Algemeen

Meer voet aan de grond in hoger onderwijs

Primair en voortgezet onderwijs zijn de grootste sectoren binnen de AOb, maar dat wil niet zeggen dat er geen aandacht is voor het hoger onderwijs. “Integendeel”, vertelt Coba van der Veer, sectorconsulent hbo. “Daar werken we hard aan.”

Tekst ad moerman - redactie onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

mve_jan19

Beeld: Rob Niemantsverdriet

Vertel.

“Voor de bond is er veel te winnen in het hoger onderwijs. Een sterkere positie van de AOb komt ook ten goede aan het hoger onderwijs en de mensen in die sector. Aan die positieversterking werk ik hard. Sinds afgelopen september ook als secretaris van de landelijke sectorraad hoger onderwijs van de AOb.”

Aha, vers bloed in de gelederen?

“Wel leuk dat je dit vraagt, want mensen schatten mij vaak jonger in dan ik ben. Toch werk ik al een heel poosje in het onderwijs. Eerst op een mavo, daarna een mbo en sinds 2003 aan de Christelijke Hogeschool in Ede. Daar ben ik docent Nederlands aan de pabo. Anderhalf jaar geleden zag ik een advertentie in het Onderwijsblad. Even later was ik voor één dag per week sectorconsulent. Via deze baan wil ik bijdragen aan de nodige kwaliteitsverbeteringen in de sector.”

Wat doe je daar dan aan?

“Voorlopig vooral veel zaaien en nog niet veel oogsten. In rayon Oost richt ik me op dertien hbo-instellingen. Ik ben heel druk met het opbouwen van een netwerk op al die scholen. Lekker pionieren, flyeren, koffiekamers bezoeken en bijeenkomsten initiëren. We willen beter weten wat leeft en nodig is in het hbo. Zodat we die noden beter kunnen vertalen richting de volgende cao.”

Wat kom je zoal tegen?

“Het gaat vooral over werkdruk, werkdruk en werkdruk. Ik kwam iemand tegen die één dag minder was gaan werken, van vijf naar vier. Zij had voor het eerst het idee dat ze een vijfdaagse werkweek had. Veel mensen hebben vragen over de ‘duurzame inzetbaarheid’; een manier om uren te sparen die je naar eigen inzicht mag opnemen. Klinkt mooi, maar als je die uren wilt besteden aan vrije tijd of een sabbatical, dan moet er wel vervanging zijn. Die vervangers zijn er vaak niet. Met deze regeling moeten we dus wat bij de volgende cao.”

Dergelijke wensen stuur je door naar ‘Utrecht’?

“Ik breng ze zelf, want sinds afgelopen najaar ben ik secretaris van de landelijke sectorraad. Een club van sectorconsulenten, rayonbestuurders, een hoofdbestuurder en vertegenwoordigers van een aantal hogescholen. We zoeken nog betrokken collega’s, liefst van elke instelling één, zodat zoveel mogelijk hbo-scholen in de sectorraad vertegenwoordigd zijn.”

Was er ook niet een fusie met een andere hoger-onderwijsbond?

“De Vawo, de vakbond voor de wetenschap, is per 1 januari samengegaan met de AOb. Ik denk dat het voor de mensen die in het wetenschappelijk onderwijs werken goed is dat deze krachtenbundeling gerealiseerd is. Samen sta je immers sterker.”

En wat wil jij later worden?

“Voorlopig ben ik een tevreden mens. Anderhalve dag per week lesgeven en anderhalve dag voor de bond de boer op. Ik ben erg enthousiast dat ik me nu ook buiten de klas met de kwaliteit van het onderwijs bezig kan houden. De AOb is daarnaast een prettige ‘platte’ en enthousiaste organisatie om voor te werken.”