Algemeen

‘We zijn om de tuin geleid’

Van de 82 miljoen die vorig jaar beschikbaar was voor de lerarenbeurs bleef maar 4,5 miljoen euro over, ontdekte het Onderwijsblad. Toch besloot Den Haag het budget met 28,5 miljoen te korten, om hiermee zij-instromers en onderwijsassistenten te financieren. Tweede Kamerleden voelen zich om de tuin geleid en eisen een oplossing van de minister.

Tekst Joëlle Poortvliet - redactie Onderwijsblad - - 4 Minuten om te lezen

van-meenen-bij-aob-debat

Beeld: AOb

Paul van Meenen, Kamerlid en onderwijswoordvoerder voor coalitiepartij D66, is op z’n zachtst gezegd not amused. Hij ondertekende eind 2019 een voorstel om miljoenen euro’s - bestemd voor de lerarenbeurs - over te hevelen naar budget voor zij-instromers en onderwijsassistenten. Maar alleen, zo zegt Van Meenen, ‘omdat de minister ons ervan verzekerde dat er genoeg geld over zou blijven zijn voor docenten die willen studeren’.

Er moet een oplossing komen

Samen met Kamerlid Michel Rog wil Van Meenen nog voor het einde van het zomerreces een oplossing voor de ruim 2400 leraren die de beurs aan hun neus voorbij zagen gaan. “Ik kan ook niet in één keer twintig miljoen uit m’n hoge hoed toveren, maar ik verwacht wel een oplossing van de minister.”

Gisteren liet CDA-Kamerlid Michel Rog in het Parool weten verbaasd te zijn over de grote aantallen leraren die nul op het rekest kregen. Ook Lisa Westerveld van GroenLinks is boos. “Ik zit mezelf maar af te vragen: hebben we iets gemist? Maar de lijn van de minister is de hele tijd geweest: het gaat om onderuitputting. Dit betekent dat er naar verwachting minder geld nodig zou zijn voor de lerarenbeurs, dat geld kon dan naar de bestrijding van het lerarentekort. Natuurlijk waren we daar allemaal voor.”

Bijna drie kwart van de nieuwe aanvragers kreeg de beurs niet

Nauwelijks kans

Van de aanvragers dit jaar zijn uiteindelijk 2416 mensen afgewezen, dit zijn cijfers van 3 augustus 2020*. Dat is bijna driekwart van de leraren die een eerste aanvraag deden. Vooral docenten uit het mbo maakten nauwelijks kans. DUO bevestigt dat de pot voor het mbo al binnen een uur leeg was. Nadat de aanvragen voor verlenging van een studie waren goedgekeurd, waren er nog maar 34 beurzen te vergeven.

Bij het primair en voortgezet onderwijs duurde het oplopend tot tien dagen voordat het plafond was bereikt. Maar dit is achteraf geredeneerd. “Als bijvoorbeeld in juni nog een herhaalaanvraag werd ingediend, ging dit ten koste van een eerste aanvraag”, aldus DUO. Gemiddeld, laat uitvoeringsinstantie weten, wordt per leraar ongeveer 11.000 subsidie aangevraagd. Maximaal 7.000 euro voor collegegeld en de rest voor studieverlof, waarmee de werkgever vervanging kan regelen.

Lerarenbeurs 2020 ingediende eerste aanvragen ingediende herhaal aanvragen totaal ingediende aanvragen toegekende eerste aanvragen toegekende herhaal aanvragen totaal toegekend totaal afgewezen
PO 1096 990 2086 290 986 1276 810
VO 1298 1747 3045 465 1751 2216 829
MBO 548 565 1113 34 566 600 513
HBO 355 337 692 88 340 428 264
Totaal 3297 3639 6936 877 3643 4520 2416

(bron DUO)

Alles wijst er op dat de minister wist dat er veel te weinig geld zou zijn voor de beurs van 2020. Afgelopen mei werd het jaarverslag van 2019 van het ministerie van OCW gepubliceerd. Daarin staat dat er in 2019 een meevaller op de lerarenbeurs was van ‘slechts’ 4,5 miljoen euro. Toch werd er dit jaar 28,5 miljoen gekort op de Lerarenbeurs. Nu neemt de animo voor de beurs al een paar jaar af - 10779 aanvragers in 2017, 8251 in 2018 en uiteindelijk 6936* aanvragers in 2020 - maar zeker niet zo rap.

In februari antwoordde minister Slob op een vraag van Kamerlid Roelof Bisschop van de SGP: “Het is niet juist dat daar opeens geld wordt weggehaald van het doel waarvoor het bestemd was. (…) U weet hoe het werkt bij onderuitputting: als je aan het eind van het jaar merkt dat iets niet gebruikt is, gaat het naar de schatkist. Nu konden wij het voor het onderwijs bewaren en ook op een goede manier inzetten. Zo moet men dit (…) zien.”

Kasschuifblunder

De consequenties van deze kasschuifblunder worden nu pijnlijk duidelijk. In het Parool-artikel van Hanneke Keultjes komt basisschoolleraar Erwin Wezendonk aan het woord. Hij vertelt dat hij al jaren voor de klas staat, maar twijfelde of hij nog wel door wilde. Het vooruitzicht van een studie pedagogiek aan de HvA gaf hem nieuwe motivatie. Maar van die goede moed is weinig meer over sinds de beurs is afgewezen. “Het collegegeld is het probleem niet, maar ik zou met de beurs ook een dag studieverlof krijgen en dus minder gaan werken. Als ik dat zelf moet gaan betalen, red ik het financieel gezien niet”, aldus Wezendonk in het Parool.

Ook bij de AOb komen vragen binnen van leden die zijn afgewezen voor de beurs. AOb-bestuurder Jelmer Evers. “Er moet geld komen om deze mensen alsnog te laten starten. En wat ik vorige week al zei: ik vind het onbegrijpelijk hoe dit is gegaan. De lerarenbeurs is heel populair voor zittende leraren. Als je hen voor het beroep wilt behouden moet je hier juist op inzetten.”

Aanvraagperiode

Waarom het ministerie van Onderwijs vasthield aan een aanvraagperiode van drie maanden, waardoor de afwijzingen in het midden van de zomer binnenstroomden, is onduidelijk. Ook op vragen over de kennis die de minister al had over het ontoereikende budget en het misleidend informeren van de Kamer volgt nog geen antwoord.

*De cijfers zijn voorlopig. De afgelopen jaren besloten jaarlijks tussen 800 en 1000 leraren hun toegekende beurs alsnog weer terug te geven. Daarnaast zijn er de afgelopen jaren tussen de 200 en 400 mensen afgewezen omdat zij een aanvraag indienen met een ongeldige opleiding, hun recht al verbruikt hebben, niet bevoegd zijn, de werkgever niet bekostigd is of te laat ingediend. Deze laatste groep is door ingebruikname van een nieuw systeem bij DUO dit jaar al meteen bij de aanvraag geweigerd. Van deze groep zijn nu geen aparte cijfers beschikbaar. (bron: DUO)

Lees ook: 'De lerarenbeurs is op'

CDA, D66, GroenLinks en de SP stelden vorige week Kamervragen over de gang van zaken rond de lerarenbeurs.