PO
VO

Masterplan moet basisvaardigheden opkrikken

Een omvangrijk plan voor de komende tien jaar moet zorgen dat de basisvaardigheden, zoals taal en rekenen, met stappen vooruitgaan. AOb-voorzitter Tamar van Gelder: “Iedereen in het onderwijs wil de basisvaardigheden verbeteren, maar we hebben gewoon meer collega's nodig."

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 3 Minuten om te lezen

basisvaardigheden

Beeld: Typetank

Zo moeten leraren bijvoorbeeld tijd en ruimte krijgen om zich te scholen en om de onderwijskwaliteit te verbeteren. Vandaag stuurde onderwijsminister Dennis Wiersma (VVD) een brief aan de Kamer met daarin zijn ideeën om de basisvaardigheden te verbeteren bij leerlingen in het funderend onderwijs. Het is een eerste opzet, omdat de minister nu met leraren, schoolleiders, bestuurders, lerarenopleidingen en andere partijen uit het onderwijs het plan verder uitwerkt. Voor de zomer hoopt hij daarmee klaar te zijn.

Van Gelder: "Het verbeteren van de basisvaardigheden is geen quick fix. De minister heeft geluisterd en gaat ook voor een lange termijn aanpak."

Zorgen

Dat er iets moet gebeuren staat vast, vindt Wiersma die zich grote zorgen maakt over het niveau. Hij noemt de dalende prestaties uit internationale onderzoeken, zoals Pisa en Timms/Pirls. ‘Dit beeld wil ik niet accepteren’, schrijft hij. Teveel leerlingen verlaten nu het onderwijs zonder dat ze de basisvaardigheden, zoals lezen, schrijven, rekenen, digitale geletterdheid en hoe we in Nederland met elkaar omgaan, onder de knie hebben.

Scholen kunnen ondersteuning krijgen bij de aanschaf van goede methodes

Een overladen programma, een verouderd en onduidelijk curriculum en een gat tussen wetenschap en praktijk zijn oorzaken van het achterblijven van de basisvaardigheden, zo meldt de minister. Toch zit het niet alleen daarin: ook trends als minder lezen en schrijven in vrije tijd, digitalisering en een afname van het aantal bibliotheken helpen niet mee.

Plan

Daarom zet Wiersma nu de contouren uit voor een groot plan voor de komende tien jaar. Het plan moet zorgen dat leraren beter in staat zijn om les te geven in taal, rekenen, wiskunde, burgerschap en digitale geletterdheid. Zo moeten zij extra tijd en ruimte krijgen om kennis op te doen, maar ook meer ontwikkeltijd krijgen om die kennis te kunnen toepassen in de praktijk en de onderwijskwaliteit te verbeteren. Het betekent, volgens de minister, dus een verschuiving in het lesprogramma. Daarnaast moeten alle scholen effectieve lesmethodes gebruiken. Scholen kunnen ondersteuning krijgen bij de aanschaf van goede methodes.

Monitoren en focus

Het volgen van de ontwikkelingen en het blijven onderzoeken, is ook van belang. De minister denkt aan zichtbare verbeteringen in de internationale onderzoeken, maar wil daarnaast volgen of de interventies werken en effect hebben. Belangrijk is ook dat scholen gaan werken met een duidelijk curriculum. Het moet duidelijk zijn wat scholen wél en niet hoeven te doen.

Maar het is niet aan scholen alleen. De partijen om de scholen heen, zoals ouders, opvang, culturele instellingen, bibliotheken kunnen ook beter samenwerken om de basisvaardigheden te verbeteren.

AOb-voorzitter: 'Heel veel komt al op het bordje van leerkrachten terecht omdat er op andere plekken óók te weinig mensen en middelen zijn'

“Terecht dat de minister kijkt naar wat scholen wel en niet moeten doen”, zegt AOb-voorzitter Van Gelder. “Maar, heel veel komt al op het bordje van leerkrachten terecht omdat er op andere plekken óók te weinig mensen en middelen zijn. Denk aan veiligheid, jeugdzorg en armoedebeleid. En als je gaat veranderen, zorg er dan voor dat de leraar zelf betrokken is via het professioneel statuut en de medezeggenschap.”

Toezicht houden

Wiersma laat in zijn brief weten dat hij de inspectie opdracht geeft om erop te gaan letten of scholen er alles aan doen om een verbetering van de basisvaardigheden te realiseren. Op scholen die laks zijn, zal de inspectie sneller ingrijpen en strenger handhaven, zo kondigt hij aan.

Gelijk beginnen

Scholen die niet op het masterplan willen wachten en komend schooljaar al aan de slag willen met een verbetering van de basisvaardigheden, kunnen dat doen. Er komt een ‘basisbrigade’ die 150 scholen kan helpen. Ze zorgen voor extra handen, kennis en hulp op school, aldus de minister. Daarnaast kunnen 350 scholen subsidie aanvragen om zelf de basisvaardigheden te verbeteren.

Lees ook: prioriteit voor kerndoelen taal en rekenen en een verslag van het debat over de basisvaardigheden.