Algemeen

Vijf antwoorden over de nieuwe cao primair onderwijs

In de nieuwe cao po verandert veel. Wat betekent dat voor jouw salaris? En hoe is een nieuwe kloof tussen het primair en voortgezet onderwijs te voorkomen? Thijs Roovers beantwoordt vijf veelgestelde vragen over het historische cao-akkoord.

Tekst Joëlle Poortvliet - redactie Onderwijsblad - - 3 Minuten om te lezen

thijsroover2-tt

Beeld: Typetank

Veel leerkrachten in het primair onderwijs zitten in schaal L10. Deze groep lijkt er op maandbasis niet heel veel op vooruit te gaan. Klopt dat?

“Dat ligt eraan waar je naar kijkt. Als je in schaal L10, trede 15 zit en vier dagen per week werkt - dat is de gemiddelde leerkracht - ga je er met deze nieuwe cao ongeveer 60 euro netto per maand op vooruit. Kijk je naar het jaarsalaris dan maakt deze leerkracht nog een grotere sprong. De eindejaarsuitkering gaat met 2 procent omhoog. En de bindingstoelage is terug, het bedrag dat leraren krijgen die aan het eind van hun schaal zitten. Beide bedragen zijn naar rato van je dienstverband. Voor iemand die vier dagen werkt is de bindingstoelage 1273 euro bruto, elk jaar in augustus op je rekening. En vergeet niet: een huis kopen bijvoorbeeld doe je op basis van je bruto jaarsalaris, niet je netto maandsalaris.”

De stijgende vaste lasten gaan af van je netto maandsalaris. Wordt de inflatie voldoende gecompenseerd met deze cao?

“Nee, want de loonruimte - grofweg de compensatie voor lastenverzwaringen - voor 2022 is nog niet verwerkt in dit akkoord. Daarom loopt de cao ook maar tot 31 mei aanstaande. We gaan nu verder onderhandelen om ook die loonruimte zo snel en veel als mogelijk naar het salaris te krijgen.”

Dus de grote groep leerkrachten uit L10 heeft de klapper al eerder gehad?

“In 2018 hebben we ervoor gekozen de investering in lerarensalarissen vooral te laten landen in schaal L10 (in de nieuwe cao is dat LB, red.). Deels vanwege het falen van de functiemix. Werkgevers kregen geld om leraren in een hogere functie te zetten en dus in een hogere schaal, maar dat gebeurde amper. Wij vonden dat deze groep als eerste recht had op meer geld en hebben toen al de laagste lerarenschaal afgeschaft en voor L10 het gat met het voortgezet onderwijs behoorlijk gedicht. Met de jongste cao is de loonkloof overbrugd voor iedereen: ook voor leerkrachten in andere schalen, ondersteuners en schoolleiders.”

Wat verandert er voor ondersteuners en schoolleiders?

“Met deze cao gaan ondersteuners er op jaarbasis 4 à 5 procent op vooruit. Het salaris van directeuren en adjuncten stijgt nog meer: met 10 procent voor de meesten. Wil je weten wat jouw salaris wordt? Ga dan naar aobonderwijssalaris.nl. Let wel, er kunnen altijd verschillen zijn tussen wat de AOb salarischeck aangeeft en jouw eigen loonstrook. Bijvoorbeeld omdat je een arbeidsmarkttoelage ontvangt of omdat je een extra verzekering tegen arbeidsongeschiktheid hebt afgesloten. Het blijft een indicatie, maar in de meeste gevallen is die accuraat.”

AOb-bestuurder Thijs Roovers: “Alle partijen zijn het erover eens dat de kloof niet terug mag komen.”

Op dit moment zijn er nog twee aparte cao’s voor het primair en voortgezet onderwijs. Zo kan er toch opnieuw een kloof ontstaan?

Alle partijen zijn het erover eens dat de kloof niet terug mag komen. Dat hebben we ook afgesproken in het Onderwijsakkoord. De AOb wil daarom direct met de onderwijsminister onderhandelen over de loonruimte en niet meer met twee aparte werkgeversverenigingen. De regering wil graag één cao voor het po en vo, maar dat vraagt om meer tijd en bezinning. Beide hebben hun eigen karakter. Denk aan bevoegdheden, opslagfactor, lesgebonden uren, enzovoorts. Komende tijd gaan we uitzoeken wat we behalve de salaristabellen nog meer kunnen synchroniseren.”

Wil je weten wat jouw salaris wordt? Ga dan naar aobonderwijssalaris.nl.

– De eindejaarsuitkering en de eventuele bindingstoelage zijn zichtbaar in de maand van het jaar waarin ze worden uitgekeerd, in december en in augustus.
– De arbeidsmarkttoelage uit de NPO-gelden – het extra salaris dat leerkrachten krijgen die werken op scholen met veel kwetsbare leerlingen - wordt niet meegerekend in de tool. Dat bedrag is afhankelijk van het schoolbestuur waarvoor je werkt.
– Het ministerie van Onderwijs heeft een salarisverhoging van 440 euro per maand gecommuniceerd. Dat is een gemiddeld brutobedrag, inclusief alle toeslagen en gerekend over een langere periode. Dit is dus niet het bedrag dat je op korte termijn extra krijgt.
– AObonderwijssalaris blijft een rekentool, waarbij we zo goed mogelijk benaderen wat jij netto per maand ontvangt. Uiteindelijk geldt natuurlijk wat je op je loonstrook krijgt.

Doe de salarischeck

Check de vlog van Thijs. Hierin beantwoordt hij nog meer vragen over de nieuwe cao.