PO
VO

'Kies voor onderwijs'

Eén op de negen klassen is dit schooljaar zonder leraar begonnen. Dat komt niet uit de lucht vallen. Toch reageert de overheid traag. En met zwalkend beleid. Gelukkig is het nog niet te laat, schrijft AOb-voorzitter Tamar van Gelder.

Tekst AOb-voorzitter Tamar van Gelder - - 3 Minuten om te lezen

Tamar van Gelder

AOb-voorzitter Tamar van Gelder. Beeld: Angeliek de Jonge

We hebben in Nederland te lang gedacht dat het vanzelf wel goed zou komen. Voor lief genomen wat niet vanzelfsprekend is: goed onderwijs. Nederland was altijd gidsland, maar dat is allang niet meer zo. Internationaal bungelt Nederland onderaan of is hoogstens een middenmoter. Een kwart van de vijftienjarigen kan niet goed genoeg lezen of schrijven om zich staande te houden in de maatschappij. Het is de vraag of zij deze achterstand nog kunnen inhalen. Met te weinig leraren lukt dat zeker niet.

Samen bereiken we meer! Sluit je aan bij de AOb

Inconsistent

Wie de Nederlandse onderwijsgeschiedenis bekijkt, ziet dat het lerarentekort niet nieuw is. En dat het inconsistente beleid van de overheid helaas ook geen uitzondering is.

Na de Tweede Wereldoorlog was het tekort zó nijpend dat getrouwde onderwijzeressen tijdelijk terug mochten. Tien jaar later werden ze en masse weer ontslagen. Diverse commissies hebben in de loop der jaren voor het lerarentekort gewaarschuwd. In 1992 was er de Commissie Toekomst Leraarschap onder voorzitterschap van Andrée van Es die in het eindrapport concludeerde: ‘Het salaris loopt achter bij andere sectoren en de maatschappelijke status van de leraar is omstreden.’ Er werd toch bezuinigd.

Het inconsistente beleid van de overheid is helaas geen uitzondering

Het tweede Paarse kabinet maakte 1,8 miljard euro vrij voor onderwijs. Een paar jaar later schrapt Balkenende I weer 650 miljoen euro en stelt een nullijn in voor de onderwijssalarissen die tot 2006 duurt. In 2008 waarschuwde de Commissie Leerkracht: ‘Nederland staat aan de vooravond van een dramatisch kwantitatief tekort aan kwalitatief goede leraren.’

Het is nu de ochtend na die vooravond. Het lerarentekort is nog nooit zo groot geweest. Wegkijken kan niet meer. Onderwijs is van en voor ons allemaal. Het is de grondstof waarmee we een samenleving kunnen bouwen waar iedereen aan mee kan doen. Het lerarentekort zorgt ervoor dat kinderen met een achterstand aan hun leven beginnen. Het tekort aan leraren mag daarom nooit worden opgelost door mensen zonder bevoegdheid voor de klas te zetten. Leraren dienen bevoegd te zijn voor de vakken die zij geven, omdat dit de enige manier is om te garanderen dat zij de kwaliteit leveren die de kinderen verdienen.

Wegkijken kan niet meer

Hoe dan wel

In Nederland bestaat een stille reserve van 83 duizend bevoegde leraren die het onderwijs hebben verlaten. Als we, door het beroep aantrekkelijker te maken, erin slagen om een gedeelte van hen te verleiden om (terug) het onderwijs in te komen, kunnen we een deel van de tekorten oplossen.

Daarnaast zorgt een aantrekkelijker beroep en betere begeleiding van startende leraren ervoor dat studenten en zij-instromers voor het vak kiezen en minder vaak uitvallen.

Kleine klas

Kleine klassen maken het onderwijs beter. Op dit moment bestaan klassen in het primair en voortgezet onderwijs soms uit meer dan dertig leerlingen. Hoe groter de klas, hoe hoger de werkdruk en hoe sterker de onderwijskwaliteit onder druk komt te staan. Onderzoek wijst uit dat basisschoolleerlingen in klassen van maximaal 21 leerlingen veel betere schoolresultaten behalen. Ook de kinderen waarvan de ouders geen bijlessen kunnen betalen.

Leraren krijgen te weinig tijd voor lesvoorbereiding en nakijkwerk, ervaren een te hoge administratieve last. Gezien het grote tekort is het van belang dat leraren zich kunnen richten op het lesgeven, contact met leerlingen en het werk in het lokaal. Medewerkers zonder bevoegdheid kunnen de leraren hierbij ondersteunen en de werkdruk zo wat verlagen.

Om het lerarentekort tegen te gaan, moeten we het lerarenlek dichten. Er zijn leraren die van tijdelijke baan naar tijdelijke baan hoppen. Uiteindelijk verlaat veel van het personeel het onderwijs, dit ‘lerarenlek’ draagt bij aan het lerarentekort. Leraren die goed functioneren, verdienen niet alleen een prima salaris, maar ook een vaste aanstelling.

Het is nog niet te laat.

Teken de petitie en word bondgenoot van het onderwijs. Op 22 november kun jij het verschil maken door te stemmen op een partij voor onderwijs kiest. 

Naar de petitie!

Verder lezen in dossier: