Algemeen

AOb-enquête: ‘NPO dreigt te stranden op lerarentekort’

Leraren basisonderwijs zijn blij met het geld dat scholen gaan krijgen uit het Nationaal Programma Onderwijs. Maar er zijn geen leraren genoeg om de corona-achterstanden weg te werken, zo blijkt uit een AOb-enquête.

Tekst Algemene Onderwijsbond - - 4 Minuten om te lezen

muntgeld-tt

Beeld: TypeTank

Alle scholen, van basisonderwijs tot universiteit, krijgen in totaal 8,5 miljard euro voor het wegwerken van onderwijsachterstanden die in de coronatijd zijn ontstaan. Dat geld moet wel in tweeënhalf jaar worden besteed.

Uit een enquête van de AOb die is ingevuld door zo’n zevenhonderd leraren, ondersteuners en directieleden op basisscholen, blijkt dat er naast blijdschap ook grote bedenkingen zijn over het Nationaal Programma Onderwijs (NPO).

Er zijn domweg geen mensen om het NPO uit te voeren

‘Ik vind het NPO werkdrukverhogend en niet zo’n heel klein beetje', geeft een leraar aan. ‘Want er zijn domweg geen mensen om het uit voeren.’ En met het tijdelijke NPO-geld kun je als school geen vaste extra mensen aannemen. ‘Mijn advies voor kleinere kleuterklassen neemt de directie niet over’, zegt een leraar. ‘Want ze zijn bang dat ze dan over twee jaar aan het nieuwe personeel vast blijven zitten.’

Snel

Verder is er kritiek op het feit dat het geld snel moet worden uitgegeven. ‘Mooi dat er ruimte voor investering is’, zegt een van de respondenten. ‘Maar er moet nu heel veel geld in heel korte tijd worden besteed, waardoor het risico bestaat dat het niet op de goede manier wordt ingezet.’
In totaal vindt de helft van alle respondenten het tijdpad van het NPO te krap. “Het zou van tweeënhalf naar vier jaar verruimd moeten worden”, zegt Jelmer Evers, dagelijks bestuurder van de AOb. “Dat geeft lucht om het geld zo zorgvuldig mogelijk in te zetten.”

Team

Verder willen leraren een duidelijke stem bij beslissingen over hoe het geld wordt besteed. Dat is ook de bedoeling van het NPO. “De achterstanden zullen verschillen per school, per klas en per leerling”, zegt bestuurder Evers. “De leraar is de professional die uiteindelijk het beste zicht heeft op wat de leerlingen in díe klas op díe school nodig hebben. Die leraar moet dus de doorslaggevende stem hebben bij de besteding van het geld. Het team is aan zet.”

Interventies

Dat gaat op dit moment helaas nog niet goed. Slechts een kleine meerderheid van de respondenten (58 procent) geeft aan dat leraren of het lerarenteam meebeslissen over de invulling van het schoolprogramma om de corona-achterstanden weg te werken.

Het bestuur wilde in eerste instantie het geld inzetten voor gepersonaliseerd leren

‘Wij geven als team aan welke interventies we willen gaan inzetten. Elke school mag hier zijn eigen keuze in maken’, stelt een leraar die werkt op een school waar de inspraak goed geregeld is. ‘In eerste instantie wilde het bestuur met deze gelden alle scholen richting gepersonaliseerd leren sturen’, deelt een leraar op een school waar de inspraak niet goed geregeld is. ‘De directie heeft al een plaatje in het hoofd. Leraren hebben wel wat te zeggen, maar de directie neemt lang niet alles mee.’

Zevenhonderd

Ronduit verontrustend is het dat sommige schoolbesturen het geld afromen voordat het naar de scholen gaat. Ruim 10 procent van alle respondenten geeft aan dat het geld – zo’n zevenhonderd euro per leerling - zonder overleg bovenschools wordt afgeroomd. “Dat is wat mij betreft alleen gerechtvaardigd als blijkt dat dit geld inderdaad het beste bovenschools kan worden ingezet”, zegt AOb-bestuurder Evers. “Waarbij de teams van die scholen daar dan wel akkoord mee moeten gaan.”

Afzijdig

Soms gaan besturen echt veel te ver, zo klinkt uit open reacties bij de enquête. ‘Het bestuur laat bij ons op school per leerkracht een competentie-onderzoek doen. Zo nodig komt er een externe in je klas kijken’. “Dat is absoluut niet de bedoeling van het NPO”, zegt Evers. “Er moet echt geborgd worden dat schoolbesturen zich zoveel mogelijk afzijdig houden bij de inzet van dit geld.”

Eenmalig

Verreweg het grootste nadeel van het NPO is het gebrek aan structurele financiering. De injectie stopt na tweeënhalf jaar. Bijna 80 procent van de ondervraagden geeft aan dat zo’n eenmalige investering de problemen (zoals de salariskloof, de hoge werkdruk, het nijpend lerarentekort) op lange termijn niet oplost. En 60 procent van de respondenten geeft aan dat het wegwerken van de achterstanden gehinderd wordt door een gebrek aan leraren.

Ik zie het als een bak geld over de schutting, een schot hagel

‘Ik zie het als een bak geld over de schutting, een schot hagel’, vat een respondent zijn bezwaren samen. ‘Er kan nu opeens een heleboel, vanwege corona, maar te snel, met te weinig inspraak en niet structureel.'

En het gevaar is dat die structurele investeringen bij de kabinetsformatie op de lange baan worden geschoven, zegt een strategisch denkende leraar. Omdat het onderwijs ‘immers al 8,5 miljard heeft gehad’.

Structureel

“Het lerarentekort, de hoge werkdruk en de lage salarissen zijn niet van vandaag of gisteren”, zegt AOb-bestuurder Jelmer Evers. “Dat zijn structurele problemen en daarvoor is structureel geld nodig. Veel politieke partijen hebben in hun verkiezingsprogramma’s ook een structurele investering in het onderwijs opgenomen. Tijdens en na de kabinetsformatie help ik ze daar graag aan herinneren.”

Lees ook: 'Rekenkamer uit scherpe kritiek op onderwijssubsidies'

Meer weten over het Nationaal Programma Onderwijs? Bekijk onze speciale pagina.