PO

Directeuren en ondersteuners maken vaker bezwaar tegen functiewaardering

De commissie Onderwijsgeschillen zag vorig jaar een flinke toename in het aantal bezwaarprocedures bij de herwaardering van functies voor onderwijsondersteuners en directeuren in het primair onderwijs. Vorig jaar behandelde de commissie in totaal achttien bezwaren die onder de cao-po vallen.

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 3 Minuten om te lezen

50061971411_ffea718b01_o

Beeld: Typetank

Deze bezwaren van negen ondersteuners en negen directeuren in 2021 zijn een flinke toename in vergelijking met de twee jaren ervoor. Toen behandelde de Landelijke Bezwarencommissie functiewaardering po, vo en mbo in totaal slechts twee bezwaren, van een leraar en een hrm-medewerker die onder de cao-po vallen. In 2022 is tot nu toe één uitspraak gedaan en één zaak is nog in behandeling, laat Arne Breunesse, secretaris van de commissie Onderwijsgeschillen, weten.

Overleg oppakken

Daarnaast kwamen er bij de commissie vorig jaar twintig zaken binnen die niet tot een uitspraak hebben geleid. “Na indiening zijn deze procedures op enig moment weer ingetrokken”, zegt Breunesse. Dat kan meerdere oorzaken hebben. Zo kan de uitkomst van een gelijkwaardige zaak ervoor zorgen dat medewerkers hun klacht intrekken. Of als één medewerker bezwaar maakt en gelijk krijgt, een werkgever het dan voor iedereen regelt. “Maar, wat ook veel gebeurt, is dat door het indienen van een zaak het overleg op school weer wordt opgepakt. Partijen komen dan in onderling overleg tot een oplossing”, aldus Breunesse.

Onderwijspersoneel kan bij de bezwarencommissie een klacht indienen als ze het oneens zijn met de beschrijving van hun functie en het aantal taken dat ze in de praktijk opgelegd krijgen of als een werknemer vindt dat hij meer zou moeten verdienen.

Cao-afspraak

Dat directeuren en ondersteuners vorig jaar veel vaker een klacht indienden, is logisch en een gevolg van de cao-afspraak over de herwaardering van deze functies. Schoolbestuurders moesten al deze functiebeschrijvingen onder de loep nemen en opnieuw waarderen en actualiseren. Voor 1 augustus 2020 moest dat rond zijn, maar besturen kregen uitstel tot 1 november 2020 vanwege de pandemie.

Dat directeuren en ondersteuners veel vaker een klacht indienden is een gevolg van de cao-afspraak over de herwaardering van deze functies

“Ik verwacht dit jaar niet weer zo’n toename”, zegt Breunesse. “Waarschijnlijk zijn nu alle functies wel tegen het licht gehouden.” Uit een artikel van het Onderwijsblad bleek eind vorig jaar dat de herwaardering slecht van de grond komt. Onderwijsassistenten hadden in december 2021 nog lang niet altijd een herwaardering gekregen. Ook liet een assistent weten afgehaakt te zijn. ‘Wat je er ook bij of naast doet aan extra taken. Ik ben afgehaakt door het gebrek aan erkenning en waardering.’

Gelijk krijgen

Bezwaar maken kan lonen. Zo kregen vorig jaar twee directeuren gelijk van de commissie en zes onderwijsassistenten. In de uitspraken op de website van de commissie is te zien dat meerdere ondersteuners onterecht in schaal 4 werden ingedeeld. Zo schrijft de commissie in een uitspraak van april 2021: ‘De werknemer verricht een aantal taken die het niveau van de functie overstijgen. Deze taken worden volgens de werkgever niet opgedragen, maar wel gevraagd van de werknemer. In de praktijk doet de werknemer deze taken al langere tijd.’

Ook was een ondersteuner ingedeeld in schaal 4 en stelde de werkgever dit in tweede instantie bij tot schaal 5, maar vond de commissie dat deze medewerker hoorde in schaal 7, die van leraarondersteuner. ‘Bij bezwaarde ligt de taak om zelfstandig leerlingen met onderwijsachterstand, in groepjes variërend van groep 3 tot en met 8, toe te leiden naar een hoger niveau. Zij stelt eigen les- of instructiemateriaal samen en voert de werkzaamheden zonder controle zelfstandig uit.’ De commissie vindt dat schaal 7 voor dit niveau gerechtvaardigd is.

Word lid van de AOb en sluit je aan bij de oop-groep of de directiegroep van de bond.