Algemeen

Raad van State: islamitische school toch naar Westland

Minister Slob mocht ingrijpen om de komst van de islamitische school in het Westland af te dwingen. Dat zegt Raad van State vandaag in een uitspraak. Slob greep in, omdat de gemeenteraad zich tegen de komst school bleef verzetten ondanks gerechtelijke uitspraken. Nederlands hoogste rechter geeft hem daarin gelijk.

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - Minder dan een minuut om te lezen

ministerslob

Beeld: Rijksoverheid

Het waren vooral de lokale partijen binnen de gemeenteraad, Westland Verstandig, LPF Westland en GemeenteBelang Westland, die zich fel verzetten tegen de islamitische school. Deze partijen vormen een meerderheid. De scholenstichting Yunus Emre met vier scholen in Den Haag was al een tijdlang bezig met het opzetten van een nieuwe islamitische basisschool. Aanvankelijk stonden Slob en zijn voorganger Sander Dekker ook niet te springen om een nieuwe islamitische school en zeiden ze dat er te weinig belangstelling voor was.

Na juridische procedures kreeg Yunus Emre gelijk: de school mocht wel in het Westland komen en de minister moet de school bekostigen. Ook de gemeenteraad was volgens de bestuursrechter en de Wet op het primair onderwijs verplicht om de school in het ‘plan van scholen 2020-2023’ op te nemen. De gemeenteraad legde zich daar na meerdere oproepen van de minister niet bij neer.

Maatregel

Het zorgde ervoor dat minister Slob een ‘indeplaatsstelling’ moest uitvoeren. Een maatregel waarmee hij voor de gemeenteraad een besluit neemt. De Raad van State oordeelt nu dat dit het juiste besluit was. De minister heeft zich aan alle wettelijke regels gehouden bij het nemen van zijn besluit, zo vindt de Raad van State.

De uitspraak van de hoogste rechter zorgt er definitief voor dat de islamitische school een plek krijgt in het ‘plan van scholen’ en dat de school door het ministerie van Onderwijs wordt bekostigd.