Algemeen

De stagiair is vogelvrij

Cao-afspraken voor lio-stagiairs worden massaal aan de laars gelapt, in alle sectoren. In het voortgezet onderwijs komt het voor dat de ene student geen cent voor zijn vierdejaars stage krijgt en de andere vorstelijk betaald wordt - op één en dezelfde school.

Tekst Lisette Douma - redactie Onderwijsblad - - 8 Minuten om te lezen

lio-plaatje

beeld: Typetank

‘Ik heb geen contract… wist niet dat het bestond voor lio. Mijn stageschool ook niet. Er is veel verwarring, onbekendheid.’ Dat schrijft een vierdejaars pabo-student in de open antwoorden van een AOb-enquête die eind oktober is uitgezet onder 219 student-leden. Het is kenmerkend voor hoe er wordt omgesprongen met leraren in opleiding (lio). Afspraken worden massaal genegeerd - expres of uit onwetendheid. In zowel het primair als het voortgezet onderwijs krijgen ongeveer vier op de tien stagiairs geen vergoeding voor hun afrondende lio-stage. Terwijl ze ook lesgeven zonder de begeleiding van een docent.

Rare situatie

Sterker, de Handreiking lerarentekort primair onderwijs, die het ministerie van Onderwijs en de inspectie eind vorig jaar uitbrachten, beveelt het inzetten van lio’s als vervangers van bevoegde leraren aan, wanneer een basisschool worstelt met het lerarentekort. ‘Deze inzet is alleen toegestaan binnen een tijdelijk dienstverband’, zo staat in de Handreiking. Met die toevoeging mogen lio-stagiairs blij zijn, want in het primair onderwijs doet zich de rare situatie voor dat er twee contractvormen zijn: studenten kunnen aangesteld worden als ‘lio als werknemer’ en als ‘lio als stagiair’. Wie de eerste contractvorm heeft, heeft volgens de cao-po recht op 50 procent van schaal L10-1 bij een fulltime aanstelling. Het salaris is dan 1281 euro. Wie de tweede contractvorm heeft, hoeft van de stageschool geen geld te verwachten. Op papier mag de ‘lio als stagiair’ niet zelfstandig lesgeven. In de praktijk bestaat dit onderscheid niet. “Er is geen verschil in taken tussen de lio als stagiair en de lio als werknemer”, vertelt AOb-sectorbestuurder Anton Bodegraven. “Beide stages moeten aan dezelfde voorwaarden voldoen die zijn opgesteld door de pabo’s. De basisscholen mogen zelf kiezen welk contract ze aanbieden.”

Krijg je betaald voor je vierdejaars lio-stage?

po vo mbo
Nee 38 % 45 % 6 %
Ja, maar minder dan conform cao 30 % 18 % 38 %
Ja, conform cao 23 % 25 % 56 %
Ja, maar meer dan conform cao 9 % 12 % -
Totaal aantal geënquêteerden: 219

Willekeur

Pabo-studenten zijn overgeleverd aan de willekeur van basisscholen. Van de 140 pabo-studenten die de AOb-enquête invulden heeft 63 procent een stagecontract, de overige 37 procent is aangesteld als werknemer. Van de pabo-geënquêteerden ontvangt 38 procent geen stagevergoeding. Een fors gedeelte van de stagiairs die volgens hun contract geen stagevergoeding hoeven te krijgen, krijgt die dus wel, maar die vergoeding ligt lager dan in de cao is afgesproken. Bijna één op de tien stagiairs krijgt juist meer dan is afgesproken in de cao. Dat zit zo: scholen in tekortgebieden zien de lio-stage als een mogelijkheid personeel binnen te halen. ‘Als je na de lio-stage bij de stichting gaat werken, krijg je na een half jaar werken eenmalig 1000 euro’, schrijft een geënquêteerde. ‘Als ik een andere klas dan mijn eigen stageklas les zou willen geven omdat ze daar geen leerkracht hadden, kon ik een vergoeding krijgen, maar niet als ik bij mijn eigen klas bleef. Ik heb toen toch voor mijn eigen klas gekozen’, schrijft een ander.

