PO

Ministers: ‘Geen extra geld voor lerarenbeurs’

Onderwijsministers Arie Slob en Ingrid van Engelshoven kunnen geen geld vrij maken om 2400 afgewezen leraren alsnog een lerarenbeurs te geven. Dat melden de bewindslieden aan de Tweede Kamer, die in een motie om extra geld had gevraagd.

Tekst Tekst Webredactie - Rob Voorwinden - - Minder dan een minuut om te lezen

geengeld

Beeld PixaBay

Er zat dit jaar minder geld in de pot voor de lerarenbeurs dan vorige jaren. Minister Slob had, met medeweten van de Tweede Kamer, 28 miljoen van de lerarenbeurs overgeheveld naar zij-instroomtrajecten en de opleiding voor assistenten om leraar te worden. Daarmee bleef 50 miljoen over voor de beurs. Dat bleek veel te weinig om alle aanvragen voor de beurs van dit jaar te honoreren, waardoor 2400 leraren buiten de boot vielen.

Verkeerde been

De Kamer bezweert dat zij nooit door het ministerie is gewaarschuwd dat er te weinig geld zou overblijven om alle aanvragen te honoreren. “We zijn op het verkeerde been gezet door de minister”, zei D66-Kamerlid Paul van Meenen begin augustus. Waarna D66, GroenLinks, SP en PvdA de minister in een motie vroegen om extra geld te gaan zoeken.

Kasschuif

De ministers Slob en Van Engelshoven onderzochten diverse mogelijkheden om geld vrij te maken, waaronder een kasschuif (het naar voren halen van geld van volgend jaar), het verlagen van de lumpsum en het vrijmaken van geld in de Najaarsnota 2020. ‘Geen van die opties is wenselijk of mogelijk’, schrijven de ministers aan de Tweede Kamer. Leraren die dit jaar achter het net visten krijgen volgend jaar wel voorrang.