Algemeen

AOb eist 750 euro stagevergoeding voor onderwijsstudenten

Stagiairs in het onderwijs krijgen amper betaald. Ruim driekwart van de studenten aan onderwijsopleidingen in Nederland krijgt geen vergoeding voor de stage.

Tekst Joëlle Poortvliet - redactie Onderwijsblad - - 9 Minuten om te lezen

stagiars-stagevergoeding-onderwijs-pabo-lerarenopleiding

Dat blijkt uit een AOb-enquête uit februari, die door meer dan 1500 studenten aan lerarenopleidingen is ingevuld. Voorafgaand aan hun eindstage kunnen de studenten bijna allemaal fluiten naar enige vorm van financiële vergoeding. Negentig procent geeft aan geen euro te ontvangen voor de verplichte stages. Ook van de studenten die met hun afstudeerstage bezig zijn, krijgt ruim een derde geen vergoeding.

De AOb wil dat onderwijsstagiairs een vergoeding krijgen. De vakbond zet in op een vergoeding van 750 euro bruto per maand voor 40 uur stage lopen per week en vervolgens naar rato. Voor de eindstage (lio) zijn al cao-afspraken gemaakt.

Teken mee voor 750E!

Een stagevergoeding is in Nederland niet verplicht, maar in vergelijkbare branches worden studenten wel betaald wanneer zij de eerste werkervaring opdoen. Aankomend politieagenten bijvoorbeeld gaan direct in dienst bij de politieacademie om vervolgens maandelijks zo’n 1200 euro bruto in het eerste opleidingsjaar te incasseren, tot ruim 2500 euro bruto in het vierde jaar.

Een hbo-verpleegkunde student die stageloopt bij het Amsterdam UMC krijgt het eerste jaar 450 euro ‘zakgeld’ per maand, oplopend tot een bruto salaris van ruim 2100 euro het laatste leerjaar - landelijke afspraken voor verpleegkundestudenten zijn er niet.

Het Rijk betaalt al zijn stagiairs sinds begin dit jaar een vergoeding van bijna 750 euro per maand, voor een vijfdaagse werkweek. En ook in de cao's voor bijvoorbeeld jeugd- en gehandicaptenzorg zijn afspraken gemaakt voor stagevergoedingen, voor rond de 400 euro per maand.

Studiepunten, geen euro's

De nul voor het gros van de onderwijsstagiairs steekt daar schril bij af. Barbara de Kort was tot vorig jaar voorzitter van het Landelijk Overleg Lerarenopleiding Basisonderwijs (Lobo) en werkte meer dan dertig jaar voor de Marnix Academie, een pabo in Utrecht. Volgens haar zijn stagevergoedingen in het onderwijs nooit in zwang geraakt door het destijds strikt geformuleerde onderscheid tussen leren en werken. “Toen de pabo’s werden opgericht is duidelijk gezegd: je stage is een onderdeel van het curriculum, van je leerproces. Daar verdien je studiepunten mee, geen euro’s.”

Iedereen hoort een soort van vergoeding te krijgen als je daadwerkelijk ‘werktaken’ aan het doen bent

De Kort wijst ook op de tijd die het kost om studenten te begeleiden: “Opleidingsscholen krijgen geld om leraren te betalen voor de uren die zij kwijt zijn aan begeleiding. Het is een beetje gek om de stagiair dan voor diezelfde uren te betalen.”

Maar tijden zijn veranderd. “Iedereen hoort een soort van vergoeding te krijgen als je daadwerkelijk ‘werktaken’ aan het doen bent”, verwoordt een stagiair in de enquête het algemene sentiment. Bovendien maakt het lerarentekort van stagiairs vaak noodzakelijke handen in de klas. Uit de enquête blijkt dat de helft van de stagiairs die nog niet in de eindfase van hun opleiding zitten, af en toe al lessen overneemt. Bijna 20 procent van hen wordt structureel ingeroosterd.

Vooral deeltijdstudenten - vaak zij-instromers - komen financieel in de problemen door het ontbreken van fatsoenlijke vergoedingen. En dat maakt overstappen naar het onderwijs onaantrekkelijk. Maar ook de reguliere student is drie keer de klos, stelt Marzena Broniak, docent in het voortgezet onderwijs en consulent voor de AOb. “De huidige generatie valt onder het leenstelsel, door corona vielen inkomsten uit bijbaantjes deels weg en ook hun lasten zijn hoger door de inflatie.” Van de studenten die de enquête invulden heeft 70 procent een bijbaan nodig om rond te komen.

Ik stond met m’n oren te klapperen toen ik hoorde dat schoolbesturen hun stagiairs niet betalen.

