Algemeen

Inspectie neemt rijkste instellingen onder de loep

De Onderwijsinspectie gaat de schoolbesturen en samenwerkingsverbanden met de grootste financiële reserves per sector onder de loep nemen. Eind van dit jaar worden de bevindingen gerapporteerd.

Tekst Arno Kersten - Redactie Onderwijsblad - - Minder dan een minuut om te lezen

spaarvarkentje

Beeld: Pixabay

De inspectie selecteert de 'rijkste' tien procent van de instellingen per sector en gaat kijken naar de achterliggende redenen. Als besturen geen onderbouwing hebben, moeten ze die alsnog aanleveren. Eind dit jaar, met de publicatie van het jaarlijkse rapport 'Financiële staat van het onderwijs', zal de inspectie daarvan verslag doen. Ook zal ze dan de definitieve signaleringswaarden publiceren voor bovenmatige reserves. In 2020 wordt een volgende groep instellingen onderzocht, zo schrijft minister Arie Slob aan de Tweede Kamer.

Op de plank

De Tweede Kamer zit in zijn maag met de toenemende hoeveelheid onderwijsgeld dat op de plank blijft liggen. Voor instellingen in de financiële gevarenzone hanteert de inspectie al wel financiële indicatoren, zogenoemde signaleringswaarden. Voor overmatig vermogende instellingen bestonden die ook, maar ze zijn na verloop van jaren van tafel verdwenen. Met het nieuwe onderzoek wil de inspectie testen welke normen nu het beste beeld geven in alle sectoren, van primair tot hoger onderwijs.

Het lijkt erop dat de reserves bij veel besturen niet in verhouding staan tot de reële risico’s die zij lopen

Aangroeien

Doordat besturen te voorzichtig begroten en hun inkomsten onderschatten, zijn de reserves elk jaar verder aangegroeid. 'Het lijkt erop dat de reserves bij veel besturen niet in verhouding staan tot de reële risico’s die zij lopen', schrijft Slob. 'Vooral samenwerkingsverbanden houden grote reserves aan, de reserves nemen bovendien ieder jaar toe. Dat wekt verbazing, omdat ze meestal minder financieel risico lopen dan schoolbesturen. En dat reserves van samenwerkingsverbanden relatief hoog zijn, staat in schril contrast met klachten van scholen over te weinig geld voor ondersteuning in de klas.' Van belang is ook dat de interne tegenspraak, via ondernemings- en (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden, wordt versterkt.