van zo’n agent.

In 2019 kwam al 37 procent van de Twentse bachelorinstroom - ongeveer duizend studenten - uit het buitenland. Dankzij het Navitas schakelprogramma komen daar nog honderden internationale studenten bij. Bij de start van het Twente Pathway zoals Navitas het voorbereidend jaar noemt, is afgesproken dat er jaarlijks 270 studenten zouden instromen. Dit jaar zijn er al 371 studenten aan het schakelprogramma begonnen.

Het Britse bedrijf Oncampus verzorgt sinds 2013 een voorbereidend jaar bij de UvA. Die samenwerking kwam vorig jaar onder vuur te liggen nadat universiteitsblad Folia aantoonde dat er kunstgrepen worden toegepast om studenten die naar Amsterdam komen voor de numerus fixus-studie Business Administration, een visum te bezorgen. De IND geeft alleen een studievergunning voor een voorbereidend jaar als een student al is ingeschreven bij de vervolgstudie. Bij een numerus fixus-studie kan dat niet omdat de selectie pas plaatsvindt nadat een student het voorbereidend jaar succesvol heeft afgerond. Daarom schrijft de UvA Oncampus-studenten die Business Administration willen gaan doen in bij een andere economische opleiding.

De publicaties in het Onderwijsblad en Folia leidden tot een reeks Kamervragen en een onderzoek van een landelijke commissie

De publicaties in het Onderwijsblad en Folia leidden tot een reeks Kamervragen en een onderzoek van de landelijke commissie die toezicht houdt het naleven van de gedragscode die universiteiten en hogescholen hebben opgesteld om de werving van internationale studenten te reguleren. De commissie stelde vast dat universiteiten en de private aanbieders van de schakeljaren de regels veel te ver oprekken. Een voorbereidend jaar is bedoeld voor studenten die een niveau hebben dat gelijkwaardig is aan het Nederlandse vwo, maar specifieke vakkennis missen of hun Engels nog moeten bijspijkeren. Bij Study Group, Oncampus en Navitas is het voorbereidend jaar verworden tot een wervingskanaal waarbij honderden internationale studenten worden gerekruteerd van havo-niveau. Een kwart van de studenten rondt het schakeljaar niet succesvol af, wat vragen oproept over de manier waarop de aanbieders studenten selecteren.

(Het verhaal gaat verder onder de illustratie)

Beeld: Len Munnik

Uit klachten die in september zijn ingediend bij de Onderwijsinspectie (in het bezit van het Onderwijsblad) blijkt dat Navitas vorig jaar een student heeft toegelaten met een diploma dat volgens internationaliseringsorganisatie Nuffic vergelijkbaar is met vmbo-tl-niveau. Een andere Navitas-student had een vakkenpakket van havo-niveau maar te lage cijfers om toegelaten te worden tot een Nederlandse hbo-opleiding. Deze studenten hadden dus nooit toegelaten mogen worden tot een schakelprogramma dat toegang biedt tot een wo-bachelor.

Hiaat

Minister Van Engelshoven wil dat er een eind komt aan het oneigenlijk gebruik van het voorbereidend jaar. Universiteiten moeten strengere selectiecriteria hanteren zodat het toelaten van niet-EU-studenten met een diploma van havo-niveau een uitzondering wordt, schreef ze begin januari in een brief aan de Tweede Kamer. Aan het aanbieden van een voorbereidend jaar voor een opleiding met een numerus fixus moet sowieso een eind komen, want dat is in strijd met de gedragscode.

Complicerende factor is dat de minister niet zoveel te zeggen heeft over het voorbereidend jaar omdat er in de Wet op het hoger onderwijs niets over is geregeld

Complicerende factor is dat de minister niet zoveel te zeggen heeft over het voorbereidend jaar omdat er in de Wet op het hoger onderwijs niets over is geregeld. De pathways van Oncampus en Navitas leveren dus ook geen erkend diploma op. Een hiaat in de wet waardoor de Onderwijsinspectie niet bevoegd is om op te treden tegen private aanbieders die studenten van vmbo-niveau toelaten. De minister is dus afhankelijk van scherpere zelfregulering door de instellingen en die zijn niet van plan het voorbereidend jaar zomaar op te geven. Een derde van alle landen in de wereld, waaronder China, Rusland en Indonesië, kent geen middelbareschooldiploma van vwo-niveau. Het havo-niveau is daar het hoogst haalbare. “Het voorbereidend jaar biedt talentvolle studenten uit die landen de kans om hier te studeren”, stelt VSNU-woordvoerder Ruben Puylaert.

Onder druk van de minister hebben de universiteiten nu toch scherpere selectiecriteria opgesteld. “Studenten met een diploma van havo-niveau moeten hogere cijfers hebben en ook de niveau-eisen voor het Engels worden hoger”, aldus Puylaert. De nieuwe afspraken worden vastgelegd in de gedragscode die op het ogenblik wordt geëvalueerd.

Noodkreten

Ondanks de noodkreten van bestuursvoorzitter Ten Dam richting Den Haag, tekent de UvA een nieuwe overeenkomst met Oncampus. Daarin wordt rekening gehouden met de bezwaren van de minister en de gedragscodecommissie. Wat er precies in het contract staat, is niet bekend gemaakt. De afspraak te stoppen met werven voor numerus fixus-studies interpreteert de UvA in ieder geval ruim. De opleiding Business Administration verwijst internationale studenten die niet aan de toelatingseisen voldoen nog steeds naar de website van Oncampus. Daar staat wat duidelijker dan voorheen dat het Oncampus-programma wel voorbereidt op deze bachelor, maar dat het aantal studieplaatsen beperkt is. Oncampus-studenten betalen dus 18.375 euro voor een programma dat geen garantie biedt op toelating tot de gekozen opleiding.

Of de Amsterdamse interpretatie te ruim is en of er toch weer studenten van vmbo-niveau worden toegelaten, moet de gedragscodecommissie in de gaten houden. Hoe dat in z’n werk moet gaan is nog niet duidelijk. Het ministerie van onderwijs gaat monitoren of de strengere toelatingscriteria leiden tot minder instroom in het voorbereidend jaar en betere doorstroomcijfers naar de bachelor, meldt een woordvoerder van de minister. Wat er moet gebeuren als dat niet het geval blijkt, is een vraag voor haar opvolger.

Dit artikel komt uit het decembernummer van het Onderwijsblad, dat elf keer per jaar bij AOb-leden in de bus valt. Meer weten over alle voordelen van het AOb-lidmaatschap? Kijk hier.