Cabaretier en schrijver Sjaak Bral (62) houdt van taal. Zijn leraar Nederlands daagde hem uit. “Hij was niet snel tevreden.”
Tekst
Maaike Lange - Redactie Onderwijsblad
-
-
3 Minuten om te lezen
Cabaratier en schrijver Sjaal Bral. Beeld: Fred van Diem
“Het Aloysius College in Den Haag was opgericht door de paters jezuïeten en halverwege de jaren zeventig kreeg ik nog les van enkele paters. Maar ook de eerste gewone leraren kwamen toen op school. Eén van hen was Ton van Rijn. Een heel enthousiaste leraar Nederlands. Een jonge vent met een spijkerbroek. Een spijkerbroek was nog nooit op deze school vertoond, dat was ongekend. Wij, leerlingen, hadden toen meteen zoiets van ‘hij is er één van ons’. Hij had een jonge uitstraling, een jeugdig aura, dat zorgde dat hij dichtbij ons stond. Hij kon ook goed uitleggen.
Wij, leerlingen, hadden toen meteen zoiets van ‘hij is er één van ons’.
Taal vond ik leuk. Mijn ouders zijn niet enorm taalvaardig, maar ik las graag. Door te lezen, kon ik in twee werelden tegelijkertijd leven. Ik kreeg er een heel leven bij. Dat vond ik prachtig. Elke zaterdagavond ging ik met mijn vader naar de bibliotheek, en dat was drie dagen te laat, want op woensdag had ik alle boeken al uit.
Ton van Rijn kon goed orde houden. We hadden allemaal respect voor hem. Hij was streng, vooral in het begin van het schooljaar, daarna liet hij de teugels vieren. Hij was niet snel tevreden. Hij vroeg wat van ons. We werden door hem gestimuleerd te spelen met taal en onze woordenschat uit te breiden. Waarom kies je niet eens een ander woord? Hij sprak in bloemrijke zinnen. ‘Obligaat’, zei hij dan. In plaats van: verplicht.
Door hem wilde ik ook leraar worden
Ik had me opgegeven voor de schoolkrant en zo werd hij ook mijn eerste redacteur. Ik moest een stukje schrijven om te laten zien of ik het wel kon. Het zal wel een recensie van een plaat zijn geweest, Queen, denk ik, daar was ik fan van. Ik bleek het te kunnen. Op de schoolkrant had je een andere manier van omgaan met elkaar. Hij was er minder de strenge leraar. Je kwam daardoor dichterbij elkaar. Hij leerde mij kritisch te kijken naar mijn teksten. De tekst even laten liggen en er dan weer doorheen gaan.
Door hem wilde ik ook leraar worden. Ik heb een jaar de pabo gedaan, maar in die tijd waren er te veel leraren, er was geen werk. Toen ben ik naar de sociale academie gegaan. En ik ben altijd blijven schrijven. Vorige maand heb ik samen met een aantal collega’s uit het vak van cabaretier een standbeeld voor Paul van Vliet onthuld. Tijdens die feestelijkheid heb ik een gedicht voorgelezen over de Nieuwe Uitleg, een straat in Den Haag waar het standbeeld staat. Het gedicht was van Ton van Rijn. Toevallig kwam ik het tegen in een bundel met Haagse gedichten. Het voorlezen ervan was ook een bedankje aan hem.”
Docent Ton van Rijn (72 jaar)
Ton van Rijn (72) werkte van 1977 tot en met 2016, tot aan de sluiting van de school, op het Aloysius College in Den Haag. Hij kent Sjaak Bral als Marcel van der Heijden. “Marcel zat in 4 en 5 havo bij mij voor Nederlands. Verder kende ik hem goed van de redactie van het schoolblad. Hij stelde onder meer top-10’s samen van zijn favoriete muziek. Marcel was ad rem en ook grappig. Ik zie hem nog voor me als leerling, lang, en met dat blonde haar voor zijn ogen. Hij was aardig, maar hij gooide ook een keer een ijsbal recht op het hoofd van de rector.”
Meer onderwijsblad lezen? Word AOb lid!
Als lid heb je toegang tot alle onderwijsbladen. Meer over alle voordelen vind je hier.