Algemeen

Maxe de Rijk: 'Je kunt hier als docent echt een verschil maken'

Voor leerlingen met een praktijkonderwijs-advies die meer in hun mars hebben, heeft het Amsterdamse Mundus College een speciale ‘kansklas’. Met extra tijd en begeleiding kunnen ze doorstromen naar de bovenbouw van het vmbo, vertelt docent en initiatiefnemer Maxe de Rijk.

Tekst arno kersten - redactie onderwijsblad - - 8 Minuten om te lezen

Maxederijk header

Beeld: Fred van Diem

De leerlingen”, antwoordt Maxe de Rijk gelijk. Vraag maar waarom ze graag in het praktijkonderwijs werkt en haar gezicht licht op. “Het zijn directe, open leerlingen, met het hart op de tong. Ze zeggen wat in ze opkomt, wat ze voelen en ervaren. Dat vind ik heel fijn lesgeven. Je weet altijd of je lesstof aankomt. Het zijn leerlingen die veel hebben meegemaakt, moeilijker hebben kunnen leren op de basisschool en vaak ook minder steun van thuis kunnen krijgen. Maar ze zijn ook heel gemotiveerd. Je kunt hier als docent echt een verschil maken.”

In het Nederlandse onderwijsbestel vormt het praktijkonderwijs een aparte pilaar, bedoeld voor leerlingen die geen vmbo zouden aankunnen. Maar sommige kinderen die met praktijkschooladvies groep 8 verlaten, kunnen prima naar het vmbo. Als ze maar de tijd en begeleiding krijgen om hun achterstanden in te halen, zo weet De Rijk uit ervaring. Ze zette een aantal jaren terug de eerste vmbo-kansklas op. ‘Praktijkleerlingen’ krijgen een jaar extra om op vmbo-niveau de onderbouw te doorlopen en dat werpt z’n vruchten af. Van de negentien leerlingen in de eerste groep zijn er elf naar vmbo-basis en vier naar vmbo-kader doorgestroomd, de resterende vier naar mbo-entree (niveau 1). Wat het extra bijzonder maakt: haar school, het Mundus College in Amsterdam Nieuw-West, biedt al deze onderwijsvormen onder één dak. De Rijk publiceerde vorig jaar het boek Geen stress, we gaan het maken! over haar ervaringen met de eerste kansklas.

Dit artikel lees je gratis uit het Onderwijsblad van december. Op de hoogte blijven van alles wat speelt in het onderwijs? Word lid van de AOb! En ontvang elke maand het Onderwijsblad.

CHECK ALLE VOORDELEN VAN HET LIDMAATSCHAP

Een grote oorzaak van de achterstanden is armoede, aldus De Rijk. “Als er thuis stress is over geld, dan is er weinig ruimte voor andere onderwerpen. Armoede betekent vaak ook een slechte woning, ongezonde voeding, geen ontbijt, allemaal zaken die een leerling nodig heeft om te kunnen functioneren.” Het kabinet trok onlangs geld uit om scholen ontbijt te laten verzorgen voor leerlingen die met een lage maag van huis gaan. Op het Mundus College doen ze dat al veel langer. “Het is hartstikke fijn dat het nu door de overheid betaald gaat worden. Maar veel liever heb ik nog dat de armoede zelf wordt bestreden: dat het minimumloon omhooggaat, dat er iets tegen al die flexcontracten wordt gedaan en dat leerlingen gewoon thuis ontbijten.”

Ontdekkingstocht

Terwijl de maatschappelijke trend is dat veel ouders met hun kinderen proberen het vmbo te ontlopen, doen leerlingen in de kansklas juist hun stinkende best om het vmbo te halen. Ze krijgen drie jaar de tijd om de onderbouw van het vmbo te doorlopen. Concreet betekent het dat ze twee jaar over het eerste vmbo-leerjaar doen en dan één jaar over het tweede onderbouwjaar. Die laatste ‘versnelling’ moet voorkomen dat de overgang naar de reguliere vmbo-bovenbouw alsnog een struikelblok wordt.

