Algemeen

Landelijke basisnorm voor passend onderwijs

Wat mag wel en niet van leraren verwacht worden bij het bieden van passend onderwijs? Daarvoor gaat minister Arie Slob, in overleg met het werkveld, een ‘landelijke basisnorm’ opstellen. Deze norm is een lang gekoesterde wens van de AOb: "Leraren moeten weten welke ondersteuning ze nog zelf moeten bieden en wanneer ze extra ondersteuning kunnen inschakelen", zegt AOb-voorzitter Eugenie Stolk.

Tekst Webredactie - Rob Voorwinden - - 2 Minuten om te lezen

passend-onderwijs-afbeelding

Beeld: Typetank

Uit een evaluatie van de eerste vijf jaar bleek dat er veel schort aan de randvoorwaarden van passend onderwijs. Zo kregen leraren bij de invoering weinig of geen extra faciliteiten om de ondersteuning aan leerlingen handen en voeten te geven.

Wel nam de werkdruk toe. ‘Vaker gedragsproblemen in plaats van – of naast – leerproblemen, en vaker meervoudige problemen’, concludeerden onderzoekers dit voorjaar in de evaluatie passend onderwijs.

In een willekeurige klas zitten meer dan drie leerlingen die geen extra ondersteuning krijgen, maar die wel nodig hebben

Leraren in het basis- en voortgezet onderwijs zeggen zelfs onomwonden dat passend onderwijs soms schadelijk is voor de leerlingen. In elke klas in het basis- en voortgezet onderwijs blijken gemiddeld meer dan drie leerlingen te zitten die geen extra ondersteuning ontvangen, maar die wel nodig hebben, zo bleek eerder dit jaar uit ledenpeilingen.

In een beleidsreactie op de evaluatie passend onderwijs belooft minister Slob nu een landelijke basisnorm op te stellen voor passend onderwijs. Die norm moet duidelijk maken wat er van individuele leraren aan ondersteuning mag worden verwacht, en wanneer er extra ondersteuning kan worden aangevraagd.

Vaag

Er is al een commissie aan de slag gegaan die enkele voorstellen doet. Maar deze zijn, zo geeft minister zelf ook toe, nog vaag. Een van de regels is bijvoorbeeld dat leraren bij het bieden van passend onderwijs ‘gebruik kunnen maken van protocollen, methodieken en programma’s die actueel zijn, goed vindbaar, algemeen toegankelijk en gebaseerd op wetenschappelijke en praktijkkennis’. En dat ‘de grens tussen basisondersteuning en extra ondersteuning wordt vastgesteld door het samenwerkingsverband’.

Complex

De reden dat de norm nog niet heel concreet is, zo schrijft Slob, is omdat het 'best complex' is. 'Er zijn zorgen bij partijen dat een landelijke norm nooit recht kan doen aan de grote verschillen tussen scholen, en dat de norm een lijst van beperkingen wordt.’

Aan de hand van deze tekst is nog steeds niet duidelijk wat er wel of niet van leraren mag worden verwacht bij het bieden van passend onderwijs

De voorstellen worden de komende tijd in samenwerking met het veld nader uitgewerkt. Dat is inderdaad hard nodig, vindt AOb-voorzitter Eugenie Stolk. "Wat er nu ligt is te weinig concreet. Aan de hand van deze tekst is het leraren nog steeds niet duidelijk wat er wel of niet van hen mag worden verwacht bij het bieden van passend onderwijs, en wanneer ze recht hebben op ondersteuning. Dit is een tussenstap. Onze leden vragen heel duidelijk om een meer concrete invulling van de norm.”

Regeldruk

In de beleidsreactie doet Slob ook tal van andere aanbevelingen om het proces van passend onderwijs te verbeteren. Van ‘betere communicatie’ en ‘betere afspraken met de preventieve jeugdhulp’ tot ‘meer inspraak voor leraren’ en ‘het verminderen van de regeldruk’.