Ik ga volgend jaar met pensioen, maar mijn jongere partner werkt nog minimaal vijf jaar door. Dus eigenlijk hebben we mijn volledige pensioeninkomen nog niet echt nodig. Is een zogenoemde laag-hoogconstructie slim, dus de eerste jaren wat minder ABP-pensioen en de jaren daarna juist meer?
Tekst
Lizanne Schipper - redactie Onderwijsblad
-
-
3 Minuten om te lezen
Schuiven met je pensioen kan, maar let op de fiscale gevolgen. Beeld: Typetank
Bij pensionering kun je er inderdaad voor kiezen om te schuiven met je ouderdomspensioen. Je begint dan met een lager pensioen of juist met een wat hoger pensioen. Er zit wel een wettelijke grens aan: het verschil met het ABP-pensioen na die periode mag hooguit een kwart zijn. Anders gezegd: de laagste pensioenuitkering moet minimaal gelijk zijn aan 75 procent van de hoogste uitkering.
Een simpel voorbeeld. Stel dat je recht hebt op € 2.000 ABP-pensioen per maand en je verlaagt dat gedurende de eerste vijf jaar met 20 procent. Dan krijg je maandelijks dus zo’n € 400 minder binnen. Deze besparing komt er de jaren daarna bij. Wel moet die over een langere periode worden uitgesmeerd, want het ABP gaat ervan uit dat je na je AOW-leeftijd gemiddeld nog twintig jaar te gaan hebt. Dus het extra maandbedrag wordt lager. Even grofweg rekenend zou dat op ongeveer € 133 neerkomen. Zie MijnABP voor nauwkeuriger, individuele berekeningen.
Er zijn ook andere situaties waarin dit te overwegen is, bijvoorbeeld als je nog regelmatig invalwerk wilt doen
Het kan dus best een idee zijn om hiervoor te kiezen als jouw partner nog een paar jaar werken voor de boeg heeft. Er zijn ook andere situaties waarin dit te overwegen is. Bijvoorbeeld als je van plan bent na je pensionering nog regelmatig invalwerk te doen. Of als je een verzekeringsproduct hebt, zoals een lijfrente, dat een bedrag uitkeert waarmee je je pensioen kunt aanvullen.
Omgekeerde aanpak
Toch zijn er in de praktijk weinig mensen die hiervan gebruikmaken. Minder dan 1 procent van de gepensioneerden voor wie dit een optie is, zo blijkt uit recent onderzoek van toezichthouder AFM. Opvallend veel meer gepensioneerden - 21 procent - kiezen voor de omgekeerde aanpak. Zij beginnen met een hoger pensioen en leveren later wat in. Soms is dat om de eerste jaren bijvoorbeeld te kunnen reizen. Maar vaker liggen financiële omstandigheden aan deze keuze ten grondslag, zegt AOb-beleidsmedewerker Roelf van der Ploeg. “Wat je vaak hoort is dat de hypotheek nog een paar jaar doorloopt. Stel dat de woning die je 25 jaar geleden hebt gekocht vijf jaar na pensionering is afgelost, dan kan het handig zijn om de eerste jaren wat meer pensioeninkomen te hebben. Aangezien daarna de woonlasten omlaaggaan, blijft je besteedbaar inkomen gelijk. Mogelijk vallen na een paar jaar ook andere vaste lasten weg, bijvoorbeeld de bijdrage aan studiekosten van de kinderen.”
Let wel op de fiscale consequenties
Let wel op de fiscale consequenties. Tot een inkomen van € 38.441 per jaar inclusief AOW val je na pensionering in een laag belastingtarief; 17,92 procent in 2025. Stel dat jouw pensioeninkomen rond dat bedrag zit, dan is het zonde als je met een deel van je ABP-pensioen gaat schuiven. Want de jaren dat je meer pensioen krijgt, gaat je belastingdruk dan flink omhoog. Over het inkomensdeel dat in de tweede schijf valt, betaal je bijna 20 procent meer. Zit je in deze situatie en kun je de eerste tijd met minder toe? Dan kun je beter kiezen voor het volledige ABP-pensioen en een deel daarvan opzijzetten voor de jaren daarna.
Tijdelijk een hoger of lager pensioen. Hoe werkt dat?
Bij pensionering kun je eenmalig kiezen voor een tijdelijk hoger of lager ABP-pensioen
Je mag zelf weten voor hoeveel jaar dat geldt, tot uiterlijk je 78ste
De laagste pensioenuitkering moet minimaal 75 procent bedragen van de hoogste pensioenuitkering
Begin je met een hoger pensioen, dan wordt het daarna lager en vice versa
Zie MijnABP voor individuele berekeningen
Let even op
Als je inclusief AOW een pensioeninkomen van rond € 38.441 per jaar hebt. Je valt dan in het lagere belastingtarief: 17,92 procent. Schiet je daar doorheen in de jaren dat je een hoger pensioen krijgt, dan betaal je over dat extra bedrag heel wat meer belasting, namelijk 37,48 procent, gebaseerd op de tarieven van 2025.
Als je toeslagen krijgt, zoals huurtoeslag. Een tijdelijk lager inkomen kan gunstig uitpakken omdat de toeslagen mogelijk omhooggaan.
Wie kiest ervoor?
Van de Nederlandse gepensioneerden die deze optie hebben, kiest 21 procent voor een hoog-laaguitkering
Minder dan 1 procent kiest voor een laag-hooguitkering
Bron AFM, Sector in beeld Pensioenen 2025 - cijfers over 2023
Meer onderwijsblad lezen? Word AOb lid!
Als lid heb je toegang tot alle onderwijsbladen. Meer over alle voordelen vind je hier.