(Het artikel gaat verder onder de foto)

Beeld: Fred van Diem

Onderdeel van het programma - op het hele Mundus College - is een groot scala aan buitenschoolse activiteiten. Leerlingen kiezen uit een aanbod van 35 verschillende workshops. In het eerste jaar moeten ze daar verplicht één uur per week aan besteden, maar veel leerlingen doen er wel twee of drie. “De workshops dragen enorm bij aan het mentale welzijn van de leerlingen. Kinderen worden er gelukkiger van en een gelukkiger kind leert beter. Wij zien dat de leerprestaties vooruit zijn gegaan sinds leerlingen ook pianolessen kunnen nemen, kunnen dansen of voetballen. Het is een grote boost voor het ontdekken en ontwikkelen van talenten. Het draagt ook bij aan hun ontdekkingstocht. Leerlingen leren iets kiezen wat bij hen past en niet omdat hun beste vriendin dat ook doet.”

De workshops dragen enorm bij aan het mentale welzijn van de leerlingen. Kinderen worden er gelukkiger van en een gelukkiger kind leert beter

Een ander onmisbaar onderdeel van het curriculum is het vak Persoonsvorming en Socialisatie, dat De Rijk samen met collega’s heeft opgezet. Twee uur per week is er tijd om te praten over wat leerlingen bezighoudt en over wat er in de wereld om hen heen gebeurt. De Rijk geeft het vak zelf als mentor aan haar kansklas. “Dit vak is ook een deel van het succes van de kansklassen. Dat leerlingen twee uur per week de ruimte hebben om te praten over wat ze denken, hoe ze zich voelen, wat ze hebben meegemaakt. Ik had het boek zonder dit vak niet kunnen schrijven. Ik ben blij dat ik het vak als mentor kan geven, want daardoor leer je je eigen klas heel goed kennen.” Het is een vak zonder toetsen en cijfers, want er moet op school toch al genoeg gepresteerd worden. Al wordt het nu wel op het rapport vermeld met een letter voor onvoldoende, matig, voldoende, goed of uitstekend. Omdat leerlingen aangaven dat graag te willen, zodat het vak ook zichtbaarder werd voor hun ouders. De beoordeling gebeurt op basis van inzet.

Twee roosteruren per week is natuurlijk wel “een dingetje”, aldus De Rijk. “Ook hier op school moet ik nog wel eens uitleggen waarom we hier die tijd voor vrijmaken. ‘Wat een mooi vak, maar ten koste van welk vak is die tijd dan gegaan?’ Maar we zien echt een groot effect, zeker sinds de coronalockdowns. Leerlingen die dit vak volgen, scoren ook op cognitief vlak hoger bij andere vakken.”

Zelfvertrouwen

Veel leerlingen kunnen een oppepper voor het zelfvertrouwen goed gebruiken. Dankzij het huidige onderwijssysteem krijgen ze namelijk vaak te horen dat ze achterlopen bij anderen en dat is kwetsend, aldus De Rijk. “Een basisschooladvies wordt gemeten aan de hand van een gemiddelde. Praktijkonderwijs staat gelijk aan drie jaar achterstand, vmbo-basis twee jaar achterstand, vmbo-t is het gemiddelde, havo en vwo komen neer op een leervoorsprong. Als leerlingen onder dat gemiddelde zitten, is het heel moeilijk om daar bovenop te komen. Ze doen hun best en groeien ook, maar omdat andere leerlingen natuurlijk ook vooruitgaan, blijven ze ten opzichte van het gemiddelde lager scoren. Dat zorgt ervoor dat leerlingen het vertrouwen in zichzelf verliezen, heel pijnlijk en onnodig.”

