WO&O

Docentnomade verdwaalt in academische wereld

Docenten met een tijdelijke aanstelling op universiteiten hebben nauwelijks zicht op een academische loopbaan. De ‘docentnomade’ kan weinig anders dan zwerven van de ene naar de andere tijdelijke functie.

Tekst Miro Lucassen - redactie Onderwijsblad - - 4 Minuten om te lezen

ninareserve

Beeld: Nina Maissouradze

Psycholoog Djoeke van der Sluis gaf vier jaar geleden haar baan als consultant op, voor een stap naar de Universiteit Utrecht. Met een contract voor lesgeven zonder uitzicht op verlenging, wist ze waar ze aan begon. “Ik heb deze kans met alle liefde gegrepen, want ik voel me thuis in de academische wereld”, zegt Van der Sluis.

Maar de functie bleek vooral een kans om heel hard te werken: ondanks een nominatie als docenttalent van het jaar, was een vast contract uitgesloten. “Natuurlijk hoop je dat het verandert, ons netwerk Teaching Academy Utrecht University heeft een manifest aangeboden”, zegt Van der Sluis kort voordat ze haar bureau op Utrecht Science Park moet leegruimen. “De reactie kwam neer op: ‘er gaat niets veranderen’. Een coronacrisis en een recessie zijn een onhandige periode om op straat te staan. Ik heb geprobeerd me voor te bereiden op dit moment, maar het onderwijs is altijd dringender.”

Flexibilisering

De docent is weg, het werk blijft: Van der Sluis wordt opgevolgd door een andere tijdelijke kracht. Deze flexibilisering van arbeid is de vakbonden in het hoger onderwijs al jaren een doorn in het oog. “Bij structureel werk horen vaste dienstverbanden”, zegt Marijtje Jongsma, hoofdbestuurder Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek bij de AOb. “Maar omdat er geen geld is om deze docenten aan de universiteit ook onderzoekstijd te geven, zien de universiteiten geen loopbaanperspectief.”

Het aaneenrijgen van tijdelijke contracten heeft een geschiedenis. André Linnenbank ontving in 2014 een laureaat van het Platform Hervorming Nederlandse Universiteiten voor de langste reeks tijdelijke dienstverbanden: 304 maanden sinds zijn eerste aanstelling. Hoewel hij onderzoek deed en onderwijs gaf, leidde dat nooit tot een vaste aanstelling en ook de publiciteit rond het laureaat hielp hem niet. Sinds 2015 is Linnenbank docent natuurkunde in het voortgezet onderwijs. “Mijn vertrek was niet vrijwillig en ook niet de keuze van mijn werkomgeving. Hierdoor ontberen mijn oud-collega’s nu relevante kennis en ervaring.”

Het universitaire onderzoek raakt steeds verder verwijderd van het universitaire onderwijs

Op papier hoort het beter te gaan. Universiteiten moeten zich als goede werkgevers druk maken over de loopbaan van hun personeel. Daarover zijn afspraken gemaakt in de cao, maar toch werkt ruim 40 procent van het personeel op een tijdelijk contract. Jongsma ziet deze docentnomaden knel zitten tussen de eisen van de academische wereld en de financiële mogelijkheden. “Er is 1,5 miljard euro onderfinanciering. Het universitaire onderzoek raakt steeds verder verwijderd van het universitaire onderwijs. Universiteiten gaan daarin mee door hun onderzoekers vrijstelling te geven van onderwijstaken, waarvoor dan weer tijdelijke docent-vervangers komen. Dit loshalen van onderzoek en onderwijs leidt tot docentnomaden.”

De meest recente cao doet opnieuw een poging met de mogelijkheid van tijdelijke dienstverbanden van zes jaar, met mogelijkheden voor onderzoek en een promotie. Het kwam ter sprake bij een sollicitatie van Djoeke van der Sluis. “Het werd niet realistisch geacht om voor september een heel promotieplan uitgestippeld te krijgen. Als het wel was gelukt, zou ik binnen zo’n zesjarig contract het promoveren alsnog in mijn eigen tijd hebben moeten doen.”

Op eigen kracht een vast contract verwerven is vrijwel onmogelijk, is de ervaring van Elisa da Via (38), docent aan de International Studies van de Universiteit Leiden. Toch
heeft zij haar contract binnen, met dank aan het opleidingsbestuur dat zich het vuur uit de sloffen liep voor extra fte’s. “We zijn als docenten jaren bezig geweest om ze in beweging te krijgen en met de vijf personen op vier fte die er nu bij komen zit de helft van de docenten nog steeds op tijdelijk contract. Ik kreeg een van de vaste posities omdat ik er relatief lang zit, sinds februari 2018. Collega’s worden hier meestal voor een jaar of voor zes maanden ingehuurd, met maximaal twee verlengingen.”

Excessen

Jonge docenten moeten hun waarde inzien, zegt Da Via, die ook in haar nieuwe contract nog geen werktijd voor onderzoek heeft. “Ik merk dat het moeite kost mensen te vinden die les kunnen geven en een cursus coördineren. De universiteit heeft ons nodig.” Zal dat besef de situatie over vijf jaar verbeteren? Jongsma: “De excessen zijn zichtbaar, er is beweging, de noodzaak is breed doorgedrongen. Nederland moet niet willen dat wetenschappelijk werk onaantrekkelijk wordt voor talenten, zoals dat al is gebeurd in het funderend onderwijs. Nu zijn duidelijk de universiteiten en de regering aan zet.”

Djoeke van der Sluis ziet het nog niet gebeuren: “Ik zie geen bereidwilligheid om iets te veranderen. Dit is voor de universiteit een te luxe positie om vrijwillig afscheid van te nemen. Het is jammer dat ik mezelf moet afvragen of ik hiermee door moet gaan. Ik ga in ieder geval niet verhuizen voor een onzekere baan van vier jaar.”

Lees ook: 'Voor vaste onderzoeksbanen is meer geld nodig'

Dit artikel verscheen in het Onderwijsblad van november. Elke maand het Onderwijsblad in je bus? Word lid!