Kostbaar

“Al tijdens de eerste jaren van hun studie worden studenten voor hun afsluitende stage benaderd”, weet Josien Booy van de iPabo in Amsterdam. “Tijdens mijn derdejaars stage werd ik al snel gevraagd of ik het ook leuk zou vinden mijn lio-stage hier te lopen”, vertelt lio-stagiair Briënne Bojoh die de deeltijdopleiding van de iPabo doet. “De directeur liet toen vallen dat ik daar dan voor betaald zou worden. Ik had het erg naar mijn zin op mijn school, maar als er tegenover de vierdejaars stage geen salaris had gestaan, was ik verder gaan kijken.” Bojohs stageschool staat in Amsterdam, naar haar weten worden alle studenten in de door lerarentekort geteisterde hoofdstad betaald voor hun vierdejaars stage. “Maar ik heb ook een medestudent die in de omgeving van Schagen op zoek was naar een stageplek en die is echt op zoek geweest naar een betalende school. In deze tijd kan dat ook. We weten dat we kostbaar zijn.”

Ik zou het ingewikkeld vinden een beroep te doen op de begeleiding als ik volledig betaald zou worden

Tegelijkertijd benadrukt Bojoh dat ze niet meer dan de helft van een lerarensalaris betaald wil worden. “Ik zou dan te streng voor mezelf worden. Het zou mij het gevoel geven dat ik geen fouten mag maken. Ik zou het ingewikkeld vinden een beroep te doen op de begeleiding als ik volledig betaald zou worden.”

Kleine vacatures

“Belangrijker dan dat hij betaald wordt, vinden wij het dat de stagiair goed begeleid wordt”, zegt René Grommen, voorzitter van de Groene Golf, de AOb-groep voor jonge leerkrachten. Hij is leraar aardrijkskunde en deed vijf jaar geleden zijn afrondende stage. “Aardrijkskunde is geen tekortvak, dus de kans dat ik betaald zou worden was niet groot. Maar ik had de mazzel dat er een kleine vacature openstond toen ik aan mijn lio-stage begon. Die zes uurtjes kreeg ik betaald, de overige stage-uren niet. Toen ik studeerde aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen was dat gemeengoed: ongeveer de helft van de lio’s kreeg een vergoeding. Als ze geld kregen was dat op basis van kleine vacatures, niet omdat scholen de stagevergoeding wilden betalen zoals dat is afgesproken in de cao.”

Ik mocht het niet doorvertellen. Andere lios kregen namelijk geen stagevergoeding

In het voortgezet onderwijs bestaat het contract ‘lio als stagiair’ niet. Daar zouden alle vierdejaars studenten een leerwerkovereenkomst moeten krijgen. Volgens de cao staat daar bij een fulltime aanstelling 50 procent van schaal LD-1 tegenover. Dat is 1345 euro. Terwijl uit de AOb-enquête onder 61 lio’s in het voortgezet onderwijs blijkt dat maar liefst 45 procent helemaal geen vergoeding krijgt; 18 procent krijgt wel een vergoeding, maar minder dan is afgesproken in de cao. Een kwart van de geënquêteerden krijgt wat is overeengekomen in de cao en 12 procent krijgt meer dan is afgesproken, dat zijn de lio’s in tekortvakken. ‘Als lio had ik negen lesuren en een mentoruur. Hier kreeg ik 0,5 fte voor als lio, 50 procent LD-1’, schrijft een geënquêteerde. ‘Hier heb ik echter wel een sterke heftige onderhandeling voor moeten doen. Het was zeker niet vanzelfsprekend. Ik mocht het ook niet doorvertellen. Andere lio’s kregen het namelijk niet.’

Geen andere keus

‘Ik zou eerst een vergoeding krijgen’, aldus een andere lio. ‘Maar een dag voor de zomervakantie werd ik gebeld met het bericht dat deze vergoeding helaas niet door zou kunnen gaan. Ik kon nog wel blijven om een onbetaalde lio te doen. Omdat ik geen andere keus had, ben ik daar toen maar gebleven.’