(Het artikel gaat verder onder de foto)

Beeld: Fred van Diem

Voor veel leerlingen komt het selectiemoment in groep 8 te vroeg om een goed oordeel te kunnen vormen. Gelukkig hebben scholen onder het mom van ‘kansrijk adviseren’ meer adviezen naar boven bijgesteld. En voor de duidelijkheid, benadrukt De Rijk: basisscholen doen wat ze kunnen. “Die zitten ook vast in het systeem. Daarnaast is er een enorm lerarentekort. Er is veel uitval geweest en daar kwam nog corona bovenop. Leerlingen zonder ouders die na school nog even die rekensom met ze kunnen oefenen of bijlessen betalen, die zijn er de dupe van. Basisscholen hier in Nieuw-West kampen met een veel groter lerarentekort dan bijvoorbeeld in Zuid. Leerlingen die nu bij ons binnenkomen hebben zo veel wisselingen van docenten gehad. Gevolg is dat we leerlingen binnenkrijgen die niet kunnen klokkijken. En dan blijkt dat de juf van groep 8 dat niet weet, want haar collega van groep 7 was uitgevallen en had het niet door kunnen geven.”

Uiteindelijk is de opdracht kort en krachtig: dat elke leerling op een plek terecht komt die goed past, op welk niveau dat ook is. Daarbij verdient het beroepsonderwijs veel meer waardering, aldus De Rijk. “In mijn boek beschrijf ik vier leerlingen die van praktijkonderwijs naar vmbo-kader gaan. In het begin waren ze vooral heel blij, vonden ze het ook heel knap van zichzelf. En het gaat nu fantastisch met ze, maar ze zeggen ook: ja, maar het is nog steeds maar vmbo-kader. Ze komen van zo ver en ze hebben er zo hard voor geknokt en dan zit het toch in het hoofd: als maatschappij vinden we jou nog net niet goed genoeg.”

Superdivers

Maxe de Rijk rondde de studie politicologie aan de Universiteit van Amsterdam af, werd naar eigen zeggen verliefd op het onderwijs en koos vervolgens voor de lerarenopleiding maatschappijleer. Ze groeide op in een multiculturele wijk in Amsterdam-Oost, waar ze naar de gemengde buurtschool ging. Die ervaringen uit haar eigen schooltijd helpen haar nu ook in de klas. “Opgroeien tussen verschillende culturen en verschillende sociaaleconomische achtergronden helpt je om je te kunnen verplaatsen in een ander.” Bovendien heeft het Mundus College een “superdivers” docententeam, zegt ze. “Leerlingen komen hier allerlei soorten mensen tegen, zo is er altijd iemand die op je lijkt.”

Opgroeien tussen verschillende culturen en verschillende sociaaleconomische achtergronden helpt je om je te kunnen verplaatsen in een ander

Een spannend moment voor haar persoonlijk beschrijft De Rijk in haar boek. Ze vertelde haar kansklas - en later de andere klassen - dat ze op vrouwen valt. “Ik wilde er open over kunnen zijn. Ik vraag van hen ook openheid, dus dan moet ik die zelf ook geven. Iedereen heeft zijn vooroordelen, ik ook. Ik lees ook artikelen in de media over homo’s die uitgescholden worden op straat. Maar zoals wel vaker bij vooroordelen, bleken ze onjuist. Ik heb gemerkt dat de relatie met m’n leerlingen is versterkt doordat ik mij kwetsbaar heb opgesteld. En dat ik hun wereld daarmee heb vergroot - en zij de mijne. Ik loop nu veel zelfverzekerder door de school en dat komt doordat de leerlingen mij dat vertrouwen hebben gegeven.”

Maxe de Rijk, 'Geen stress, we gaan het maken!', Volt, € 21,99

Dit is een artikel uit het Onderwijsblad, dat maandelijks bij AOb-leden in de bus valt. Meer over alle voordelen van het AOb-lidmaatschap lees je hier.