Algemeen

Lesgeven aan leerlingen én je eigen kinderen? ‘Overvraag elkaar niet’

Lesgeven op afstand én thuisonderwijs verzorgen aan je eigen kroost: voor onderwijspersoneel met kinderen is het jongleren.

Tekst Lisette Douma - redactie Onderwijsblad - - 4 Minuten om te lezen

lo-res-1leanne-schoonenberg-20-3-20-foto-fred-van-diem-0070

beeld: Fred van Diem

Onderwijspersoneel heeft deze week bergen werk verzet. En wie niet ziek is, moet de komende weken ook ‘gewoon’ doorwerken, vanuit huis of school. Ook als je thuis zèlf kinderen hebt rondlopen.

Onderwijspersoneel valt onder de ‘cruciale beroepsgroepen’. Heb je een partner zonder vitaal beroep, dan moet je zoveel mogelijk zelf je kinderen opvangen. Lukt dat niet of ben je alleenstaand, dan kan je een beroep doen op de school en/of kinderopvang. Ondertussen moet elke school met het personeel zo snel mogelijk tot ‘werkbare’ afspraken komen. Maar wat voor de één werkbaar is, is voor de ander nauwelijks te doen.

Zodra de kinderen in bed liggen, klappen wij onze laptops open. Het zijn lange dagen zo

“Wat ik vooral ingewikkeld vind, is dat je nu niet kunt varen op een automatische piloot – voor zover dat überhaupt kan in het onderwijs”, vertelt universitair docent Jasper van Vught van de Universiteit Utrecht. Hij heeft twee kinderen van één en drieënhalf en zijn vrouw heeft ook een pittige baan. Ze zitten nu met zijn vieren thuis. “We proberen onze zorgtaken zo goed en zo kwaad als het kan te verdelen. Maar tijdens mijn contactmomenten met studenten, moeten haar afspraken wijken. En zodra de kinderen in bed liggen, klappen wij onze laptops open. Het zijn lange dagen zo”, vertelt Van Vught.

In eerste instantie dacht Van Vught dat hij de gelukkige bijkomstigheid had dat deze onderwijsperiode tegen het einde loopt. "Ik heb deze week wat stof laten vallen en dacht dat dat voldoende ruimte zou geven voor creativiteit. De contactmomenten doe ik via Microsoft Teams. En hoorcolleges kan ik in de avonduren opnemen en kunnen mijn studenten bekijken wanneer ze willen. Maar het is zoeken naar nieuwe didactische werkvormen, en onderzoek ligt nu helemaal stil. Het valt me best tegen.”

Als de oudste eenmaal werkt, probeer ik wat mails van studenten te beantwoorden

“Ik heb wel het gevoel dat wij dit een paar weken kunnen volhouden”, vertelt Leanne Schoonenberg-Middel, docent verpleegkunde bij Roc Top én moeder van drie. “Wij proberen zoveel mogelijk ons normale ritme aan te houden. Dus om een uur of acht gaat mijn man thuis aan het werk en houd ik me met de kinderen bezig. De jongsten van vijf en bijna vier mogen eerst nog wat spelen, terwijl ik de oudste van acht help met opstarten. Als hij eenmaal werkt met Snappet of in een schrift probeer ik wat mails van studenten te beantwoorden.”

Mijn oudste is snotterig, dus die wil ik niet naar school brengen en de jongste is ook verkouden, dus die kan niet naar de gastouder

Schoonenberg-Middels studenten zitten in het laatste jaar van de niveau-4 opleiding verpleegkunde en lopen stage. “Ik zit ze nu achter de broek dat ze wel hun examenonderdelen inleveren zodat ik ze straks mondeling kan examineren – ofwel in persoon, ofwel met videogesprekken. En ik beantwoord veel praktische vragen over hoe het nu moet met hun examens. Ik merk dat ik veel meer dan normaal in de avonduren werk.”

Schoonenberg-Middel werkt twee dagen en smeert die nu over vijf dagen uit. “Als ik een fulltime baan zou hebben, zou ik toch een beroep hebben gedaan op school en opvang. Dat hebben we ook wel aangevraagd. Maar mijn oudste is snotterig, dus die wil ik niet naar school brengen. En de jongste is ook verkouden, dus die kan niet naar de gastouder.”

Je kunt niet meer doen dan je best. Laat je niet gek maken

“Iedereen roeit met de riemen die hij heeft”, merkt AOb-voorzitter Eugenie Stolk. “Je kunt niet meer doen dan je best. Dus mijn advies is: laat je niet gek maken. En ook: overvraag elkaar niet.”

Jonge honden

Aardrijkskundedocent Mariëlle Brouwer van het Ulenhofcollege in Doetinchem constateert binnen haar sectie een verschil tussen wat zij noemt de ‘jonge honden’ en zichzelf. “Maandag waren mijn jonge collega’s in een rap tempo van alles aan het organiseren, de informatie en ideeën vlogen me om de oren en waren allemaal goed bedoeld. Maar ik merkte dat ik allang blij was dat ik de dag georganiseerd kreeg. Ik heb twee jongens van elf en dertien, de één zit op de basisschool de andere op de middelbare, mijn partner is nog op zijn werk, dus ik sta er thuis alleen voor.”

Ik ervaar druk, maar kan het gelukkig ook weer naast mij neerleggen

Voor haar kinderen kreeg Brouwer vanuit hun scholen tal van tips en handreikingen. “Om het overzicht te krijgen en mijn jongens aan het werk te zetten, is al bijna een dagtaak. Dus wat mijn werk betreft ben ik allang blij dat er nu voor mijn leerlingen een roostertje is en dat ik met mijn mentorleerlingen contact heb. Dan wil ik volgende week best wel een lesje opnemen, maar dat zit er deze week niet in. Ik ervaar daarover wel druk, maar kan het gelukkig ook weer naast mij neerleggen. Ik heb de mazzel dat ik een heel fijne sectie heb waartegen ik eerlijk kan zeggen dat het me nu niet lukt alle ballen in de lucht te houden. Daar is begrip voor.”

Hoe zit dat met de zorg- en preventieplicht ter voorkoming van ziekte die alle scholen hebben? En ben ik verplicht om online les te geven? Ga hier naar de lijst met veelgestelde vragen voor de antwoorden.