Native speaker Sonia Lossmann geeft Duits in Nieuw-Vennep. Ze miste spontane spreekvaardigheid in haar klassen. De lessenserie over vluchtelingen die ze ontwikkelde, triggert nu levendige gesprekken op het Herbert Vissers College – in het Duits.
Tekst
Monique Marreveld - redactie Onderwijsblad
-
-
4 Minuten om te lezen
Docent Duits Sonia Lossmann motiveert haar leerlingen Duits te spreken door ze te prikkelen met controversiële stellingen. Beeld: Angeliek de Jonge
Lossmann vindt het belangrijk dat haar leerlingen in het Duits kunnen reageren als ze aangesproken worden. “Toen ik hier begon, konden ze vragen of ze mochten plassen, maar ze konden niet zeggen dat ze het ergens mee oneens waren.” Samen met Juanita Nijman, docent Spaans aan het Jac. P. Thijsse College, brainstormde Lossmann voor haar master eerstegraadsdocent Duits hoe het beter kon. Kunnen we leerlingen zo boeien dat ze echt hun mond open doen?
Zelf herinnert ze zich nog goed hoe spannend dat kan zijn. Als twaalfjarig meisje was ze op uitwisseling in Marseille, 18 uur treinen vanaf haar woonplaats Hamburg. En ze dacht, die eerste avond in dat vreemde gezin waar ze logeerde: ‘Als ik nu niet zeg: Je voudrais du pain, dan krijg ik vanavond geen avondeten. Het was een sleutelmoment.’ Ze leerde uiteindelijk vloeiend Frans spreken en is er sindsdien van overtuigd: alles begint met (voer)taal.
Idee: Geef vluchtelingen in de klas een klankbord
Maar hoe bied je die vreemde taal aan, zó dat je leerlingen aan het denken zet? Met behulp van liedjes, van de actualiteit, van moderne literatuur, zegt Lossmann. Elke donderdag is bij haar muziekdag: dan start ze al haar lessen met een nieuw liedje met bijbehorende geprinte liedtekst. “Het komt wel voor dat leerlingen na een skivakantie terugkomen en zeggen: ‘Frau Lossmann, dat liedje van u was op de radio!’ Dat vinden ze fantastisch.” Staat het ‘woord van het jaar’ in de krant, dan besteedt Lossmann er aandacht aan. “Het zal me niet overkomen dat het over twee jaar in het examen staat en mijn leerlingen het nog nooit gehoord hebben!” En passant pikken ze zo veel extra woorden op, waar ze bij het eindexamen van profiteren.
Durf te reageren
Vanaf de eerste klas moeten leerlingen bij Lossmann in elke les Duits spreken. In het begin met korte zinnetjes en 'chunks', maar ze wil dat ze ook hun mening kunnen formuleren in het Duits, kunnen reageren in echte gesprekken, op het tankstation, bij de supermarkt. De oorlog in Oekraïne bleek een goede kapstok te bieden om ze dat te leren.
Toen de eerste Oekraïense vluchtelingen naar Nederland kwamen, nam Lossmann een gezin uit Dnipro in huis, zes weken lang. Nog steeds licht aangedaan vertelt ze: “Dat was moeilijk. Met name de kinderen waren flink getraumatiseerd. De moeder sprak gelukkig goed Frans, dus we konden communiceren, dat was cruciaal. Maar je snapt, het fenomeen vluchten leefde sterk in mij, dus zo ontstond het idee voor de driedelige lessenserie Auf der Flucht.” La Huida voor de Spaanse lessen van Nijman.
Voor Auf der Flucht gebruikt ze onder andere het liedje Ich komm jetzt heim van Tonbandgerät, nieuwsberichten met pakkend beeld, fragmenten uit het Duitse jeugdjournaal Logo en de Duits/Arabische graphic novel Bestimmt wird alles gut, van Kirsten Boie en Jan Birck. “Ik bied twee hoofdstukken aan, zodat leerlingen kunnen kiezen wat ze lezen. Hetzelfde geldt bij nieuwsberichten. ‘Oh, ik doe die wel met die foto’, zegt de ene leerling, en de andere kiest voor een kortere tekst zonder beeld. Die keuze vinden ze fijn.”
Niemand vlucht omdat het elders leuker is
In groepjes van vier moeten ze vervolgens over de inhoud praten met behulp van chunks die Lossmann aanbiedt en die steeds complexer worden: Ich denke genauso darüber, of: Das kann man so nicht sagen, kannst du das nochmal wiederholen? Haar leerlingen durven nu sneller iets in te brengen in een gesprek en daar gaat het Lossmann om, dat ze op elkaar reageren in het Duits. “Ik wil ook controversieel zijn, en horen: Was denkst du darüber, als ik bijvoorbeeld een foto toon met Ausländer raus. Aan het eind van de lessenserie werk ik met stellingen, bijvoorbeeld: vluchtelingen nemen onze banen over.”
Is migratie geen lastig onderwerp om met pubers te bespreken? Lossmann: “Mijn ervaring is dat leerlingen niet uit zichzelf over dit soort thema’s nadenken. En soms zie ik inderdaad weerstand, zo van ‘moeten we het daar nou over hebben’. Maar dankzij het materiaal dat ik aanbied, komen ze wel los en snappen ze heel goed dat iemand niet vlucht omdat het elders ‘leuker’ is. In vrijwel elke klas zitten vluchtelingen. Hebben jullie er met elkaar over gesproken, vraag ik dan wel eens? Ik vind het belangrijk dat leerlingen uit Syrië, Oekraïne of Eritrea ook een klankbord krijgen.”
Auf der Flucht dekt behalve de eindtermen lees-, luister- en spreekvaardigheid Duits ook een aantal eindtermen burgerschap.