Algemeen

AOb-leden blij met inspraak werkverdeling basisonderwijs

Een ruime meerderheid van 84 procent van de leden in het primair onderwijs wil als team afspraken maken over de werkverdeling. Dat blijkt uit de peiling van vorige week. Nee-stemmers maken zich vooral zorgen over hun individuele rechten. "Daar gaan we rekening mee houden", zegt AOb-onderhandelaar Eugenie Stolk. Bij de cao-onderhandelingen staan nu salaris en functiegebouw op de agenda.

Tekst Robert Sikkes - Redactie Onderwijsblad - - 5 Minuten om te lezen

39398001160_379b9546b0_o

Beeld: Typetank

Iedere week vergaderen de bonden met de werkgeversorganisatie PO-raad over de cao. De komende weken gaat het over het functiegebouw en salaris. "Wat betreft salaris kijken we hoe we de extra 270 miljoen euro voor leerkrachtsalarissen zo goed en eerlijk mogelijk kunnen verdelen", legt Eugenie Stolk, dagelijks bestuurder primair onderwijs van de AOb uit. "Want dat het niet genoeg is om de kloof met het voortgezet onderwijs te dichten, dat weten we maar al te goed. We voeren actie om dat te veranderen. Maar we willen wel dat dit bedrag zo snel mogelijk bij de mensen terechtkomt!"

Daarnaast onderhandelt de AOb over de ‘normale’ loonsverhoging. "De bonden eisen 3,5 procent voor 2018. En dat geldt voor al het onderwijspersoneel." Het doel is om over de belangrijkste onderdelen van de cao vóór de zomer tot een onderhandelakkoord te komen. Stolk: "In juni hopen we in het land bijeenkomsten te houden over het akkoord. Als we van de leden en de AOb-sectorraad primair onderwijs een 'go' krijgen dan kunnen er met ingang van 1 augustus met terugwerkende kracht salarisverhogingen plaatsvinden."

Over het werkverdelingsbeleid in de cao peilde de AOb de afgelopen week de mening van de leden. Daar reageerden 575 mensen op. "Voor ons allen is het een nieuw middel, om tussendoor een peiling te houden. We doen dit omdat we het belangrijk vinden om de achterban zo breed mogelijk te betrekken bij de voortgang", zegt Stolk over die stap. Kern van de gedachten aan de cao-onderhandelingstafel is dat het team een hoofdrol krijgt bij het bepalen van de werkverdeling.

Uitslag peiling: meerderheid voor

Kun je je vinden in de afspraak dat het team het voortouw neemt bij het opstellen van het werkverdelingsplan in de school en zo de professionele ruimte wordt benut?

Ja 84 procent
Nee 13 procent
Geen mening 3 procent

Kun je je vinden in de richting waarin sociale partners afspraken willen maken over hoe het werk op de school verdeeld wordt?

Ja 72 procent
Nee 17 procent
Geen mening 12 procent

Tevreden

"Het team in positie, de professionele dialoog centraal op school, de inzet die we als AOb al in november hebben vastgesteld, werd omarmd door de ja-stemmers", is de tevreden reactie van de AOb-bestuurder. Bij de opmerkingen en suggesties onderstreepte één van de leden die positieve keuze als volgt: 'Ik zal meer autonomie ervaren en dat bevordert mijn plezier in het werk. De leiding van de school krijgt een meer dienende rol.'

'Ik zal meer autonomie ervaren en dat bevordert mijn plezier in het werk. De leiding van de school krijgt een meer dienende rol', schrijft een AOb-lid in de peiling

Een ander schreef: 'er bemoeien zich teveel mensen met het onderwijs, laat het aan de creativiteit van het team over hoe ze willen werken.' En een volgende: 'Goed signaal dat je als leerkracht weer mee mag/moet gaan denken over je eigen werksituatie. Geeft het gevoel dat je weer serieus genomen moet worden. Betrokkenheid kan alleen maar motiveren. Dat heb ik de laatste 20 jaar ernstig gemist.'

Mensen vinden het belangrijk dat het team ook echt haar rol neemt, constateren AOb-onderhandelaars Stolk en Anton Bodegraven. Maar de leden willen wel op meer punten duidelijkheid en ondersteuning van de AOb. 'Graag gedegen informatie vanuit de AOb voor het team zodat wij goed weten wat onze rechten/mogelijkheden zijn', schrijft een ja-stemmer bij de enquête. Net als bij het werkdrukakkoord gaat de AOb dat ook zeker doen, door bij de cao een heldere handreiking te publiceren waarin kaders, informatie en opties staan voor teams om met werkverdelingsbeleid aan de slag te gaan.

Nee-stemmers

De nee-stemmers hebben veel vragen, een deel ervan ging verder dan de vragen over de werkverdeling. 'Doe nu eerst maar eens wat aan het salaris' is een veel voorkomende reactie. Andere opmerkingen van nee-stemmers gingen over ouderenbeleid, professionalisering, duurzame inzetbaarheid en bovenwettelijke uitkeringen. Deze zijn in de peiling niet meegenomen, maar komen in het cao-proces later aan de orde, verzekeren de onderhandelaars.

Een aantal leden heeft vragen over hoe plannen voor de werkverdeling in het team uitpakken ten opzichte van individuele rechten. "De tekst in de peiling is nog geen uitgeschreven cao-tekst. In de uitwerking wordt gewerkt aan een formulering die voldoende bescherming geeft voor de individuele medewerker in geval er geen sprake is van wederzijds goedvinden", aldus
Stolk.

‘Goed signaal dat je moet gaan denken over je eigen werksituatie. Geeft het gevoel dat je weer serieus genomen moet worden. Betrokkenheid kan alleen maar motiveren. Dat heb ik de laatste 20 jaar ernstig gemist', schrijft een leraar in de peiling

Afstemming

De uitdaging van de afspraken zit hem ook in een optimale afstemming tussen de rollen van het team, de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad, schoolleider en individuele medewerker. Stolk: "Op dit moment laten we de ideeën die we hebben over de rolverdeling toetsen door juridische experts. Daarbij nemen we alle opmerkingen die door onze leden zijn gemaakt mee."

Komt het team er niet uit, dan moet de schoolleider de knoop doorhakken bij de werkverdeling. Over dat onderdeel werden veel vragen gesteld. Juridisch gezien is de schoolleider de werkgever die een medewerker aanwijzingen kan geven. "Als er dus geen overeenstemming komt, is de schooleider degene die een besluit moet nemen", zeggen Stolk en Bodegraven. "De werknemer kan daar wel stappen tegen ondernemen."

40-urige werkweek

Dan was er nog de door velen vervloekte 40-urige werkweek. 'Zijn we dan nu af van die verplichte terugkomdagen en verplichte aanwezigheidsuren op school?' was een veelgestelde vraag in de peiling. Het antwoord: het team is aan zet. "Zij maken keuzes die zij passend vinden voor hun werk en hun school. Als terugkomdagen en verplichte aanwezigheid op school geen meerwaarde hebben in de ogen van het team, dan hoeft dit niet", zegt de AOb-bestuurder daarover.

Een ander punt waar veel vragen over kwamen, was het uitgangspunt 940 lesuren. "Onze inzet is en blijft dat, zodra het kan, de lesuren in het primair onderwijs naar beneden moeten worden bijgesteld", zegt Stolk. "Alleen ligt de focus bij deze cao voor 2018 op de werkdrukmiddelen - die ook voor de verlaging van lesuren op schoolniveau kunnen worden ingezet - én een flinke salarisverhoging."