Meester Hans is de favoriete leraar van Lena Bril (33). “Hij was onaangepast, kwajongensachtig.”
Tekst
Maaike Lange - Redactie Onderwijsblad
-
-
3 Minuten om te lezen
Schrijfster en journalist Lena Bril blikt terug op meester Hans die haar lesgaf op de 2e Daltonschool in Amsterdam. Beeld: Fred van Diem
“Ik kreeg meester Hans in groep vijf van de 2e Daltonschool in Amsterdam. Tot dan toe had ik van die zakelijke, stijve juffen gehad. Meester Hans kamde zijn haren niet, hij had altijd een spijkerbroek en een spijkerjasje aan, en altijd All Stars. Hij had de uitstraling van een gitarist. Ik stel me voor dat hij altijd zijn voeten op zijn bureau had liggen. Wat denk ik niet zo was, maar zo herinner ik het me. Wat hij uitstraalde was ‘wees gewoon jezelf’. Ik voelde bij hem heel veel ruimte en vrijheid om de gekste, creatiefste en uitbundigste kant van mezelf te zijn. Met een goede vriendin uit de klas maakten we altijd toneelstukjes, we gingen vaak verkleed. Mijn eerste spreekbeurt bij meester Hans ging over krakers. Met een bomberjack en een breekijzer kwam ik het klaslokaal in. Dat durfde ik te doen omdat hij mijn meester was. Ik was toen tien.
Hij straalde acceptatie en aanmoediging uit. Het was een van de eerste ervaringen dat ik mezelf ging zien als creatief wezen. Door hem voelde ik me daarin aangemoedigd, en ik ging het zien als deel van mezelf. Bij de juffen die ik had gehad moest er vooral rust en orde zijn. Doe maar normaal. Meester Hans kon ook chagrijnig zijn. Hij was onaangepast.
Wat hij uitstraalde was ‘wees gewoon jezelf’. Ik voelde bij hem heel veel ruimte en vrijheid om de gekste, creatiefste en uitbundigste kant van mezelf te zijn.
Mijn vader maakte vervolgens ook columns over meester Hans. Via die verhalen was meester Hans onderwerp van gesprek bij ons thuis. Er hing een soort mythe rondom hem. Eén verhaal was dat meester Hans, de eeuwige vrijgezel, en een heel knappe man, plotseling ging trouwen. Dat was toen ik in groep zes zat. Voor mijn vader was dat huwelijk een ding. De eeuwige vrijgezel die plotseling ging trouwen. Mijn vader kende meester Hans alleen van mij naar school brengen. Door de columns van mijn vader had ik op die jonge leeftijd al een soort taal om te snappen wat voor soort effect meester Hans op mij had. Ik zag hem een beetje uitvergroot.
Ik had het gevoel dat meester Hans mij ook wel leuk vond. Hij vond het grappig dat ik met een breekijzer de klas in kwam. Ik kreeg geen voorkeursbehandeling, maar hij liet wel merken dat hij het leuk vond wat ik deed.
Ik heb geen contact met hem gehouden. Maar toen ik voor Trouw met een column begon, heeft hij me gemaild. Hij schreef me dat hij stiekem een beetje trots op me was. Ik vond het heel ontroerend dat hij de moeite nam om dat te schrijven.
Dat gevoel van vrijheid ben ik na de klas van meester Hans weer kwijt geraakt. Vaak was het toch weer van doe maar normaal, althans zo heb ik het geïnterpreteerd. Het duurde ongeveer tot mijn dertigste totdat ik die vrijheid weer kon toelaten.
Meester Hans nam zichzelf ook niet zo serieus. Hij kon de draak steken met zichzelf en de groep. Hij straalde iets uit van ‘Goh, daar heb je die kinderen weer.’ Op een kwajongensachtige manier.”
Hans Nooij (70), gepensioneerd onderwijzer van 2e Daltonschool in Amsterdam
“Meestal had ik groep 6, voor mij is dat de leukste leeftijd van kinderen. Dan beginnen ze grapjes te begrijpen. Humor was in mijn klas belangrijk. Lena had humor. Ze kon leuk schrijven, toen al, en met humor. Dat zat er gewoon in, van haar vader geërfd. Ze snapte ook mijn grapjes en dat was ook de band tussen ons. Ik viel meteen voor haar, ik vond haar meteen een schatje. Door haar vader ben ik weleens genoemd in een column. Dan zegt Lena tegen haar vader op de fiets: Papa, niet inhalen, hoor, dat is de meester met de ongekamde haren.”
Meer onderwijsblad lezen? Word AOb lid!
Als lid heb je toegang tot alle onderwijsbladen. Meer over alle voordelen vind je hier.