Algemeen

Conciërge heeft vakantie nodig om tot rust te komen

Conciërges moeten vaak aan het werk buiten reguliere schooltijden. De regels voor overwerk zijn complex. Misschien dat sommige scholen er daarom wat rommelig mee omgaan.

Tekst Lisette Douma - Onderwijsblad - - 5 Minuten om te lezen

wibowibor1

Foto Typetank

De school afsluiten na een avondbijeenkomst, de koffie verzorgen bij een ouderavond, bouwvakkers binnenlaten tijdens een schoolvakantie. Ook buiten de reguliere schooltijden om wordt er regelmatig een beroep gedaan op de conciërge. “Dat is een beetje inherent aan het werk”, zegt AOb-sectorbestuurder voortgezet onderwijs Herman Molleman. “Er heerst een cultuur van ‘het hoort erbij’, je zeurt er niet over als je hart voor de school hebt”, zegt ook Henk Breen, die conciërge is op een vwo-school in Haarlem. “Ik ben tien jaar geleden begonnen in het onderwijs, daarvoor werkte ik in de zorg. Toen mijn eerste open dag zich aandiende en ik begon over een vergoeding was het alsof ze water zagen branden”, herinnert hij zich. Terwijl het natuurlijk niet gek is dat er iets tegenover gemaakte uren in je vrije tijd staat, zeker als je al niet zo veel verdient. “Docenten merken soms wel op dat zij ook werken op rare tijden. Maar zij verdienen wel aanzienlijk meer.”

In de cao voor het voortgezet onderwijs is ook wel iets opgenomen over compensatie. Wanneer een ondersteuner overwerkt op zaterdag tellen de overuren 1,5 keer zo zwaar als reguliere uren. Na zes uur ’s avonds zelfs 1,75 keer zo zwaar en op zondag 2 keer zo zwaar. Doordeweeks tellen overuren tussen zes en acht uur ’s avonds 1,25 keer zo zwaar, als het gaat om een half tot twee klokuren. Gaat het om meer klokuren, dan tellen deze 1,5 keer zo zwaar. Na achten tellen ook de kleine uurtjes 1,5 keer zo zwaar.

Na mijn burn-out heb ik gezegd: Ik doe het niet meer’

Volg je het nog? Als je de cao naar de letter wilt volgen, moet je er een hele studie van maken. Vandaar ook waarschijnlijk dat er op scholen wat rommelig mee omgegaan wordt. “Wij regelen het onderling met de conciërges en dat is nooit ingewikkeld”, vertelt Cees Boot die werkt op een middelbare school in het zuiden van het land. “Wanneer we op een avond of in het weekend werken, kunnen we die uren compenseren, overuren tellen zwaarder dan reguliere uren. En als we aan het einde van het jaar nog uren hebben staan, krijgen we die uitbetaald.” Boot heeft geen klachten. Collega-conciërge Breen plaatst wel een kanttekening. Hij heeft de afgelopen twee jaar tijdens de lenteschool, in de meivakantie, gewerkt. “De eerste keer kreeg ik daar een vergoeding voor. Maar dat kon niet uit, die kon ik rechtstreeks naar de Belastingdienst overmaken. Daarom heb ik afgelopen jaar mijn vakantie opgeschoven. Dat was wel aantrekkelijk.”

Psychische belasting

Ook telefoon- of bereikbaarheidsdiensten perken de vrije tijd van de conciërge nog wel eens in. “Wij hebben hier op school vier conciërges van wie in de zomervakantie wordt verwacht dat zij een telefoondienst op zich nemen”, vertelt Henk Jansen die werkt op een school voor vmbo en praktijkonderwijs in Ede. “Tijdens zo’n dienst moet je te allen tijden binnen een half uur op school kunnen zijn. Je kan dus niet een biertje of een wijntje drinken. Of een dagje naar Scheveningen.” Jansen baalt van die diensten. “In de eerste en laatste week van de zomervakantie is er altijd wel iemand aanwezig. Maar als jij de derde vakantieweek dienst hebt, kun je dus niet drie weken aaneen met vakantie. Mijn zoon die in de telecom werkt heeft ook telefoondiensten. Maar niet als hij met vakantie is. En bovendien wordt hij voor zijn telefoondiensten vorstelijk beloond.”

De school van Jansen geeft de conciërges 8 overuren voor een week telefoondienst en keert daarbovenop de gemaakte uren (als de conciërge dus naar school moet komen) uit. Dat staat niet in verhouding tot de ‘psychische belasting’, vindt Jansen. “Ik heb de vakantie nodig om tot rust te komen. Na mijn burn-out heb ik gezegd: Ik doe het niet meer, die dienst. Maar dat geeft toch een onprettig gevoel. Ik zadel mijn collega’s er nu mee op. Ik heb wel gezegd: Mocht er wat zijn en ik ben toevallig in de buurt, kom ik natuurlijk onmiddellijk.”

Jansen heeft de cao niet aan zijn zijde. Een ondersteuner die veertig uur per week werkt, heeft recht op minimaal twee weken aaneengesloten vakantie -wat op Jansens school dus het geval is. Tegenover bereikbaarheidsdiensten moet compensatie staan, maar die compensatie moet onderling worden afgesproken, maatwerk dus. “Als je vindt dat de compensatie niet in verhouding staat tot de onttrokken vakantie kun je die discussie leggen bij de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad”, adviseert Molleman van de AOb. “Trek dan gezamenlijk met je collega-conciërges op. Of richt je tot de bond. Wij kunnen daar ook iets in betekenen.”

Die bereikbaarheidsdiensten zijn heel wisselend afgesproken. “Wij hebben ze in de weekenden en vakanties”, vertelt Boot. “Maar daarvoor hoeven we niet thuis te blijven. In 98 procent van de gevallen kun je het telefonisch oplossen. Lukt dat niet? Dan bel je gewoon een collega die wel thuis is. Daar doen wij onderling niet moeilijk over.” En in het hart van de zomervakantie dan, als alle conciërges op het strand liggen? Dan spreken ze het toch zo af dat niet iedereen onbereikbaar is. “Ik heb een collega die in de zomer zes weken met vakantie gaat. Die vraagt dan eerst of wij dat bezwaarlijk vinden. Dat vinden we niet. Hij neemt dan wat extra bereikbaarheidsdiensten door het jaar heen op zich, en ons hoor je nergens over.” Op de school van Boot is de conciërge dan ook niet het enige aanspreekpunt. “De bewakers van de school sluiten de school ook wel eens af of doen een raam dicht dat open staat. Het enige wat echt voor ons is, is als er ruiten worden ingegooid, maar dat gebeurt bijna nooit.”

Op de school van Breen sluit een oud-conciërge die naast de school woont en nog steeds aan de school verbonden is, wel eens een raam. Normaal gesproken hebben ze in de zomervakantie geen beschikbaarheidsdiensten, maar deze zomer wel omdat er veel verbouwd werd. “Mijn twee collega’s hadden ieder een week dienst. De ene collega is daar een hele week mee bezig geweest en is daarvoor gecompenseerd. De andere collega werd niet opgeroepen, maar moest wel een hele week in de buurt zijn voor een vergoeding van zo’n honderd euro.”
Molleman van de AOb verzucht: “de compensatie voor dit soort diensten is soms willekeur”.