Scholen doen maar wat. En studenten laten het gebeuren

‘Veel scholen maken misbruik van stagiairs’, verzucht een ander. Dit wordt onderschreven door AOb-sectorconsulent en lerarenopleider Wim Borghuis van de Hogeschool Utrecht. “De verschillen zijn enorm. Ook binnen scholen. Het kan zijn dat je als lio wiskunde vorstelijk betaald wordt en op dezelfde school als lio geschiedenis geen cent krijgt.” Borghuis heeft met collega’s uit het hele land contact gehad over dit onderwerp. “Ik weet hoe het eraan toegaat van Den Haag tot Almelo. Scholen doen maar wat. En studenten laten het gebeuren. Voor hen is het ook lastig de salariëring aan te kaarten. Vooral studenten die lesgeven in een vak zonder tekorten zijn vaak allang blij dat ze een stageplek hebben en willen ook met het oog op een eventuele baan in de toekomst niet te moeilijk doen. Andersom hoor ik nu ook van studenten die lesgeven in tekortvakken dat zij het onderste uit de kan proberen te halen en dat ze onderhandelen over hun salaris.”

Scholen hebben een verantwoordelijkheid om te zorgen voor een aantrekkelijk beroep

“Ik vind dat hier een taak voor de lerarenopleidingen ligt”, reageert AOb-bestuurder Henrik de Moel. “Zij hebben contacten met de scholen, zij moeten erop toezien dat studenten naar behoren worden behandeld.” Tegelijkertijd hebben de onderwijsbonden - waaronder de AOb - en de werkgevers een cao-afspraak gemaakt die slecht wordt nageleefd. “Scholen hebben een verantwoordelijkheid om te zorgen voor een aantrekkelijk beroep, het fatsoenlijk behandelen van stagiairs hoort daar ook bij”, vindt De Moel. “Lio-stagiairs die geen vergoeding krijgen, kunnen dit melden bij de AOb, wij kunnen de besturen daar dan op aanspreken.”

Verwarring

Werkgeversorganisatie VO-raad laat in een reactie weten dat er veel verwarring is over de term lio. Maar: ‘Zodra reguliere (productieve) arbeid wordt verricht, waarbij geen verschil is tussen de werkzaamheden van een normale werknemer en de stagiair, dient hiertegenover ook een beloning te staan’, schrijft woordvoerder Stan Vermeer.

Als lio had ik ook recht op budget om een laptop aan te schaffen en een koptelefoon

Hoe het in het mbo gesteld is met de betaling van lio-stagiairs, is lastiger in kaart te brengen. Voor veel mbo-vakken bestaat geen lerarenopleiding. En er zijn verhoudingsgewijs maar weinig studenten van eerste- en tweedegraads lerarenopleidingen die stage lopen in het mbo.

Op orde

De lio-stagiair heeft in het mbo bij een fulltime aanstelling volgens de cao recht op 50 procent van schaal LB-1, dat is 1344 euro. Een ruime meerderheid van de mbo-geënquêteerden zegt dat bedrag ook te ontvangen; 38 procent ontvangt een vergoeding, maar minder dan conform cao en slechts 6 procent ontvangt helemaal niets. Een kanttekening: slechts 18 lio-stagiairs in het mbo vulden de enquête in. Een van hen schrijft: ‘Als lio had ik ook recht op budget om een laptop aan te schaffen (800 euro) en een koptelefoon (35 euro). Tijdens het afmaken van mijn startbekwaamheidsdossier ben ik (voorlopig) aangenomen als instructeur.’

Het mbo lijkt zijn zaakjes redelijk op orde te hebben, zegt Chris Smits van de Fontys-lerarenopleiding in Sittard. “Bijna alle studenten in het mbo krijgen een vergoeding, in het voortgezet onderwijs is dat bijna alleen bij de tekortvakken het geval.”