Populair

Begin dit jaar bezocht Broniak een bijeenkomst in Nijmegen waar onderwijsstichtingen zich presenteerden aan pabo-studenten. “Ik stond met m’n oren te klapperen toen ik hoorde dat schoolbesturen hun stagiairs niet betalen. Ook de studenten die een eindstage doen kregen bij sommige werkgevers niets.”

Ze vervolgt: “Een bestuurder vertelde me: dat kunnen we niet betalen. Maar dat is onzin. Een stagevergoeding is peanuts op de begroting van een schoolbestuur. En voor een lio (leraar in opleiding, red.) heb je gewoon formatie en dus budget.” Werkgevers vertelden Broniak ook dat studenten niet om geld geven: “Ze zouden enkel geïnteresseerd zijn in de school.”

Maar de docent weet wel beter. De stagevergoeding is inmiddels het meest populaire onderwerp in de AOb-voorlichtingsbijeenkomsten: “Ik merk dat studenten steeds fanatieker worden. Eentje zei laatst: ik ga in Almere stagelopen, want daar krijg ik wel betaald.” In de enquête schrijft een lio-stagiair: “Het is belachelijk dat ik nul euro krijg en anderen uit mijn klas 1100 euro.”

De rode loper moet uit voor mensen die in het onderwijs willen werken

Broniak: “We moeten deze nieuwe generatie leraren het beste bieden wat we ze kunnen bieden. Aan begeleiding uiteraard, maar ook aan passende vergoedingen.” Ze vindt AOb-voorzitter Van Gelder in haar kamp. “De rode loper moet uit voor mensen die in het onderwijs willen werken. Het is absurd en niet meer van deze tijd dat een stagevergoeding voor studenten in het onderwijs nog niet de norm is.”

De AOb wil daar in de cao’s harde afspraken*De AOb wil dat álle onderwijsstagiairs een vergoeding krijgen. De inzet van de AOb bij de cao-onderhandelingen is een vergoeding van 750 euro bruto per maand in het po, vo en mbo, voor 40 uur stage lopen per week (en vervolgens naar rato). Dit bedrag geldt tot aan de eindstage, waar al cao-afspraken voor bestaan. over maken. Voormalig Lobo-voorzitter De Kort twijfelt over een verplichte stagevergoeding: “Er zit een verschil tussen leren en werken. Het zou vervelend zijn wanneer een stagevergoeding verwarring zaait over wat er van de stagiair en de school verwacht mag worden.”

Spaarpot

Lori-Lisa van Gelder (41) uit Heemskerk is net klaar met haar verkorte pabo-deeltijdopleiding. Ze liep anderhalf jaar onbetaald stage. “Het laatste half jaar van m’n opleiding kreeg ik twee dagen per week betaald als onderwijsassistent en liep ik één dag per week officieel stage.”

Het bedrag wat ze in die laatste periode op haar rekening ontving, noemt ze een ‘fooitje’ vergeleken met haar voormalige inkomen in de communicatie- en mediabranche: “Als je deze overstap vanuit het bedrijfsleven wil maken, moet je niet alleen over veel doorzettingsvermogen beschikken, maar ook een aanzienlijke eigen spaarpot hebben om het verlies van inkomen te overbruggen.”

‘Mijn klasgenoten en ik zitten financieel soms behoorlijk in de knel’*

Van Gelder had het spaargeld. Maar in haar studiegroep zijn veel gemotiveerde potentiële leraren afgehaakt, omdat ze het financieel niet rond kregen: “Vooral mensen die in een vergelijkbare levensfase zitten als ik, met jonge kinderen.” Vanwege haar jonge gezin koos Van Gelder niet voor zij-instromen in het beroep, het enige opleidingstraject in het onderwijs waarbij zij-instromers vanaf dag één salaris krijgen.

In die opleidingsvariant was Van Gelder, mits geschikt bevonden, direct in loondienst bij een schoolbestuur gegaan: vier dagen gaan werken en één dag in de week naar school. “In de praktijk doe je je studieopdrachten dan in het weekend. Ik heb het sommetje gemaakt en kwam op wekelijks 80 uur met werk en opleiding bezig zijn. Dat wilde ik niet. Ik ben ook moeder.”

Lio-contract

Voor de laatstejaarsstudenten die doorgaans een afstudeerstage lopen, zijn al cao-afspraken gemaakt. Tijdens zo’n eindstage geven leraren in opleiding (lio’s) zelfstandig les. Daarom bedachten werkgevers en vakbonden al voor dit millennium het lio-contract. Dat geeft recht op een half lerarensalaris, dat is meer dan 1400 euro bruto per maand. Maar slechts 31 procent van de studenten krijgt dat bedrag, blijkt uit de AOb-enquête. 33 procent geeft aan een vergoeding te krijgen die anders is dan in de cao afgesproken. 36 procent van de afstudeerders krijgt helemaal geen vergoeding voor de eindstage.

