Algemeen

Is mijn rooster cao-proof?

Het nieuwe roosterprogramma Xedule leidt tot discussie over de jaartaak van mbo-docenten. Zij vragen zich af: ben ik voor teveel uur ingeroosterd? En: wie bepaalt eigenlijk hoeveel uur ik aan een bepaalde taak mag besteden? Check in dit artikel of jouw school de software goed gebruikt.

Tekst Joëlle Poortvliet - Redactie Onderwijsblad - - 4 Minuten om te lezen

schedule

In de meimaand kijkt het onderwijs vooruit. Hoe worden de uren volgend schooljaar ingedeeld? En wie gaat welke taak op zich nemen? Het nieuwe roosterprogramma Xedule koppelt roosters voor de leerlingen niet alleen aan de bezetting van de lokalen en de lesuren van de docent, maar verwerkt ook de bijkomende taken van het onderwijspersoneel, vertelt Kees Duin. Hij is docent detailhandel en lid van de ondernemingsraad van het Nova College in Haarlem dat sinds een jaar of twee gebruik maakt van Xedule. Zo’n beetje wekelijks krijgt hij een collega op gesprek die denkt dat hij of zij uiteindelijk teveel uren voor de klas moet. In de helft van de gevallen is dat ook zo, schat Duin, die inmiddels behoorlijk vertrouwd is geraakt met het programma. “In dat geval moet er een gesprek volgen met de leidinggevende over welke lessen eraf gaan. Maar andersom komt ook voor. Dat iemand denkt dat hij teveel moet doen, maar als je alles optelt komt het gewoon uit.”

Maak een uitdraai van je jaartaak in Xedule en leg deze naast de cao

1. Klopt het aantal uren?

De AOb krijgt van verschillende kanten signalen dat Xedule niet goed wordt gebruikt. "Het is belangrijk dat leidinggevenden voldoende knowhow hebben om het programma goed toe te passen", aldus docent en OR-lid Kees Duin. Wat nu vaak misgaat is dat de uren die iemand lesgeeft gelijk blijven, ook wanneer hij of zij ziek wordt of een studiedag heeft. De berekening van de eigen professionaliseringstijd pakt verkeerd uit. Het seniorenverlof wordt niet eerst van je jaartaak afgetrokken, wat wel zou moeten. Of het systeem ziet tweede pinksterdag, en andere in de cao benoemde feestdagen, niet als vakantiedagen. Hierdoor zou je deze uren in de rest van het jaar moeten compenseren. Duin raadt docenten dan ook aan een uitdraai te maken van hun jaartaak in Xedule en deze naast de cao te leggen.
Ga naar naar de cao mbo, scroll naar beneden en klik op ‘Hoe zit het met de normjaartaak in het mbo?’. Kom je er niet uit, raadpleeg dan iemand met meer kennis van Xedule op jouw school, of neem - als je lid bent van de AOb - contact op met het Informatie en Advies Centrum.

Collega’s zeggen nog steeds ‘ik heb x-uur gekregen voor stagecoördinatie’, maar zo zouden we het niet meer doen

2. Wie bepaalt wat?

In het mbo hebben werkgevers en werknemers afgesproken dat het team bepaalt wie welke taken oppakt en hoeveel uren er naar zo’n taak gaan. Denk aan open dagen organiseren of keuzedelen of lesmateriaal ontwikkelen. Om dit goed te verdelen moeten medewerkers weten hoeveel uur er voor zo’n taak staat. Op het Nova College kon dit tot vorige week nog niet. “Leidinggevenden konden wel bij deze gegevens in Xedule, maar medewerkers niet van elkaar”, zegt Duin. “Dat maakt een gesprek over wie wat gaat doen erg ingewikkeld.” Onder de oude cao ‘solliciteerden’ medewerkers bij hun leidinggevende op een taak, waarop hij of zij de afspraak verwerkte in de jaartaak en in het rooster. Duin: “Collega’s zeggen nog steeds wel ‘ik heb x-uur gekregen voor stagecoördinatie’, terwijl we het zo niet meer zouden doen.”

3. Is het rooster flexibel?

Een rooster moet flexibel zijn, aldus Duin. “Nu laat Xedule een momentopname zien, maar onderwijs is niet statisch: het verandert door het schooljaar heen. Er gaan klassen af, er komen klassen bij.” Ook het aantal uur dat voor een taak staat, kan gedurende het schooljaar wijzigen, legt Duin uit. “Stel ik neem volgend schooljaar de taak op me om voorlichting te geven op vmbo-scholen, onze toeleveranciers. Dan weet ik nu nog niet hoeveel avonden dat precies worden: drie, vier, of misschien wel zes? Je maakt een inschatting, maar je moet die kunnen bijstellen.”

Het grootste risico van een slechte onderwijslogistiek is ontevreden leerlingen en oververmoeide docenten

4. Wat wil mijn school met programma?

Het rooster is onderdeel van de zogenoemde ‘onderwijslogistiek’: een enorme puzzel die moet zorgen dat leerlingen op logische momenten les krijgen, dat gebouwen goed worden benut en dat het werk eerlijk onder docenten wordt verdeeld. Duin schrok dan ook toen hij zag dat het onderwerp werkdruk niet terug kwam in het ‘projectplan onderwijslogistiek’. “Xedule moet bij ons managementinformatie opleveren en de bezetting van het gebouw optimaliseren. Dat zijn doelen. Als risico wordt dan genoemd dat de managementinformatie niet op tijd wordt aangeleverd. Terwijl ik denk: het grootste risico van een slechte onderwijslogistiek is ontevreden leerlingen en oververmoeide docenten.” Het is volgens Duin daarom belangrijk dat docenten kritisch meekijken. “Zij moeten in ieder geval de mogelijkheid hebben om zelf te checken of de ingevoerde data wel klopt met de werkelijkheid en met de cao-afspraken. Het doel van Xedule zou een evenwichtig en cao-proof rooster moeten zijn.”