‘Er wordt gewoon handig gebruik/misbruik gemaakt van studenten’*

De crux zit hem erin dat scholen zelf mogen bepalen of ze een laatstejaars-stagiair benoemen tot leraar in opleiding (lio) of niet. Als het aan de AOb ligt gaat die vrijblijvendheid eraf. AOb-voorzitter Van Gelder: “Het moet gewoon voor iedereen duidelijk zijn. Een student die een eindstage doet is een lio en hoort de vergoeding te krijgen die we in de cao hebben afgesproken.” Voormalig lerarenopleider De Kort vindt dat de opleidingen er ‘veel scherper en strenger’ op moeten toezien dat deze cao-afspraken worden nageleefd door de scholen waar zij hun studenten naartoe sturen.

Willekeur

Maar ook als de portemonnee wel wordt getrokken, is de willekeur groot. Een student aan een lerarenopleiding biologie uit Midden Nederland ontving bijvoorbeeld 800 euro per maand voor zijn eindstage. Dat is niet conform de cao, naar eigen zeggen behoorde hij tot de lucky few. “De meesten uit mijn groep kregen niets.” Toen zijn eindstage door omstandigheden verlengd moest worden, verviel plots de vergoeding. “Tegen de afspraak in die ik met m’n contactpersoon op de school had gemaakt.”

De aankomend biologiedocent baalde enorm, maar vocht de beslissing niet aan. “Ik woon nog thuis, dus ik kwam niet acuut in de financiële problemen. En ik had tenminste al een periode geld gekregen.” Bovendien werd hem herhaaldelijk verteld dat zijn contactpersoon zich had vergist: een verlenging van de stage zou het einde van de stagevergoeding betekenen. Via via kwam hij met de AOb in contact, die aangaf dat de gang van zaken niet klopte.

‘Ik vind het raar dat bij een beroep waar zoveel tekorten zijn, de stages onbetaald zijn’*

Vervolgens was één mailtje naar zijn schoolbestuur met de vakbond in de cc voldoende. De student ontving de vergoeding met terugwerkende kracht alsnog: vier maanden à 800 euro. “Dat was wel reden voor een feestje.” Maar al met al maakt de ervaring hem sceptisch. “Dit bestuur is een grote speler in mijn omgeving. Toch kies ik straks misschien voor een andere werkgever. Ik bedoel: ik ben er uiteindelijk goed uitgekomen, maar hoe zit dat voor andere studenten? Zorgt deze werkgever wel goed voor zijn personeel? Daar twijfel ik nu over. Ik blijf het heel vreemd vinden dat het al die tijd niet kon en toen opeens wel.”

Broniak, docent en werkzaam voor de AOb, denkt dat het niet per se onwil is van werkgevers om niet te betalen voor de eindstage, maar vaak ook onwetendheid. “Een kleiner schoolbestuur in onze regio heb ik op de cao-afspraken gewezen: zij hebben het nu - voor de lio’s - aangepast.” Grote stichtingen zijn vaak grote bedrijven, vertelt ze: “Als één iemand de afspraken niet kent, kan het al misgaan.”

  • Wil jij ook een fatsoenlijke stagevergoeding voor studenten aan lerarenopleidingen? Teken de petitie!
  • Meehelpen met het verspreiden van de petitie? Heb je een geweldig idee of materiaal nodig? Neem contact op met Oumaima ElGhoulzouri 
  • Download de flyer en hang deze op bij je opleiding.
  • Deel dit artikel op je socials met #TekenMeeVoor750E
  • Voorlichting over de rechten en plichten van studenten op jouw lerarenopleiding? Stuur een mail naar de AOb.

De AOb komt op op voor de belangen van iedereen die werkt in het onderwijs, ook aankomende leraren en ondersteuners. Studeer jij richting een baan in het onderwijs? Word gratis lid!

Het Onderwijsblad schreef eerder over lio-stagiairs. In 2019 kreeg 40 procent van hen geen vergoeding voor de eindstage. Dit artikel leidde tot Kamervragen aan toenmalig onderwijsminister Arie Slob. Hij drong er in 2020 bij de werkgeversorganisaties op aan 'lio’s conform cao te betalen en stagiairs niet als lio’s in te zetten'.

*Deze uitspraak is afkomstig van een respondent van het AOb-onderzoek onder studenten aan lerarenopleidingen. 

 

 

Verder lezen in dossier: